Fietstocht van Doorn (Nederland) naar de Middellandse zee in 1997 door Ben Giesen.

E-mail: bgiesen@caiway.nl

[fietsvakanties] [duikvakanties]

 

Leven als god in Franrijk


Vertrek

Na een aantal verre reizen met het vliegtuig zoeken we het dichter bij huis. We rijden op de fiets de straat uit voor een heerlijke, zonnige vakantie in Frankrijk: kamperen, du vin, du pain et du fromage. Op de fiets naar de Middellandsezee (Narbonne) en met de slaaptrein terug.

Het vertrek ligt niet vast en dus gaan we er mee schuiven. Eerst is het zaterdag, maar dan heeft Truus examen. Geen probleem we nemen vrijdag vrij en vertrekken donderdagavond. Truus gaat dan even met de trein naar het examen.

Al snel wordt duidelijk dat we het te optimistisch zien. We zijn druk op ons werk, met duiken en de moestuin. Tussendoor moet Truus zich voorbereiden op het examen en inpakken (dat kan ze zo goed!). Donderdagavond verandert al snel in vrijdag en in zaterdag na het examen. Als het eenmaal zover is hebben we geen zin om in het slechte weer te vertrekken. Er heerst een aantrekkende zuidwester, een eufemisme voor regen en storm. Uiteindelijk vertrekken we zondag om 13.00 uur.

 

Afzien.

Tegen de harde wind in fietsen we naar Wijk en als we met de pont de Lek oversteken zijn we echt op vakantie. Aan alle kanten drijven donkere wolken en buien langs. Opgewekt zeggen we tegen elkaar dat het weer wel mee valt en bij Buurmalsen eten we zelfs een boterham in de zon. Ondertussen zet politie de weg af en geven ruim baan aan leden van de Nederlandse Honda club. Een lange rij oude en nieuwe motoren trekt voorbij. Enkele oudjes zijn aan slijtage onderhevig en worden geduwd.

Na de onderbreking missen de buien ons niet meer en daalt de temperatuur tot 13C. Balend sta ik met mijn volle gewicht op de trappers, maar door de wind houd ik dat niet lang vol. Mijn conditie is ver beneden peil, want het laatste halfjaar heb ik in totaal 180 km gefietst.

In Nieuwkuijk zit ik er doorheen. Ik verlang naar rust, warmte en vooral eten. Bij de Ster nemen we soep met stokbrood. Dit zalencomplex is landelijk bekend door de shows met populaire artiesten.

Het laatste stuk hang ik achter Truus, die een veel betere conditie heeft. Uitgeteld kom ik in Haaren en dan te bedenken dat het maar 76 km is.

De boerencamping ziet er perfect uit: netjes, goed onderhouden, mooi grasveld, schoon en overzichtelijk. Vanaf het kampeerveld loopt een pad door de "rozenlaan", langs de vijver naar de boerderij waar toiletten, douche en afwasbakken zitten.

In verband met het slechte weer koken en eten we in de kantine; tevens het onderkomen van de hondenclub. De vele foto's doen verslag van de uitjes van de leden met hun honden. Zelf zijn we dit voorjaar ook met onze pup naar de hondenschool geweest. Onze oude hond paste perfect bij ons, maar had één vervelende eigenschap: hij kon niet tegen alleen zijn. Het heeft jaren geduurd voor we er mee om leerden gaan en dan nog pas na advies van een hondenpsycholoog. Nu maken we een goede start met de puppy-cursus waar de hond niets leerde, maar wij des te meer. Na de vakantie doen we de gehoorzaamheidstraining.

In de kantine zitten we warm en droog en na de maaltijd buigen we ons over de wegenkaart. We hebben wel een globale route in ons hoofd, maar het vraagt nog om een nadere invulling.


De Schildpad

's Nachts gloeien mijn benen van de inspanning en de volgende morgen word ik met stijve spieren wakker. Voor vertrek maakt Truus een foto van de tent op de camping, want dit wordt het thema voor de vakantiefoto's.

Doordat we afbuigen naar het zuidoosten hebben we de wind niet meer pal tegen, maar het blijft ploeteren. Via de vennen en heidevelden van Kampina, bossen, weilanden en natuurreservaten komen we in Middelbeers. Dit dorp beschikt over een bank en een cafetaria waar we warm en droog eten. De zaak heeft een goede naam, want het is druk en er eten veel chauffeurs en bouwvakkers. Bij de bank halen we belgisch geld zodat we geen wissel problemen hebben als we de grens via kleine wegen passeren.

Bij de pauze in Postel, waar de abdij een toeristische trekpleister vormt, beseffen we dat Sint-Truiden wel erg ver is. Daarom veranderen we bij het Schelde-Maaskanaal van richting en buigen af naar het oosten. In Budelschoot zit een mooie, kleine camping.

Met de wind in de rug fietsen we licht en makkelijk over het fietspad langs het kanaal. De hoeveelheid regen valt eigenlijk mee en we krijgen er weer zin in.

In Hamont doen we boodschappen bij een supermarkt. Er naast zit een "winkel" waar je 24-uur per dag terecht kunt. Uit een automaat haal je: vlees, groente, fruit, gebak, brood, zuivel, sigaretten. drank enz.

Vlak over de grens in Budelschoot zit camping "De Schildpad" in de boomgaard achter een woonhuis. Het is een schitterend klein terrein en we zijn de enige gasten. Via moestuin, kinderboerderij, speeltuin en langs de vijver met schildpadden lopen we naar het huis waar we gebruik maken van de badkamer van de eigenaar. Zelf zou ik het een aanslag vinden op mijn privacy.

