Reisverhaal door Ben Giesen (1999)

e-mail: bgiesen@caiway.nl

[duikvakanties] [fietsvakanties]



DUIKEN IN HURGHADA (RODE ZEE)



Na Bonaire hebben we geen vakantieplannen en mijn duikspullen worden in de talkpoeder opgeborgen. Op een mistroostige, natte, koude zaterdagochtend zien Truus en ik een aanbieding naar Hurghada met een prijs waarvoor je het niet kunt laten. Truus belt Jan en zegt dat ze een leuke aanbieding heeft gezien en wat hij daar van vindt. Jan denkt niet na en vraagt alleen: "wanneer?", om vervolgens met iedere datum akkoord te gaan. Hij vraagt dus niet hoeveel het kost en waar naar toe!

 

Vertrek op vrijdag 22-01

Om half 11 drinken we koffie met chocoladecake bij Jan en Gerda om vervolgens met twee auto's naar Brussel te rijden. Ondanks de mist rijden we er vlot naar toe en stallen de auto's op de parkeerplaats. In België regelen ze alles tot in de puntjes en daarom moeten de nodige papieren getekend worden. Daar staat in dat ze nergens verantwoordelijk voor zijnen vraag ik mij af waarom we parkeergeld betalen.

Het halen van de tickets en inchecken verloopt vlot. We hebben een vliegmaatschappij met een typisch Belgische naam: Lotus Air.

In de winkel op de luchthaven verkopen ze veel malt-whisky's maar die vinden we voor de heenreis te duur. Dus wordt het Famous Grouse, een blend met karakter. Het restaurant zit boven, maar de naam suggereert meer dan het is. Je kunt aan een bar wat eten. In de zelfbediening staan lekkere, grote salades en daar eten we er allemaal een van op.

Het vliegtuig heeft een kleine vertraging, maar voor ons is dat niets. De organisatie is op zijn Belgisch (of Egyptisch?), want op onze stoelen zitten duitsers die nog naar München moeten. Ze zijn chagrijnig, mopperen dat het niet goed geregeld is, dat ze moe zijn enz. Wij laten ze rustig zitten en schuiven een paar rijen naar voren. De man windt zich zo op dat hij vast op jonge leeftijd een hartaanval krijgt. Later kaart hij met zijn vrouw en ik zie dat hij daar ook geen verstand van heeft.

Het is een goedkope vlucht en dat merk je aan de trage bediening en het verpieterde eten; eigen schuld! Door een vlotte vlucht lopen we de vertraging weer in en om half 12 's avonds landen we in Hurghada. Bij de bagageband staan karretjes en Gerda en ik willen er een pakken. Daar moeten we voor betalen en ik trek zo'n vies gezicht dat Truus in de lach schiet. Jan trekt zijn portemonnee en geeft wat egyptische ponden. De mannen willen meer geld, maar Jan zegt, in het nederlands, dat het voldoende is voor 2 karretjes. Met de bagage lopen we naar buiten waar andere mannen het van ons over willen nemen,. Nu we voor de karren betaald hebben duwen we ze ook. Terwijl ik met lege handen loop, Truus duwt de kar terwijl ze hem meestal trekt, wil een man die met koffers sjouwt van mij een bakshis. Dit is gebruikelijk in islamitische landen als je iets voor een ander doet. Helaas doet hij niets voor mij!

Dezelfde man zet later onze koffers in de bus en dan heeft hij wel wat verdiend.

De bus rijdt naar het Hilton waar we een appartement naast het hotel hebben. Bij aankomst sturen ze ons allemaal naar het restaurant en halen de paspoorten en vouchers op. Terwijl wij eten regelt de reisorganisatie de kamers en visa en betalen we meteen de fooien voor de week. Zij regelen dat het verdeelt wordt.

Terwijl we helemaal geen honger hebben lopen we verschillende malen naar het buffet met salades, vlees, groente, brood ,veel toetjes en de grill met grote stukken vlees. Honger lijden we hier beslist niet!

Kruiers brengen onze koffers naar het appartement en wij lopen achter een gids aan. In het appartement moeten we even zoeken naar onze kamers want we veronderstellen dat we alle vier een kamer boven hebben. Jan en Gerda slapen echter beneden en hebben de beschikking over een grote huiskamer met keuken. Van die laatste gebruiken we alleen de koelkast. Tijdens het zoeken rammelen we aan alle deuren en maken een paar duitsers wakker die ook in ons trappenhuis zitten.

Om half 3 liggen we helemaal gaar in bed en zetten de wekker op 6 uur, want we willen geen duik missen!

