Duiken op Kangaroo Island (Australië)

Door Ben Giesen. e-mail: bgiesen@caiway.nl

 

februari 2000

 

duikvakanties         fietsvakanties

 

 

 

Australië, Kangaroo Island

 

 

Kangaroo Island

 

De taxi komt exact op tijd; na eergisteren had ik enige twijfels. Door de stille straten van Adelaide rijden we naar het vliegveld. Tegen de chauffeur zeggen we dat het een leuke, ruime, gezellige stad is en dat komt door de afwisseling van oude en nieuwe gebouwen. Hij wordt helemaal lyrisch en wijst het ene na het andere oude gebouw aan. Aan de hand van bouwstijl en gebruikte materialen schat hij de leeftijd. Wij willen naar de international terminal om Jan en Gerda op te halen en dan een taxi nemen naar de domestic. De chauffeur vindt dat niet slim. Volgens hem moeten we naar de domestic terminal gaan, inchecken en dan lopend Jan en Gerda ophalen. Dan hoeven we minder te slepen met bagage en het scheelt zes dollar voor een taxi. We volgen zijn raad op.

Bij de balie zoeken ze naar onze tickets en uiteindelijk vinden ze die. Als we goed kijken hebben we wel onze tickets, maar niet die van Jan en Gerda. Die zijn wel geboekt, maar niet bevestigd en daardoor vervallen. Gelukkig is er nog plaats in het vliegtuig, zodat we bijboeken. We zijn blij dat het goed afloopt, maar balen er wel van. Onze overtollige bagage (tent en kampeerspullen) willen we afgeven, maar dat kost ruim 100 gulden. Dus nemen we het maar mee naar Kangaroo Island.

We lopen naar de andere terminal en zien dat het vliegtuig van Jan en Gerda 15 minuten vertraging heeft. Al snel zijn ze er en met vermoeide gezichten komen ze aanlopen. We zijn blij elkaar te zien en voor ons zijn het de eerste vrienden die we na drie maanden lijfelijk ontmoeten. Bij een grote bak koffie wisselen we de eerste nieuwtjes uit en lopen daarna in de aangename zon naar de andere terminal. Jan en Gerda checken in en even later lopen we naar het vliegtuigje. De zware tas van Truus moet in het ruim en ze vraagt de man voorzichtig te zijn, want de onderwatercamera zit er in. Geroutineerd zegt hij dat ze altijd voorzichtig zijn en op hetzelfde moment valt achter hem een koffer uit het vliegtuig. Met een rood hoofd pakt hij die op en Truus vraagt hem nog eens om voorzichtig te zijn.

Het vliegtuig voor twaalf personen brengt ons snel naar Kangaroo Island waar we twintig minuten later landen. Bij Budget verhuur staat de auto klaar en op de parkeerplaats kijk ik even alleen waar alle knoppen en pedalen zitten. Ik heb nog nooit in een auto met het stuur rechts gereden. Eigenlijk is alles hetzelfde, alleen richtingaanwijzer en ruitenwissers zitten omgekeerd en schakelen moet met links. De verhuurder kent Jim en geeft ons een kaart met de weg er naar toe.

Geconcentreerd op de linker weghelft rijd ik naar Kingscote. De supermarkt is gesloten, maar in een dairy  hebben ze alles voor de eerste dagen: melk, vlees, groente, brood, beleg, fruit enz. Na koffie en een broodje rijden we over de over de Playford Highway (een grote naam voor een 2-baansweg) naar Western River. De weg slingert door het landschap van struiken, bomen en grasland.

De verhuurder heeft de duikschool van Jim op het kaartje getekend, maar als we als we daar op de lege weg staan klopt het niet. Met behulp van een andere kaart zien we dat hij ons w.s. een afslag te vroeg van de asfaltweg heeft gestuurd. Over een gravelweg, waar je niet harder dan 60 km kunt rijden, vervolgen we de rit. Bij een boerderij hangt een duikvlag en opgelucht rijden we het erf op. Daar zien we niemand, niets wijst op duiken en op ons bellen wordt niet open gedaan. Uiteindelijk rijden we weg om het bij de volgende boerderij te vragen. Een auto komt ons achterna, het is Josie Thisselton, de vrouw van Jim. Ze had ons niet gehoord, maar zag ons wegrijden en dacht wel dat wij de duikers waren. Ze rijdt voor ons uit naar het huisje dat we deze week huren. Boven op een heuvel met prachtig uitzicht, staan twee huisjes waar wij er een van krijgen. Ze zijn nieuw, goed ingericht en alles werkt. De eigenaar zelf woont in een grote schuur en we vragen ons af wat daar in zit.