Ik ben moe en blij dat we er zijn en hoop optimistisch dat mijn conditie weer snel op peil komt.

 

Grensoverschrijdend naar Noorbeek

Bij Hamont steken we de grens over en volgen de Zuid-Willemsvaart. Onder schaduwrijke bomen en langs bloeiende bermen rijden we naar het zuiden en komen zo terecht in hartje Maastricht. Het ene moment fiets je nog in de natuur tussen loslopende paarden en even later zit je op de Grote Markt. Bij bakker Bart kopen we lekkere broodjes. Truus weet dat het goed is want ze heeft, opofferingsgezind als ze is, vorig weekend nog veldwerk verricht met Marjolein.

Langs de Maas rijden we verder naar het zuiden, maar raken het spoor bijster en missen de pont bij Ternaaien (Lanaye). Dit komt omdat we dachten de Maas al over te zijn, maar dat was het Albertkanaal. Met een omweg komen we in 's-Gravenvoeren (Fouron-le-Comte) waar we de weg naar Noorbeek vragen. Volgens onze kaart loopt er een weggetje naar toe. De belgen denken daar anders over en wijzen naar wegen die ver omleiden. Daar zitten we aan het eind van de dag niet op te wachten! Uiteindelijk wijst een vrouw ons de goede weg: derde links en dan rechts. De weg loopt over privé terrein en is niet toegankelijk voor auto's. Als een groot hek de weg verspert schrikken we even, maar gelukkig kun je er met de fiets langs en over een hobbelige, onverharde weg rijden we naar Noorbeek. Zo steken we vandaag 4 keer de grens over tussen Nederland en België.

 

Kampeerboerderij de Peul Hoeve in Noorbeek

De hoeve ligt op een heuveltop en is een grote carré-vormige boerderij met een binnenplaats. Delen van het gebouw worden gebruikt door groepen kinderen, maar wij staan rustig op het grasveld achter het gebouw. Vanuit de tent hebben we een wijds uitzicht over de omgeving en het wordt zelfs aangenaam als de zon doorbreekt. Dit is een goed moment om de vooras van de fiets van Truus bij te stellen. Er zit speling in het voorwiel en ze heeft het gevoel dat ze over de weg zwabbert.

Terwijl ik bezig ben komt een groep van ca. 30 kinderen van 12-13 jaar het terrein op fietsen. De "meester" heeft de klas goed in de hand en buldert ze met een belgische tongval toe toe ("houd je waffel"), maar het werkt wel. Nadat hij de gedragsregels heeft uitgelegd deelt hij pakjes sigaretten uit. Voor het slapen moeten ze die weer bij hem inleveren.

Uit de materialenbus komen tafels en stoelen en ze eten in de open lucht. Het wordt al vlug donker en ze halen de onderkomens uit de bus. Iedereen krijgt een stuk plastic waar ze en deken opleggen met daarbovenop de slaapzak. Er overheen komt een tentje gemaakt van twee leger regencape's. Gelukkig voor hen regent het die nacht niet en gaat de wind liggen.

Een SVR-camping in Beho

Na het ontbijt in de zon stappen we vol goede moed op. Volgens ons ligt de regenzone ten noorden van Maastricht en gaan wij nu genieten van een heerlijke zomerse vakantie.

Voor de laatste keer passeren we de nederlands-belgische grens en fietsen over rustige heuvels, door bossen en dorpjes. Het klimwerk is goed te doen, al zit er af en toe een pittige helling tussen. Over het algemeen volgen we de op de kaart met groen aangegeven wegen, die landschappelijk mooi zijn.

Op de oever van een rivier eten we broodjes en ik voel hoe koud het is. Door het stil zitten verkleum ik tot op het bot en ben blij als we verder fietsen. Tot Vielsalm blijft het droog, maar dan gaat het regenen. Daarom nemen we de drukke, maar vlakke weg naar Beho.

Moe, nat en verkleumd komen we in Beho op de SVR-camping. Over een slingerpad lopen we met de fiets naar boven waar ze op de helling plaatsen hebben gemaakt voor tenten en caravans. Haastig zetten we de tent op en na een warme douche gaan we koken. Dat doen we door af en toe vanuit de tent snel te roeren in de pan die buiten op de brander staat. Het geheel staat in de stromende regen en ons vakantiegevoel ebt verder weg. Doen we dit voor onze lol?

 

Een kleurrijke lucht

De lucht bestaat uit vele kleuren: lichtgrijs, muisgrijs, donkergrijs, olifantengrijs en nog meer grijs. Uit alle bewolking valt regen en we pakken snel in als er een korte regenstilte valt.

Over de drukke N68 rijden we Luxemburg binnen. Deze weg loopt op een hoogte van 500m over een heuvelrug en fietst makkelijk. Om de drukte en de hard rijdende auto's te vermijden nemen we de afslag naar rivier de Our. Het is een lange steile afdaling van 275m. Voorzichtig dalen we over de door de regen gladde weg, want de remmen werken niet goed. Bij de rivier steken we de grens over naar Duitsland, waar we koffie drinken met een stuk pizza. We blijven binnen tot we droog en warm zijn en kijken ondertussen triest naar de regen.

De weg slingert langs de Our naar Vianden. Links kijken we naar de rivier en rechts bevinden zich beboste hellingen waar het water in stromen naar beneden komt.

In Vianden kijken we elkaar aan: we zijn moe, nat en koud. De lucht bestaat nog steeds uit alle tinten grijs en de regen valt op ons neer. Pauzeren en dan verder of stoppen we er mee? We kiezen voor het laatste, ook al knaagt het dat we vandaag maar 50km gereden hebben.