 

Zaterdag 23-01

Vermoeid openen we de ogen als de wekker afloopt. Het is wel erg vroeg, maar de gedachte aan het duiken geeft energie. Snel pakken we alle spullen bij elkaar en gaan ontbijten in het hotel. Vanaf 6.30 uur kun je daar genieten van een uitgebreid ontbijtbuffet met omelet, pannenkoeken, fruit, diverse soorten brood(jes), yoghurt, vruchtensap, beleg enz.

Daarna vragen we bij de receptie naar de duikschool. Daar weten ze het ook niet, maar ze geven een paar telefoonnummers. Terug in het appartement bellen we die, maar er wordt niet opgenomen, zodat we met de spullen naar het hotel lopen.

Bij de receptie bellen ze ook vergeefs voor ons en dan sturen ze ons naar het strand. Gerda en ik gaan op verkenning uit, terwijl Jan en Truus achter blijven, want dadelijk lopen we voor niets met de spullen te slepen.

In de zon lopen we langs het zwembad en door de groene tuin naar het strand, waar de duikschool gevestigd is in een groot vierkant gebouw. Op het terras vullen mensen formulieren in, want het is ook hun eerste duikdag. Nadat we de anderen opgehaald hebben vullen wij ook onze gegevens in en krijgen uitleg over de regels en gewoonten. De man wil incognito blijven want hij zet zijn reflecterende zonnebril niet af (of is hij gewoon onbeleefd?) Over de steiger lopen we naar de boot en zoeken een plek om de uitrusting in elkaar te zetten. Daarna moeten we de tassen beneden zetten zodat het dek niet vol ligt.

Tijdens de briefing, die binnen wordt gehouden, snuif ik dieseldampen op en voel de schommeling van de boot. Mijn lichaam schakelt meteen over naar alarmfase 1 en snel ga ik naar het toilet waar ik de inhoud van mijn darmen loos.

Bij Gota Abu Ramada ben ik blij dat ik in het water lig en laat het koele water mijn pak binnen stromen, zodat de benauwdheid afneemt. Na de afdaling zien we een zwemmende murene en dat geeft een goed gevoel aan het begin van een duik.

Rustig volgen we het rif en langzaam voel ik me beter in het frisse water. Toch heb ik geen zin om mijn pak dicht te ritsen, want dan neemt mijn benauwdheid toe.

Een paar duikers maken rare capriolen. De een duwt zijn buddy naar beneden naar de zandbodem. De fles is losgeschoten en dus verwacht ik dat ze zittend op het zand het probleem gaan oplossen.. Niets is minder waar want degene met de losse fles ziet zijn buddy niet en blijft door zwemmen. Zelf voel ik me niet lekker zodat ik Truus een seintje geef dat het bij die twee niet goed gaat, maar op hetzelfde moment schiet iemand anders te hulp. De twee maken deel uit van een grote groep met veel beginners.

Het is een leuke duik waarbij Truus toevallig tijdens het fotograferen de staart van een steenvis ziet. Hij ligt verborgen op het koraal, maar goed zichtbaar als je hem eenmaal ziet.

Het laatste stuk terug krijg ik het koud, begin te rillen en ben blij als ik aan boord klim. Terwijl ik de spullen uit elkaar haal voel ik me steeds beroerder en ga even zitten. Met ongecontroleerde spiersamentrekkingen probeert mijn lichaam zich op te warmen, maar in het natte pak koel ik alleen maar af. Vlug zorgen de anderen dat ik mij uitkleed, afdroog en kleding aantrek. Hishma, de instructeur, geeft me zijn jack en brengt warme thee. Even later krijg ik in de zon weer wat kleur, maar blijf me beroerd voelen. Met veel moeite eet ik als maaltijd een stukje brood. Vanochtend heb wel een homeopathisch pilletje tegen reisziekte ingenomen, maar dat helpt niet goed. Daarom neem ik nu een vertrouwde prima-tour.

De tweede duik zie ik niet zitten, dus blijf ik met de bemanning aan boord en wacht tot de anderen weer boven komen. Gelukkig hebben ze niets spectaculairs gezien. Dat maakt het minder erg. Het koraal valt trouwens tegen, veel is beschadigd ondanks de maatregelen van de laatste jaren.

We drinken een après-duik op het terras bij de duikschool, maar daar is het koud door de wind. Hishma praat er met een engelsman die een onderwaterhuis voor een spiegelreflexcamera heeft. Het is niet goedkoop, maar hij vindt het de investering waard.

In het hotel kunnen we kiezen uit 2 restaurants. Beneden zit een italiaans restaurant en boven is er een visbuffet. We kiezen voor het laatste en genieten van vissoep, vis (gekookt, gegrild en gebakken) en krab. Van de laatste trek je het schild los, zodat je bij het zachte vlees kunt. De kleine stukjes smaken prima, maar het is veel moeite voor weinig.