We pakken uit, Truus kookt en Jan en Gerda zijn gevloerd door de jetlag. Jim komt langs en zegt dat we morgen pas om een uur gaan duiken. 's Morgens heeft hij een andere groep.

Buiten is het koud door de harde zeewind.

 

 

Kangaroo Island, rondrit

 

's Ochtends waait het hard en Jan en Gerda zijn nog moe van de reis. We passen ons schema aan en rijden naar Jim's boerderij. Tegen Josie zeggen we dat het weer ons niet goed lijkt om te duiken en dat we vandaag iets anders gaan doen. Jim zelf is weg, maar volgens Josie is het geen probleem. Vlak bij ons huisje ligt er een 1½m grote, zwarte slang op de weg. Volgens Josi is hij erg giftig. Gelukkig is hij overreden en dood.

Na het ontbijt rijden we over stoffige gravelwegen naar Rocky River. Bij het bezoekerscentrum lopen ganzen. Jan determineert ze aan hun knorrende geluiden als varkensganzen. In een eucalyptusbos zoeken we naar koala's en tot onze verbazing vinden we er twee. Luierend in een vork van takken verteren ze hun voedsel. We maken een leuke wandeling naar een paar meertjes. Hier zitten vogelbekdieren, maar die laten zich midden op de dag niet zien. Op de terugweg aaien we de tamme wallibies. De picknickplek is omheind om ze buiten te houden, zodat toeristen rustig kunnen eten.

De Remarkable Rocks is een cluster van grote, door weer en wind, afgesleten granieten stenen. Een waar kunstwerk door hun ronde, bizarre vormen, grote gaten en de gele en rode kleuren. Ze liggen op een plateau bij zee en we kunnen er aan alle kanten omheen lopen.

Bij de vuurtoren zit een zeehondenkolonie. Meest NZ furseals en een paar Australische furseals. Deze laatste zijn lichter van kleur en hebben een witte tekening. Op de kaap staat een harde wind met hoge golven en we zijn blij dat we niet zijn gaan duiken. Dat doen we met beter weer.

We komen twee minuten te laat voor de rondleiding bij de Kelly grotten (genoemd naar het paard dat er bij de ontdekking inviel), zodat we doorrijden naar Vivonne Bay voor een kop koffie. In de winkel kopen we whisky en daarna maken we een rit langs de kust. Het is een leuk heuvel-/duinlandschap en over droge gravelwegen rijden we terug naar Telhawk, de boerderij van Jim. Hij is thuis en volgens hem hadden we prima kunnen duiken. Hij kent genoeg beschutte plekken. De spullen die Truus en ik opgestuurd hebben, zitten nog in de doos. We passen de duikpakken en leggen alles klaar voor morgen. We duiken het liefst

's ochtends, zodat we 's middags nog iets anders kunnen doen. Morgen haalt Jim ons in ieder geval om acht uur op.

 

 

Kangaroo Island, 1ste duikdag

 

Om acht uur staan we klaar, maar geen spoor van Jim of Spoekie. Om halfnegen haalt Spoekie Jan op en zegt dat Jim er aan komt. Vandaag duikt hij een keer, want de meeste Duitsers gaan het eiland bekijken. Ralph is van het zwijgzame type; druk bezig met zijn fotoapparatuur en geheel gefixeerd op seadragons. Hij werkt in opdracht van een agency en moet goede foto's maken. Hij klaagt tegen Jim dat ze er gisteren "maar" één gevonden hebben!!?? Jim vindt het wel best en is hem duidelijk zat, althans dat is ons wel duidelijk.

De weg loopt naar het strand waar we gisteren een BBQ zagen en we verwachten daar ergens aan boord te gaan. Jim volgt echter een smal pad de steile helling op en langzaam klimmen we naar boven. Boven op de top lopen schapen die uit hun weiland gebroken zijn. In de auto jaagt Jim ze terug en daarbij raken er een paar verstrikt in het prikkeldraad. Die maakt hij los en de laatste zet het bloedend op een hollen. Volgens Jim valt het allemaal wel mee.