Vianden is een nederlandse toeristenplaats en dat vind je terug in de namen van hotels. We nemen een kamer in hotel Berg en Dal, schuin tegenover het Hof van Holland. De fietsen zetten we in de garage onder het gebouw en daar is ook ruimte om de natte tent uit te hangen.

Na een wandeling door het stadje genieten we van het toeristen menu. Op zulke momenten zijn we met weinig tevreden. De weersberichten voorspellen niet veel goeds: veel regen en wind en temperaturen van 12 C. De eerste dagen is geen verbetering te verwachten in Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk.


Rustdag in Vianden

De weersvoorspellingen kloppen exact en daarom hebben we geen zin om te vertrekken. We zijn moe en dat is merkbaar aan ons humeur. Daarom boeken we een dag bij en kruipen weer onder de wol.

Tegen de middag klaart het op en maken we een korte wandeling langs de rivier. Het gras en de bloemen op het pad reiken tot kniehoogte en maken onze broekspijpen nat. Als regen en hagel elkaar afwisselen keren we om en drinken een pilsje op het overdekte, verwarmde terras naast de brug. Op de weg zien we twee fietsers op de helling naar boven rijden. We bewonderen ze dat ze het in dit weer volhouden!

Even later komen ze echter ook binnen en schuiven bij ons aan. Ze hebben de fietsen bij de jeugdherberg gezet en vinden het wel best. Ze komen uit Alkmaar en maken een fietstocht van Nederland naar Luxemburg en gaan via Moezel en Rijn terug. We wisselen fietservaringen uit en die zijn heel herkenbaar.

In de warme garage stel ik de remmen en het voorwiel van Truus bij. Ze zwabbert nog steeds over de weg en bij afdalingen is dat gevaarlijk.

 

Een wereldvreemd echtpaar

Tot onze verwondering en blijdschap is het 's ochtends droog en vol goede moed gaan we op weg. We volgen de Our tot het Müllerthal waar we de Ernz Noire volgen. Het is een fraaie route onder beukenbomen en de rotsen naast de weg zijn groot, rond en afgesleten.

In een weiland zit een roofvogel op de grond; een havik? Als we stoppen vliegt hij op en gaat naast een soortgenoot op het hek zitten.

Ma Campagne, de camping van Weiler-la-Tour, ligt op een heuvel. Door de vele regen is zelfs het schuin aflopende terrein drassig en we zoeken het minst natte plekje op. We zijn op dat moment, naast enkele stacaravans, de enige gasten. Tot onze verbazing breekt de zon door en loopt de temperatuur op tot 25 C. Reden genoeg om een lekker pilsje te drinken.

Een ouder echtpaar komt de camping op en zet hun tent naast ons neer. Veel spullen hebben ze niet bij zich. Ze kamperen in een tentje dat je aan kinderen geeft om bij huis in te spelen en hebben een paar dekens. Op de stoelen van een caravan eten ze brood en kijken vrolijk en vriendelijk naar ons. Ze zien er wereldvreemd uit en we speculeren dat ze ontsnapt zijn uit een bejaardenhuis. De man komt voor een praatje en vertelt dat ze uit IJsland komen. Na Zweden en Denemarken gaan ze de rest van Europa bekijken en ze hebben de tijd aan zich zelf.

 

Étang de la Tensch

We volgen de grens naar Schengen, waar we zonder kontrole Duitsland binnen fietsen. Meteen slaan we af naar het zuiden, zodat we een paar minuten later in Frankrijk zitten. Ook naar ons gevoel steken we hiermee weer een grens over en verwachten beter weer. Je moet optimistisch blijven.

Onderweg zijn de dorpen en het lijkt een leegloop van het boerenland (platteland correspondeert niet met de hellingen) en een trek naar de stad.

We nemen kleine wegen en op onze kaart staan geen pijlen, maar de hellingen zitten er wel. Na de zoveelste zijn we toe aan koffie en stoppen bij een restaurant. Alles staat klaar voor de lunch en we verwachten dat we er terecht kunnen, maar dat is niet zo: het is een restaurant! Verbaast fietsen we verder en kopen gebak bij een bakker en eten het zonder koffie. Hierna begint het te regenen en dat blijft zo tot we afdalen naar Morhange. Daar vragen we de weg naar een camping en ze wijzen ons de weg naar het station. Hiervoor moeten we wel de helling weer op.

Vlak bij het station wijst een bord ons de richting naar de camping, maar we vinden er geen. We rijden even door en nog even door en vragen ons af wat we moeten doen. Terug of doorrijden, want er staat weer een nieuw bord naar een camping. Terug willen we niet, dus rijden we door en na 16km komen we bij Étang de la Tensch. Deze camping ligt aan een stuwmeer, waar vakantiehuisjes een dorp vormen. Het terrein is drassig, zodat we op een stuk gravel gaan staan. Minpunt zijn de vele slakken en ik verwijder die in een straal van 3m van de tent. Na nummer 50 raak ik de tel kwijt. Douchen is gratis, maar helaas zitten ze op zondag dicht (en dat is het vandaag). Truus klaagt er over en even later kunnen we douchen.

De regen is opgehouden, maar we gaan toch uit eten in het restaurant. Hier zijn we samen met een andere nederlandse fietser, die twee plekjes verder staat, de enige gasten. De streeksalade met stukjes spek smaakt heerlijk.

Als ik 's avonds de rits van de tent dicht trek gaat die stuk. Met veiligheidsspelden sluiten we provisorisch de tent.

 

Col du Donon

De weg naar Sarrebourg loopt dwars op de heuvels en de wind hebben we tegen. Het is echter droog en een ooievaar die rondjes in de lucht draait vergoedt veel. Even verder zoekt er een in een nat weiland naar eten en daarboven zweven roofvogels op zoek naar prooi.