 

Zondag 24-01

Deze ochtend voelen we ons veel beter, ik in ieder geval, en na het ontbijt lopen we naar de steiger waar we onze spullen uit de opslagruimte halen. Dat is makkelijk want dan hoef je er niet het hele eind mee te sjouwen. Je kunt het ook aan boord laten, maar dat is op eigen risico en er is geen bewaking.

We hebben tijd genoeg om onze spullen klaar te zetten, want een aantal mensen laat op zich wachten. Er komen nog een paar japanners, italianen en een duitser,

Uiteindelijk zetten we om 9.00 uur koers naar Bananareef. De zuidzijde is zwaar beschadigd, maar ligt uit de stroming. Het leven concentreert zich rond een paar koraal eilanden waar we om en over heen zwemmen.

Tijdens de middagpauze laat de oudere italiaanse vrouw een oogje vallen op de duitser. In het begin vindt hij het leuk om aanspraak te hebben, maar al vlug sluit hij zijn ogen en doet alsof hij van de zon geniet.

De volgende duik is op Egg of Sabina. Bij dit koraaleilandje zien we een zwemmende murene, een blauw gestippelde rog, een grote koffervis en een diklip baars.

Gerda heeft het koud in haar shorty en huurt daarom een volledig pak.

De après-duik nemen we ivm de koude wind in de hotellobby en bij de receptie vragen we hoe we naar de stad kunnen gaan. Er zijn drie mogelijkheden, maar de man vertelt er maar twee: de taxi kost 25 pond en een minibusje is 1 pond p.p. De derde mogelijkheid zal wel lopen zijn.

Het minibusje stopt al voor we hem aan kunnen houden en we zijn op weg naar de stad. Vol verbazing kijken we om ons heen, want de weg loopt langs 1 lange rij hotels. Toen we enkele jaren geleden hier waren was dat allemaal woestijn. In het centrum stappen we uit en Jan moet 10 pond betalen, de chauffeur ziet natuurlijk dat we hier nog niet lang zijn en vraagt daarom iets meer.

In de winkelstraat zijn we Jan kwijt en lopen daarom terug. Bij een kledingzaak zeggen we tegen elkaar dat we daar niet hoeven te kijken, want wat moet Jan daar zoeken. Binnen staat Jan met een grote grijns op zijn gezicht en een overgooier met buidel aan. Volgens Jan zit hij lekker warm en heeft hij meteen plek om spullen op te ruimen. Voor de vorm onderhandelt hij over de prijs en als trotse bezitter van een kangoeroe-jasje verlaat Jan het pand.

We hebben honger en kopen koekjes, vijgen, bananen (die Jan aan iedereen weg geeft), chips e.d. Gerda en Truus hebben het ook koud en kopen beiden een trui. Truus let niet op want de helft van de knopen zit er niet aan.

Overal verkopen ze zwarte, stenen beelden en we informeren naar de prijs. De man begint met een belachelijk hoog bedrag, maar zakt al vlug. De beelden zijn niet van steen, maar gemaakt van gemalen basalt en cement. Zo kunnen ze de beelden makkelijk gieten. De man vraagt mij om eens een bod te doen, maar als ik het bedrag noem moet ik maar vlug de winkel verlaten. Dat doen we, maar als we 10 meter weg zijn roept hij ons terug. We kunnen ze nu wel kopen, maar wij hebben geen interesse meer.

Op de terug weg is Jan wijzer en laat mij afrekenen. Ik geef 5 pond en zeg dat het goed is. Je moet op die momenten zorgen dat je met gepast geld betaald.

Vandaag eten we in het italiaanse restaurant. Er is een uitgebreid buffet, maar op bestelling maken ze ook pasta of pizza naar keuze. De toetjes bestaan uit taarten met veel chocola er op. Als je het te weinig vindt kun je er altijd nog extra chocoladesaus op doen. Het smaakt uitstekend, maar misschien speelt het tijdstip (half tien) ook mee. De bediening is uiterst correct en je krijgt niet de gelegenheid om zelf wijn of water in te schenken.

 

Maandag 25-01

Aan boord bevindt zich een stel dat we maar "making-love" noemen en de reden spreekt voor zich. Het zijn Jacqueline, een duitse, en Edgar, een dikke italiaan. Iedereen stoort zich aan hen en Hisham, de duikinstructeur die moslim is, zegt er wat van. Er is nog een verliefd stel aanwezig: Carlo d'Amore met zijn jonge vrouw. De oudere vrouw Paola hoort op de een of andere manier bij hen.