Na een afdaling met haarspeldbochten komen we bij de boot. Spoekie en Jan hebben het meeste al aan boord gebracht, maar erg geordend ligt het allemaal niet. Dat zal hier wel de regel zijn. Alles zit onder het zand, maar dat komt omdat ze een nieuwe weg naar de haven aanleggen en de haven uitdiepen. Doordat Jim er gebruik van maakt moet hij mee betalen.

Josie is meegereden en neemt de auto mee terug. Die heeft ze vandaag nodig, want van de vrachtauto die ze normaal gebruiken is de versnellingsbak kapot. Een Duitser is ziek en wil naar de dokter. Op het eiland kan hij nergens terecht, zodat hij naar Adelaide vliegt. Josie brengt hem naar het vliegveld.

Na tien minuten varen maken we ons klaar voor de eerste duik. We testen of we uitgetrimd zijn in deze uitrusting en dalen af. Jim zwemt voor ons uit en zoekt tussen het kelp naar een seadragon. Hierbij zien we een grote school zalmen, een zeester die zich opkrult als je hem aanraakt, een vis met een bolle kop en een staart als een murene en een adelaarsrog. Het zeewier (kelp) is prachtig groen en rood gekleurd en het zicht goed. Kortom wij zijn tevreden over de eerste duik. Ralph is dat niet, want we hebben zijn onderwerp niet gezien.

Als we het water uitkomen weet Jan niet hoe vlug hij zijn pak uit moet trekken. Door zijn haast gaat Jan onhandig te werk, struikelt over het dek en springt over boord. Wij liggen dubbel van het lachen en de anderen kijken verbaasd. Als Jan opgelucht uit het water roept dat alles in orde is, zeggen we tegen de anderen dat Jan "really in the shit" zit. Jim is blij dat er weer gelachen wordt aan boord. De laatste dagen is het stil. Iedereen is gefixeerd op de seadragons en heeft geen oog voor het andere moois.

De lunch bestaat uit BBQ-kip (koud), brood, koekjes, fruit, chocolademelk enz. Dat gaat er na een duik altijd in.

Bij de tweede duik gaat Jim eerst met Ralph naar beneden om een seadragon voor hem te vinden. Na vijf minuten komt hij ons halen, hij heeft er al een gevonden. Ralph maakt foto's van de seadragon en schermt hem af, grrrrr…..  die is alleen van hem! Gelukkig vindt Jim er nog een en hoeven we Ralph niet te storen. De leaffy ziet er uit als een sprookjesdier. Aan het slanke lichaam groeien uitsteeksels die lijken als bladeren op een steeltje. Gecombineerd met zijn groene kleur valt hij niet op tussen het zeewier. Hij beweegt door een paar propellertjes achter de oren en op zijn lichaam en is familie van het zeepaardje.

Na vijf minuten hebben we hem wel gezien, heeft Truus de nodige foto's gemaakt en zwemmen wij naar de rotsen waar de zeehonden liggen. Jim gaat naar boven en probeert ze het water in te lokken, maar ze hebben geen zin. Dan zwemmen we naar een doorgang waar ze steeds in en uit zwemmen. We trekken hun aandacht door rare bewegingen te maken, op onze kop te gaan staan e.d., maar ze zijn niet geïnteresseerd. Hautain laten ze zien dat ze veel beter zwemmen dan wij, flitsen langs ons heen en negeren ons. Toch is het een hele leuke duik.

Ralph is nog niet tevreden en maakt nog een duik. Wij snorkelen ondertussen naar de rotsen waar Butterfly, een Australische zeehond, ligt. Deze is gewend aan mensen en zwemt vaak met ze. Even komt hij het water in, maar al vlug kruipt hij weer op de rotsen.

Ralph komt tevreden uit het water. Hij heeft "top-shots" gemaakt en is meteen spraakzamer en aardiger.

 

Om drie uur haalt Josie ons op bij de boot en rijden we naar het huisje. Jan is moe, heeft behoefte aan rust, pilsje en sigaret. Helaas moeten wij tweeën nog even inkopen doen in Kingscote en dat ligt niet naast de deur. Truus geeft ons een boodschappenlijst en wil dat we meteen gaan. Na het pilsje en de sigaret van Jan vertrekken we en zijn om kwart voor vijf bij de supermarkt. Hij is goed gesorteerd en heeft bijna alles. Alleen het vlees is op. Gelukkig is de slager nog net open en daar koopt Jan lamb-leg-chops. Dat lijkt hem wel wat voor morgen op de BBQ. Vandaag bakt Gerda pannenkoeken met bacon. Ergens voeren ze om deze tijd pelikanen, maar we zien niet zo gauw waar. Het is ook al laat, zodat we terug rijden.