In Sarrebourg zoeken we de weg naar Col du Donon, maar dat staat niet goed aangegeven. Daarom volgen we een stuk snelweg, waarbij de auto's langs ons heen vliegen.

De beklimming van de col begint rustig. Langzaam klimmen we omhoog en stoppen af en toe. Dan wordt de weg over de beboste hellingen met veel varens steeds steiler en denk ik dat mijn hoogtemeter stuk is. We stijgen 50m per kilometer en zitten al hoger dan de top? Dan ziet Truus op de kaart dat de pas niet op het hoogste punt zit maar lager. Op de top kijken we bij het oorlogsmonument naar de omgeving. Eigenlijk ziet het weer er niet eens slecht uit, al blijft het koud.

Na Le Donon storten we ons naar beneden en dalen in 4 kilometer 300m en vervolgen de weg naar Celles sur Plaine. Daar zit een mooie camping met ruime plekken langs een riviertje. Een heerlijke camping voor kinderen en uitgangspunt voor tochten in de omgeving. We vinden deze camping zo leuk, omdat de zon schijnt als we aankomen. Truus repareert de rits, zodat we niet bang meer zijn voor lekkage.

 

Een camping-haas

Na Raon l'Etappe beklimmen we de col de la Chipotte, een vriendelijke helling met op de top een begraafplaats uit de 1e wereldoorlog.

Bij Rambervillers volgen we een riviertje naar Bruyères. De weg blijft stijgen tussen de weilanden en tot onze verwondering zitten we even later hoger dan op de Chipotte. In Bruyères eten we een grote hamburger en dalen daarna af naar de Moezel. Bij Jarménil nemen we de vlakke, rustige weg naar Remiremont. Onderweg breekt de zon door en het blijft droog. De temperatuur blijft echter laag door de koude wind.

Op zoek naar de weg naar Plombières stuiten we overal op de snelwegen. Uiteindelijk gaan we via een fabrieksterrein de goede kant op. Als we buiten de stad langs een camping rijden begint het te regenen en dat is voor ons het sein om te stoppen.

Het is een leuke, kleine SVR-camping met goede voorzieningen en een mooi uitzicht. De eigenaresse vertelt dat er morgen een groep fietsers uit Nederland komt en brengt even later een folder van OAD-reizen.

Na de bui zetten we de tent op en tot onze verbazing gaat de wind liggen, trekt de lucht open en loopt de temperatuur op. Hierdoor genieten we van een onverwacht zomers moment. Een camping-haas denkt er ook zo over en scharrelt rustig rond. Bij onverwachte geluiden drukt hij zich plat op de grond.

Doordat het een SVR-camping is komen er nog meer nederlanders. Voor ze een plaats zoeken bestuderen ze eerst de prijslijst om zeker te weten dat ze niet teveel betalen. Ook uit het feit dat ze warm water tappen voor de koffie (dat scheelt gas) blijkt dat ze prijsbewust zijn. We onthouden ze een gouden tip: met een elektrische dompelaar verbruik je nog minder gas.

 

Le chemin verre

Rustig klimmen we over de hoogvlakte naar Plombières en in het stadje dalen we naar de Augronne, een schilderachtige rivier door de overhangende bomen.

In Vesoul eten we voor de afwisseling eens bij McDonald en winkelen in de hypermarché. In de "slapende" dorpen kunnen we vaak geen koffie krijgen en daarom kopen we een thermoskan.

Vanaf Vesoul fietsen we over een oude spoorlijn, le chemin verre. Het fietspad loopt door bossen en is uitgehakt in de rotsen. De bermen vormen een uitbundige bloemenzee. Buiten enkele wandelaars en een fietser hebben we het pad voor ons alleen. Halverwege heeft de wind een grote boom omgeblazen die ons de doorgang verspert en daarom ploeteren we met de fietsen door het bos.

Uiteindelijk komen we na 36km weer bij een grote weg en daar staat tot onze verbazing een bord met de afstand naar Vesoul: 17km. Het is een leuke route, maar wel erg om.

De camping in Rioz is een doorgangscamping. Een tiental nederlandse caravans zijn net aangekomen en de mensen zijn druk in de weer om ze waterpas te zetten. Wij zoeken een rustig plekje op de schuine helling.

Na het eten bestuderen we de rest van de route. Na enig rekenwerk komen we tot de conclusie dat we het nog op tijd halen. In de eerste week hebben we veel tijd verloren en nu hebben we geen rustdag meer tot Narbonne. Dat valt ons wel tegen!


Duwen naar boven

De Doubs is een rustige rivier en tevreden over de vlakke route drinken we, in de regen, koffie uit de thermoskan. Op de andere oever klimt de N83 steil naar boven en we zijn blij dat te missen, maar in Aveney moeten wij er ook aan geloven. Zelfs auto's hebben moeite met de zeer steile helling. We stappen al snel af en duwen de fietsen, met moeite, naar boven.

Bij de eerste gelegenheid verlaten we de drukke weg, maar dat betekent klimmen en dalen over de weg die dwars op de heuvelruggen loopt. Zo komen we uitgeput, nat, koud en hongerig in Salins-les-Bains. In een café eten we omelet met brood en koffie. De serveerster verbaast zich over de hoeveelheid brood die we wegwerken.

Aangesterkt fietsen we naar Champagnole. Het is niet zo heel ver en dat moet vandaag nog lukken. De weg stijgt en dat hadden we ook verwacht, maar er komt geen eind aan. Truus vraagt wanneer we boven zijn, want we zitten al zo hoog. We gaan toch niet naar 600m? Dat verwacht ik niet, maar het worden er 623. Daarna rekenen we op een afdaling, maar die komt ook niet, want we fietsen op een plateau.