's Avonds zijn we uitgeteld, maar tevreden over de eerste duikdag.

 

 

Kangaroo Island, 2e duikdag

 

Jan slaapt 's nachts slecht. Hij is moe door de jetlag, maar heeft thuis een drukke en emotionele periode gehad met het overlijden van zijn moeder. Vandaag doet hij het rustig aan en blijft bij het huisje achter.

Van de Duitsers gaan alleen Ralph en Marcus mee. Marcus is aardig en heeft een bol buikje en grote ogen. Dat laatste komt door zijn bril met sterkte –13. Onder water is zijn zicht beperkt. Als Jim een seadragon voor hem gevonden heeft, blijft hij in de buurt, want als Marcus een lens verwisselt is hij hem meteen weer kwijt. Daarnaast gaat vandaag Darren Flynn mee als divemaster ipv Spoekie.

Nadat Jim voor beide Duitsers een dragon heeft gevonden, haalt hij ons op. Ze schermen beiden "hun" draak af en wij maken met Darren een rondje. Twee sepia's zitten tussen het wier en voelen zich bedreigd. Hierdoor verschieten ze van licht naar donker van kleur en omgekeerd. Truus gebaart onderwater dat ze de vieuwfinder van de camera kwijt is. Ze klaagde er vanochtend over dat hij zo los zit. Balend maakt ze de duik af en zelfs de draakjes op het eind brengen haar niet in een goed humeur. Uit het water wil Truus gaan zoeken, maar voor alle zekerheid controleert ze eerst haar tas en daar zit hij in. Opgelucht haalt ze adem. Later ontdekt ze dat ze de bevestiging los draait ipv vast. De schroefdraad is niet logisch.

Bij de tweede duik komen we een weedy (common seadragon) tegen. Deze heeft geen uitsteeksels als de leaffy en de kleuren variëren van geel/blauw tot groen. De kleuren zijn afhankelijk van aanleg en voeding.

Wij deze dag weer tevreden en de Duitsers ook.

 

Na het eten doen Truus en Jan de afwas. Gerda en ik rijden naar de boerderij van Jim. Daar zijn ze bezig met de reparatie van de truck. De versnellingsbak is vervangen, maar nu moet de radiator nog ingebouwd worden. Onder de truck ligt een grote plas olie, maar daar let niemand op. Josie weet niet hoe e-mail werkt, maar daar komen Gerda en ik zelf wel achter. Het buro van Jim ligt vol met papiertje, boeken, brochures en allerlei rommel. Er is weinig orde, maar het werkt wel. Het hele huis is trouwens wat rommelig. Veel bijeen geraapte oude spullen, maar gezellig om in te wonen. De mannen die aan de haven en nieuwe weg werken slapen en eten hier ook.

Het e-mailen gaat door het trage modem niet snel, maar het lukt wel. Op het eind haal ik nog even onze eigen homepage met onderwaterfoto's van Truus op. Jim vindt het leuk om ze te zien.

 

 

Kangaroo Island, 3e duikdag

 

Josie gaat vanochtend weer mee en heeft de witte poedel Pierre bij zich. Ik geef hem een speciaal gekocht hondenkoekje, maar dat lust hij niet. Die luxe is hij niet gewend. Vanochtend duiken we met z'n vieren. Darren is er weer bij als divemaster en de Duitsers gaan vanmiddag met zijn allen.

Onder water zien we een adelaarsrog, een weedy en dolfijnen. Een groep van ca. 10 stuks zwemt twee keer langs. Een dolfijn komt recht op ons af, maar als de anderen doorzwemmen volgt hij hen.

De tweede duik maken we weer bij de zeehonden. Truus maakt foto's van een leaffy en Jan en Gerda gaan meteen naar de zeehonden. Als we ze een tijd later volgen komen ze al terug. Darren klimt uit het water en jaagt Butterfly, de Australische zeehond, het water in. Vandaag krijgt hij er zin in en volgt al onze bewegingen. Als ik per ongeluk een stuk lood uit een zak laat vallen zoekt hij er samen met mij naar tussen het kelp. Hij cirkelt om ons heem gaat op zijn rug op de bodem liggen en als je dichtbij komt likt hij je gezicht, masker en hoofd. Hij wordt steeds baldadiger en bijt in alle uitrusting die niet goed vast zit. Als ik door mijn lucht heen ben ga ik terug, terwijl Truus en Darren nog door gaan. Butterfly blijft de hele tijd bij ze.

Buiten adem komt Truus uit het water, want om de aandacht van Butterfly vast te houden bleef ze continu in beweging: draaien, op je rug liggen, op hoofd gaan staan enz. Het zwemmen met zeehonden is voor ons een geweldige ervaring.

Jim vindt het duiken met ons leuk. Het is ontspannen, we lachen veel en vinden alles leuk en boeiend. Als we dan ook nog belangstelling tonen voor zijn plannen om een grote boot te kopen en daarmee in de winter safari's in de Pacific te organiseren, kunnen we niets verkeerds meer doen.

 

Doordat we vroeg terug zijn hebben we nog tijd om op stap te gaan. Alleen Jan is koud en moe en blijft achter. Hij heeft geen zin zich druk te maken en geniet van de rust van het schitterende huisje. Ook afgelopen nacht heeft hij weinig geslapen. De tijd bracht hij door met het observeren van wallibies op het grasveld en possums op de BBQ. Die likten het vet er af en deden er daarna hun behoefte op.

De North Coast Road is een stoffige gravelweg naar Stokes Bay. Daar zijn we van plan om aan het strand te gaan liggen, maar het is zo heet dat we er van afzien. We drinken wat in de schaduw en vervolgen onze weg naar Kingscote. We zijn ruim op tijd voor het voeren van de pelikanen en gaan rustig in het gras zitten. Een paar pelikanen wachten op de lantaarnpalen op hun eten en ondertussen komen er steeds meer. Laag over het water komen ze aanscheren en landen dan als een waterskiër. John, de voerder, komt met vier emmers vis aanlopen en onmiddellijk verzamelen alle pelikanen zich om hem heen. Met zijn waterdichte broek staat hij in het water en laat zien hoe pelikanen eten. Om te beginnen strooit hij een emmer vis uit in het ondiepe water. Alle vogels duiken met hun kop naar beneden, maar gaan niet onder. Hun achterlijf en vleugels blijven boven water en droog. Hun veren nemen anders water op en moeten dan drogen. De volgende emmer gooit hij met handenvol naar een vogel. Die vangt het op in zijn bek en slikt de vis zonder te kauwen door. De rest strooit hij uit in het water, zodat alle vogels er een hapje van kunnen scheppen. Er wordt geen entree gevraagd, maar een vrijwillige bijdrage voor de kosten van de vis.

Daar krijgen we zelf ook honger van en eten een visje in de bistro, een grote naam voor zelfbediening, van het Ozone hotel. Het is niet duur en smaakt prima.

We waren van plan om naar de pinguïns te kijken, maar dat is pas om negen uur en betekent dat we in het donker terug moeten rijden. Met alle overstekende dieren lijkt ons dat niet raadzaam. Daarom gaan we nu en merken dat Jan zich prima vermaakt heeft. In de grote loods kweken ze volgens hem kreeften.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kangaroo Island

 

Little Sahara is een grote, hoge duin van stuifzand aan de zuidkust. We klimmen in de warmte en stof naar boven en genieten van het uitzicht over de zandvlakte. Eigenlijk verwacht ik zoiets niet op het rotseiland.

Bij Seal Bay doet Truus een nieuwe batterij en filmpje in de camera. Op het strand liggen ca. 45 Australische zeehonden. De totale populatie bestaat uit 600 dieren, maar de rest is vissen. Vroeger lagen hier duizenden zeehonden, maar die zijn door de jacht gedood. De groep is kwetsbaar, omdat ze niet zomaar verkassen en hun hele leven op dezelfde plek blijven. Seal Bay ligt beschut en vormt een natuurlijke beschutting tegen aanvallen van haaien. Onder begeleiding van een ranger lopen we het strand op. Iedereen moet bij elkaar blijven en zijn aanwijzingen opvolgen. Hiermee voorkomen ze dat we aangevallen worden door zeehonden of/en dat wij hen storen. Truus wil foto's maken, maar het toestel weigert. Ze denkt dat het aan de batterij ligt, want de film is er wel in gespoeld.