De hele dag heeft het geregend, maar nu klaart het op en in Champagnole doen we boodschappen voor het avondeten. We gaan uit eten als het regent bij aankomst.

 

Chavannes sur Suran

Het regent bij vertrek en er hangt een laag wolkendek over de camping. Mistroostig gaan we op weg. Dit wordt weer een slechte dag.

In Doucier kopen we een krant en gebak. We hebben ruim keus uit nederlandse lectuur: Volkskrant, AD, Telegraaf, Panorama en Libelle. Een man kijkt op mijn kilometerteller en trekt de conclusie dat we uit Nederland komen, want hij heeft er ongeveer net zoveel opzitten. Hij brengt de fiets van zijn dochter naar de Pyreneeën. Ze is daar op vakantie en wil er fietsen. Hij is met de VUT, heeft tijd genoeg en meteen een doel. Hij slaapt bij boeren in het stro en af en toe op een camping om zich te douchen.

De Ain stroomt met geweld onder brug door in Pont-de-Poitte en in een bushokje eten we het gebak op. We wilden eerder stoppen, maar dat was onmogelijk door de regen. Kort na de stop klaart het op en trekt de lucht open. Eindelijk fietsen we eens lekker in de zon. Zo hadden we ons dat voorgesteld!

Ontspannen rijden we door een vallei. Aan beide zijden ligt een beboste heuvelrug en daar tussen weilanden. Een roofvogel ter grootte van een buizerd stort zich op een prooi. Hij grijpt mis, maar wordt onmiddellijk achtervolgd door kraaien die hopen dat hij een eventuele prooi laat vallen.

De camping in Chavannes sur Suran ligt aan de rivier. In verband met overstromingsgevaar staat de evacuatieroute aangegeven. Niet dat je veel keus hebt, want er is maar 1 pad.

In de zon zetten we de tent op en de heg gebruiken we om de slaapzak te luchten. Ik geef de fietsen een beurt en Truus doet boodschappen. We reken op een mooie avond, maar tijdens het koken begint het al weer te regenen. Volgens de beheerder wordt het morgen beter, maar dat zeggen ze altijd.


Een klapband

Slakken schuilen voor de regen in de tent. Overal zitten ze op en in, terwijl ik ze gisteren nog rond de tent heb verwijderd. Langzaam pakken we in en uiteindelijk vetrekken we in de regen. Bij de ingang van de camping zetten mannen een feesttent op, maar enthousiast zijn ze nog niet. Dat komt wel als ze een slokje nemen tegen de kou. Ook in andere dorpen zetten ze tenten op voor de voorjaarsfeesten met vuurwerk en vreugdevuren.

Even wordt de regen minder en vlug kopen we gebak voor bij de koffie. Vergeefs wachten we daarna op de opklaring, zodat we weer een bushokje opzoeken.

In Meximieux zien we voor het eerst blauwe lucht en optimistisch winkelen we in de supermarkt. Als we buiten komen stortregent het en we eten de broodjes staande onder het afdak. We balen steeds meer van de regen en denken al aan een hotel, maar uiteindelijk wordt het in Haut Bonce droog. We rijden het dorpje een paar keer rond voor we de weg vinden. Truus klaagt weer over een "instabiel" wiel. Dit doet ze al de hele vakantie, alleen is het nu het achterwiel. Ik ruk eens aan het wiel, maar er zit geen speling in de as. Er zit ook geen slag in het wiel, maar dan zie ik de oorzaak: de binnenband puilt als een opgeblazen ballon door de wang van de buitenband. Voor ik hem leeg kan laten lopen knalt hij uit elkaar. Hoe kan dat nu, die band zit er pas 1200km op?

Gelukkig is het droog, zodat het vervangen van de band niet lang in beslag neemt. Terwijl we bezig zijn komen brandweermannen naar ons toe. We zagen ze al met broden langs de deur gaan en willen er ook wel 1 kopen voor het goede doel. Dat hoeft echter niet want het is een gift. Van dat brood worden we sterk!

Vlak bij de camping twijfelen we weer door de donkere wolken: kamperen of een hotel? We gaan eerst uit eten en dan zien we verder. Het grill restaurant zit tegenover het Formule 1 hotel, waar je goedkoop kunt overnachten. Nieuwe gasten van het hotel zijn bang dat ze 's nachts hun aanhanger met boot stelen en zetten de aanhanger met hun auto klem. We lachen er om, want je kunt hem zo achter een auto haken en wegrijden. Als ze maar een veilig gevoel hebben.

De bui drijft over en we gaan naar de camping waar we achter de boerderij tussen de stacaravans staan. Het is er een zooitje en het sanitair is goor. Later begrijpen we hoe dat komt: de boerin strooit wat poeder in het rond en spuit het in een paar seconden weg met water. Zo is ze vlug klaar met de schoonmaak. Ondertussen blijft het wel droog en de temperatuur stijgt zelfs naar 16 C.

 

Een kapotte rem

In Heyrieux doen we meteen de boodschappen, want je weet nooit of er verder nog winkels open zijn. Het is namelijk zondag. Truus vraagt me naar haar achterrem te kijken, want die doet het niet. Dat klopt, want het kabeltje zit los in de handrem en ik denk dat er iets met de rem zelf is, want het kabeltje is niet gebroken. Voor reparatie heb ik dan meer gereedschap en waarschijnlijk ook onderdelen nodig. Alles zit dicht zodat we voorzichtig verder fietsen.

De weg loopt vandaag recht op de heuvelruggen, zodat we steeds naar 4 à 500m stijgen en dan weer dalen naar 2 à 300m. Gelukkig zijn we ondertussen wel wat gewend.