Het is warm en daardoor zijn de dieren actief. Om af te koelen zoeken ze het water op en duikelen als dolfijnen in de golven. De mannetjes maken zich breed om elkaar te imponeren en de grote stieren dulden geen tegenspraak. De jongen drinken bij hun moeder of roepen die luidkeels als ze haar kwijt zijn.

In Kingscote brengen we de was naar de wasserette en gaan naar de fotograaf. Truus heeft het rolletje er niet goed ingedaan en daardoor deed hij het niet. Met de batterij is niets aan de hand. Truus baalt, want nu heeft ze geen foto's gemaakt. Al heeft Jan dat wel gedaan.

Island Pure is een schapenboerderij. Hier zien we hoe ze schapen melken en kaas maken. Er is een video van en we proeven verschillende soorten kaas en yoghurt. Halouni kaas wordt warm gemaakt en smaakt heerlijk. Volgens de vrouw is de kaas erg vet, maar het zijn wel de goede vetten. Ze ziet er dan ook gezond en goed gevuld uit. We nemen van alles wat mee, want dat komt wel op.

Op Gum Creek Marron kweken ze biologisch marrons en yabby's. Beiden zijn zoetwater kreeften. De marron is het grootst en gevoelig voor warmte/droogte. Ze experimenteren volop met de kweek omstandigheden om de opbrengst te vergroten. In de vijvers regelen ze met forel en goudvissen een biologisch evenwicht met parasieten. Ze voeren ze minimaal bij om het water niet te verontreinigen. In de ondiepe vijvers gebruiken ze autobanden, golfplaten en boomstronken als schuilplaats voor de dieren. De temperatuur en het zuurstofgehalte zijn factoren die ze in de gaten houden. Alles bij elkaar besteden ze veel zorg aan de kweek en opfok, want anders levert het niets op. Het meeste is voor de export naar Japan.

Zonder yabby's gaan we natuurlijk niet weg. Ze laten ons de pan met levende beesten zien en even later krijgen we ze rood gekookt mee. In het bos bij de parkeerplaats zit een koala in de boom.

 

Het is al laat en tijd om terug te gaan. We rijden bij Jim langs en bevestigen voor alle zekerheid de avondduik. Hij ziet er moe uit en lijkt helemaal niet meer op ons gerekend te hebben.

We eten snel, maar Jim komt veel te vroeg. De wind is naar het westen gedraaid en de hoge golven zijn niet geschikt voor een avondduik. Wij denken er het onze van, maar al snel slaat het weer om. Er steekt een frisse, harde wind op en we weten dat Jim gelijk heeft.

 

 

 

 

 

 

Vertrek van Kangaroo Island

 

Met z'n allen nemen we 's ochtends afscheid van Jim, Josie, Darren en Pierre. Jim zit rustig te keuvelen aan de keukentafel en heeft nog geen tijd/zin gehad om de rekening op te maken. Hij weet het ook allemaal niet meer precies en vraagt ons hoeveel nachten we in het huisje zijn geweest, hoeveel duiken we gemaakt hebben enz. Bij het berekenen moeten we hem een aantal keren corrigeren, omdat hij zich zelf te kort doet. We krijgen allemaal een drinkbeker van Kangaroo Island Diving Safaries en het adres van Tony. Met hem moeten we in Exmouth naar de walvishaaien duiken. Hij is de beste en betrouwbaar.

Snel pakken we daarna in en rijden naar Seal Bay. Gisteren kon Truus geen foto's maken en dat wil ze nu nog even doen. We zijn laat en om een uur gaat ons vliegtuig. Daarom zal Truus alleen foto's maken en dan meteen terugkomen. Jan gaat met haar mee. Het duurt allemaal langer dan gepland, maar zonder oponthoud rijden we naar het vliegveld, waar ik de sleutel van de auto in een brievenbus stop. Voor tanken hebben we geen tijd, maar dat verrekenen ze later met onze creditcard. De bagage gaat meteen naar het vliegtuig en om een uur precies stijgen we op. Loop het toch nog goed af.


 

bovenkant pagina

 

duikvakanties         fietsvakanties