Bij een van de klimmen zie ik een hert langs de weg en even verder staat er een in het bouwland. Truus die een stukje achter me naar boven klimt mist ze beiden tot haar ongenoegen, want als ik stop rennen de herten hard weg.

Onderweg vieren ze in veel dorpjes feest en langs de weg staan kramen waar ze abrikozen en perziken verkopen.

In vergelijking met de andere dagen is het vandaag goed weer. Regelmatig schijnt de zon tussen de wolken en dan is het lekker. De wind is koud, maar we hebben hem achter zodat het een makkelijke fietsdag is.

De camping van Romans zit ver buiten het centrum en ligt naast het sportvliegtuigenveld. Ze geven ons een plek naast de landingsbaan en met uitzicht op de vliegtuigen, maar wij willen een rustige, schaduwrijke plek aan de andere kant van de camping. Van de sportvliegtuigen hebben we daar geen last.


Reparatie van de achterrem

Bij het toeristenburo van Romans informeren we naar een fietsenmaker. De man belt naar verschillende adressen, maar ze zitten allemaal dicht op maandag. Een man vraagt ons om even te wachten: dan rijdt hij op zijn fiets naar een fietsenmaker waar we waarschijnlijk wel terecht kunnen. Als hij na 20 minuten terug komt was zijn zoektocht vergeefs, maar hij weet nog een ander adres. We moeten achter hem aan fietsen en dan komt het wel in orde, maar ook deze fietsenmaker zit dicht. Dan volgen we hem naar een garage. Daar kunnen we gereedschap gebruiken en proberen het zelf op te lossen. Bij de garage krijgen we alle medewerking en we hebben geluk. Het kabeltje is kapot en niet de rem zelf. Met een reserve kabeltje hebben we het probleem vlug opgelost.

De tijd die we verloren hebben met het zoeken naar een fietsenmaker en de reparatie halen we vlug in. Door de harde rugwind vliegen we zonder inspanning met een snelheid van boven de 30km over de vlakke weg. Gelukkig hebben we deze wind niet tegen, maar onderhand mag het weer ook wel eens mee zitten.

In Montélimar vragen we bij de slager een grote steak. Vriendelijk snijdt de vrouw een lap af, kijkt er naar en legt hem opzij. Dan snijdt ze een tweede af. De eerste is scheef, maar de tweede keurig recht. Tot onze verbazing pakt ze echter beide lappen in en dat is erg veel. Wij kijken elkaar aan en de vrouw ziet onze twijfels. Dan vinden we dat we veel honger hebben en zeggen dat het goed is. Die avond bestaat de maaltijd enkel uit vlees.

De camping ligt midden in de stad aan een riviertje. Als je niet beter wist zou je danken dat je buiten de stad zat. In de aangename zon vervang ik de vouwband door een band die we onderweg gekocht hebben. Nu hebben we weer een reserveband bij ons.

 

Ruoms in de Ardèche

Eindelijk is het eens lekker weer en we hebben geen haast om te vertrekken. Belangstellend kijken we om ons heen. Een gezin kampeert met een jonge hond die nadrukkelijk om aandacht vraagt. Het ene moment negeren ze hem totaal, maar daarna gaan ze weer in op zijn geblaf. Zo krijg je een vervelende hond, maar de kinderen gedragen zich ook vervelend. Het past bij hen.

Een jongen slaapt in een piepklein tentje. Hij kan er net in en zijn bagage staat buiten. Hoe houdt hij het uit?

Een nederlandse auto rijdt de camping op en ze zetten de tent op. Zouden die de hele nacht hebben doorgereden? Dat doe je toch niet meer als weldenkend mens?

Als we de Rhône over zijn stijgt de weg. Truus klimt gestaag naar boven en ik volg zwetend. In 2 dagen is de temperatuur meer dan 15 C gestegen en daardoor krijg ik "dikke benen". Al kan Truus altijd beter uit de voeten op lange, niet te steile hellingen.

Ruoms is een gezellig toeristen stadje. In het voorseizoen is het nog niet zo druk. De zon brandt op ons neer zodat we een rustige schaduwrijke camping zoeken: L'Ombrage. Deze ligt in een bos op een heuveltop.

's Avonds lopen we in het dorp langs de winkels. Overal worden kajaktochten met grote borden aangeprezen en we bestuderen de kaart nog eens. In 3 dagen kunnen we naar Narbonne rijden, zodat we twee dagen hier kunnen blijven. Morgen fietsen we langs de Ardèche en overmorgen gaan we kajakken. Eindelijk valt het eens mee!

 

De druipsteengrot van Saint-Marcel

We zijn al helemaal gewend aan het zomerse weer en zonder jas fietsen we van de camping. Een foto van de Pont d'Arc staat op iedere ansichtkaart uit de Ardèche. De rivier stroomt onder de hoge rotsboog en vormt zo een fraai plaatje. We lopen naar de voet en zien de vele boten langs varen. Ik tel ze en schat dat er iedere 30 seconde een boot onder door vaart.

We verwachten langs de "gorge" te rijden, maar dat klopt niet. Na de Pont d'Arc stijgt de weg 200m naar een plateau en kijken we neer op de rivier. De weg golft over het plateau, zodat we van de ene top naar de andere rijden. We zijn blij dat we deze weg zonder bagage fietsen.

Na de lunch bezoeken we de grotten van Saint-Marcel. Door een lange tunnel lopen we schuin naar beneden en dalen af langs een ijzeren trap. Slechts een deel van het uitgebreide gangenstelsel is toegankelijk voor bezoek, maar hier zitten bijzondere druipsteenformaties in de kleuren wit (kalk), rood (ijzer) en zwart (mangaan). Er wordt vooral gewerkt met wit licht om de natuurlijke kleuren tot hun recht te laten komen. De grotten dragen imposante namen: Fontaine de la Vierge waar je met veel fantasie de maagd maria met kind ontdekt in de druipsteenformatie, Salle de Rois met een ronde tafel en scepter en La Cathédrale met zijn hoge gewelf en lange buizen die aan orgelpijpen doen denken. Heel bijzonder is de waterval waarbij het water van bekken naar bekken stroomt. Het water is verzadigd met kalk en zet steeds nieuwe laagjes af op de randen, waardoor de bekkens nog dieper worden. Als de gids aan de lichtknop draait veranderen de kleuren in rood, groen, blauw en gelukkig weer wit. We krijgen de rondleiding samen met een groep kinderen die op kamp zijn. In Frankrijk zijn kinderkampen nog heel gebruikelijk want op campings en bij bezienswaardigheden komen we deze groepen tegen. Het valt steeds weer op hoe gedisciplineerd ze zich gedragen.

Na de koele grotten valt de hitte buiten weer op ons neer. Vlug stappen we op de fiets om afkoeling te krijgen van de wind.

 

Met de kajak van Vogüé naar Ruoms

De rivier wordt druk bevaren na de Pont d'Arc. Daarom hebben wij gekozen voor het traject Vogüé-Ruoms gekozen. Minder spectaculair, maar veel rustiger.

Een busje brengt ons naar het startpunt waar we peddels, zwemvesten, een waterdichte ton en een kajak krijgen. We mogen er de hele dag over doen om in Ruoms te komen. Eten en spullen die droog moeten blijven stoppen we in de ton en vertrekken gelijk met de 10 anderen. Al vlug zorgt iedereen er voor dat we een stuk uit elkaar varen.

Bij de eerste, kleine stroomversnellingen sturen we de kajak onwennig door de vaargeul, maar al snel hebben we de slag te pakken. Omslaan kan niet met deze stabiele kajak.

Bij een dam is een speciale vaargeul voor de kano's. Met een flinke vaart duiken we met de punt van de boot naar beneden waar we omslaan in de golven. Waarom blijven alle andere boten wel overeind en wij niet?

Gelukkig is het ondiep en we trekken de kajak naar de kant waar we hem leeg laten lopen. Bij de volgende stroomversnelling zijn we voorzichtiger; je kunt omslaan.

De rivier slingert door uitgesleten dalen, waarbij de rotswanden soms loodrecht oprijzen. Het is daardoor afgesloten van de bewoonde wereld en dat geeft je het gevoel er alleen te zijn (even de andere kajakkers buiten beschouwing gelaten).

In totaal is het 4 uur varen naar Ruoms, maar we doen er de hele dag over. Ieder uur stoppen we om te eten, zonnen en zwemmen. Hierbij zoeken we steeds een plek waar geen andere mensen zitten.

 

Een ongeluk en een dronken jongen

Bij de fotograaf in Ruoms halen we een foto van ons in de kajak. Gisteren stond de fotograaf aan de oever en maakte van iedereen een foto bij een afdaling. Op de foto ziet het er woester uit dan het was.

De weg is vandaag, voor franse begrippen, vlak. Hierdoor schieten we vlug op. Na de picknick onder een schaduwrijke boom komen we langs een plek waar net een ongeluk is gebeurd. Waarschijnlijk heeft een auto bij het oprijden van de weg een motorrijder over het hoofd gezien. Deze heeft zich met volle vaart in de zijkant geboord en met een boog is de berijder via de voorruit gelanceerd. Hij ligt op de weg met een deken over zich heen, terwijl politiemensen wachten op de naderende ambulance. Door het vele bloed ziet het er ernstig uit.

In Laroque krijgen we een mooie plek onder de fruitbomen. Naast ons staan twee vrouwen en een man. Ze komen uit Zwitserland en fietsen met bagagekar en kinderen rond.

's Nachts word ik wakker van gestommel rond de tent. Iemand die moet plassen? Als het lang duurt ga ik kijken, want misschien zitten ze wel aan onze fietsen. Buiten zie ik vaag een figuur gehurkt bij de muur zitten. Zou het 1 van de vrouwen uit de tent naast ons zijn? Discreet kijk ik de andere kant op, maar als er geen beweging in komt vraag ik of er iets is. De gedaante staat op, zwaait op zijn benen en begint aan zijn broek te sjorren. Ik denk eerst dat hij hem ophijst, maar hij moet juist los. De jongen moet ontzettend nodig plassen en nog net op tijd lukt het hem om zijn broek los te maken. Wankelend draait hij rond en begint te sproeien. Hij is bezopen en beseft totaal niet meer waar hij is en wat hij doet. Daarom breng ik hem naar het toiletgebouw waar hij zich bij de kraan kan opfrissen. De volgende ochtend ziet hij er moe en beroerd uit.

 

Lamalou-les-Bains

We kunnen kiezen uit twee routes. De een loopt over een vlakke weg langs de rivier, maar is druk. De ander gaat over steile binnenwegen. We kiezen de laatste want die lijkt ons het mooist.

Het eerste deel loopt door de 'gorge de la vis' en dat doet zijn naam eer aan met de forellenvijvers. Langzaam klimmen we naar boven en net als we het gemakkelijk opvatten stijgen we 330m in 5km. De kale, schaars begroeide rotshelling is woest, imposant, natuurlijk en mooi.

Na een lange afdaling kopen we eten voor de lunch in Lodève en zoeken buiten de stad naar een rustige, schaduwrijke picknickplek. Voor we het beseffen zijn we echter al aan de volgende klim begonnen; 400m in 6km. Deze helling is steiler dan de vorige en bij een temperatuur van ver boven de 30C is het afzien. In etappes klimmen we naar boven en daar aangekomen zeggen we tegen elkaar dat het eigenlijk wel mee viel. Dat zeggen we altijd als we boven zijn, maar nooit onderweg.

De afdaling naar Lamalou-les-Bains is heerlijk en daar nemen we een camping aan de rivier waar we een frisse duik nemen om af te koelen. De camping ligt terrasvormig tegen een helling en biedt veel schaduw door de hoge bomen. Het toilet gebouw is behalve schoon ook mooi. Over stijl, vormgeving, materiaal en praktische bruikbaarheid is nagedacht. Het krijgt minstens het cijfer 9.

 

Naar Narbonne

Door de gorges de l'Orb rijden we langs de rivier richting Narbonne. De weg slingert door dorpjes en langs wijngaarden. We genieten dubbel omdat het de laatste fietsdag is. Het laatste stuk is minder interessant, maar als we bij de gemeentegrens stoppen om een foto te maken zijn we tevreden. We hebben het weer gehaald! Nu nog de camping zoeken en uitrusten.

Omdat we over een kleine weg de stad in rijden zien we geen borden van een camping. Op de plattegrond van de stad staat ook niets, zodat we informeren bij voorbijgangers. Niemand weet wat, maar ze wijzen ons de weg naar het toeristenburo. Helaas zit dat dicht en zoals vaak hangt er geen informatie over campings. Doelloos rijden we door de stad en komen dan langs een politieburo waar Truus de weg vraagt. Er is geen camping in de stad, maar wel 10km naar het zuiden in Rochegrise. Als we die kant oprijden zien we echter nog meer borden met campings en volgen we die. Deze gaan naar Étang de Bages et de Sigean. We hopen daar in het meer te kunnen zwemmen.

Er is nog plek voor ons op de grote internationale camping. Er worden veel aktiviteiten georganiseerd en zelfs in het nederlands aangekondigd. Onze plek zit aan de rand van het terrein en we boffen met de schaduw van enkele bomen. Voor de verkoeling zoeken we het zwembad op. Het lijkt of iedereen zich hier verzamelt, maar dat komt misschien omdat hij maar een paar uur in de middag open is. De laatste avond eten we in het restaurant op het terrein.

 

Met de slaaptrein naar Nederland

We pakken 's morgens in alle rust in, want we hoeven ons pas om 14.00 uur te melden op het treinstation. In Narbonne lopen we met de fiets aan de hand door het centrum. Alles is gesloten op deze 14e juli, behalve de markthallen waar ze veel vis en vlees verkopen. Bij McDonald eten we een hamburger en dan is het tijd om ons te melden bij de trein.

Hier sluiten we aan bij de rij auto's en wachten rustig af. Twee nederlanders vertellen dat je hier altijd moet rekenen op vertraging en geen haast moet hebben. Zij zijn ook van Nederland naar Narbonne gefietst en nemen dezelfde trein als wij.

Nadat we de fietsen hebben ingeleverd lopen we terug naar de stad. Omdat alle winkels dicht zitten gaan in het park onder de bomen zitten. Hier is het, midden in de warme stad, heerlijk koel.

Om 16.30 vertrekt de trein naar Nederland en stopt in de avond nog bij enkele stations om passagiers in te laten stappen.

Het eten krijg je hier net als in een vliegtuig geserveerd, je hebt alleen meer bewegingsvrijheid. We delen de coupé met de twee andere fietsers. Net als wij hoopten ze op rustig gezelschap. Als de conducteur de banken ombouwt tot bedden drinken Truus en ik wat in de restauratiewagen. Hier hebben we tussen de andere gasten even een moment van privacy. De trein rijdt nu non-stop naar Nederland waar we om 10.00 uur in Eindhoven aankomen en de stoptrein naar Culemborg nemen. Het is heerlijk weer en we fietsen het laatste stuk naar huis. Op de fiets rijden we zo onze straat in; van de andere kant zodat het net lijkt of we een rondje hebben gemaakt.

 

Route vakantie naar Frankrijk van 22-06 t/m 14-07-1997

Datum            Bestemming                          dag      gemiddeld       totaal

zo 22-6            Haaren                                    76        17,2                 76

ma 23-6           Budelschoot                            86        18,8                 162

di 24-6            Noorbeek                               88        17,8                 250

wo 25-6          Beho                                       104      16,4                 354

do 26-6           Vianden                                   52        19,1                 406

vr 27-6            rustdag

za 28-6            Weiler-la-Tour                        72        18,3                 478

zo 29-6            Étangs de la Tensh                   124      19,0                 602

ma 30-6           Celles-sur-Plaine                     106      17,0                 708

di 01-7            Remiremont                             86        17,7                 794

wo 02-7          Rioz                                        118      20,3                 912

do 03-7           Champagnole                          104      17,2                 1016

vr 04-7            Chavannes s. Suran                 92        20,8                 1108

za 05-7            Heyrieux                                  100      19,2                 1208

zo 06-7            Romans                                   90        18,6                 1298

ma 07-7           Montélimar                              93        21,6                 1390

di 08-7            Ruoms                                     54        19,3                 1444

wo 09-7          rondrit                                     87        18,8                 1531

do 10-7           Kajak op Ardeche

vr 11-7            Laroque                                  111      20,5                 1642

za 12-7            Lamalou Les Bains                  94        18,0                 1736

zo 13-7            Narbonne                                84        20,2                 1820

ma 14-7           station Narbonne                     17                               1837



[fietsvakanties] [duikvakanties] [Naar begin huidige pagina]