Het is een heerlijke dag: minder wind en daardoor minder koud. Bij de eerste duik bij Small Giftun ziet Gerda in de koraaltuin een krokodilvis. Jan is ook bij de tijd en vindt een horloge dat het nog doet ook. De tweede duik maken we bij Sabina en bij de afdaling laat Jan het gevonden horloge vallen. Hij is niet de enige die iets verliest, want er valt ook een loodgordel naar beneden.

Jan zweeft zachtjes achter het horloge aan en ziet niet dat Edgar als een snoek naar beneden duikt, de loodgordel pakt, zich een kwartslag draait en snel naar het horloge zwemt De hand van Jan is slechts 10 cm van het horloge verwijderd als Edgar uit het niets het horloge weggrist. Jan is niet uit het lood geslagen en tikt hem zachtjes, maar met de nodige autoriteit, op de schouder en gebaart dat hij dat horloge wil hebben. Edgar twijfelt 1 seconde en gelukkig voor hem niet langer, want Jan had niet veel geduld.

Een engels stel zwemt achter ons aan over de koraaltuin en maakt iets eerder dan ons rechtsomkeert.Waarschijnlijk hebben ze niet veel ervaring, want ze zwemmen precies de verkeerde kant op. Truus ziet het en roept ze terug.

Na de gebruikelijk koffie in de lobby, douchen en eten gaan we in het Garden restaurant zitten. De naam suggereert meer dan het is, want het is een hoekje van lobby met een paar planten. We bestellen koffie en Jan gaat aan de waterpijp. Een jongen brengt hem en laat zien hoe het moet, maar hoe Jan er ook aan trekt er komt geen rook uit. Hij roept de jongen terug en laat zien dat het niet lukt. De jongen grijnst vriendelijk en loopt weg om nieuw houtskool te halen. Daarna doet hij nog eens voor hoe het moet: hij haalt adem en blaast de rook met grote wolken door neus en mond in het rond. Jan doet het na en produceert een klein pufje. De jongen houdt Jan daarna goed in de gaten, ververst regelmatig het houtskool en grijnst iedere keer als hij ziet dat Jan een teug neemt. Wie weet leert Jan het nog eens.

Dinsdag 26-01

Ook vandaag weinig wind en daardoor lekker weer. Het is een kleine groep (12 duikers), want de rest gaat met een andere boot wrakduiken. Hiervoor moesten ze wel om 6 uur weg. Later horen we dat ze dolfijnen onder water hebben gezien. Iedereen zag ze behalve de engelsman met zijn onderwaterhuis. Hij ging zo op in het nemen van foto's, dat hij voor niets en niemand aandacht had. Zijn buddy probeerde hem te waarschuwen door met zijn mes op de fles te tikken. Helaas liet hij het mes vallen en tegen de tijd dat hij hem gepakt had waren de dolfijnen weg.

Hisham vindt de omstandigheden goed genoeg om bij Carlessreef te duiken. Het schip ligt beschut aan een boei tussen twee koraaleilanden in een open water. Hierdoor hebben we bij de afdaling niet veel last van de stroming, maar als we uit de beschutting van de eilanden zwemmen moeten we tegen de stroom in. Dit kost mij veel lucht.

Het is een mooie duikstek, die andere vissen en koralen laat zien dan de meer beschutte riffen tussen de eilanden.

Door de golfslag is het voor de kok onmogelijk om hier te koken en daarom varen we naar het rif bij de vuurtoren. Hier maken we de tweede duik langs een mooie wand en over een koraaltuin. Tussen het kleurrijke, zachte koraal zwemmen glasvisjes in donkere holten en naast bekende vissen als de lionsfish en murene zien we kokerwormen en een "slangetje"(eel?).

Vandaag kopen we souvenirs in Hurghada. Met een minibusje rijden we er weer vlot naar toe. De chauffeur wil 10 pond, maar Jan weet beter. Geduldig legt hij uit dat het maar 4 pond kost, hij de beroerdste niet is en er wel 5 van maakt, maar daar blijft het bij. De chauffeur begrijpt hem niet zodat Jan het geduldig nog een paar keer uitlegt. Net zolang tot het duidelijk is. Gerda vindt dat onderhandelen maar niets en loopt weg, waarbij ze in een gat stapt en valt. Gelukkig alleen stoffige kleding.

Jan loopt naar een winkel met waterpijpen en informeert naar de prijs. Voor 90 pond mag hij er een compleet uitzoeken. Jan belooft straks terug te komen en is dan volgens de verkoper een goede man.

Op onze tocht door de winkelstraten kopen we T-shirts en Truus wil ook nog een paar oorbellen en vindt na veel zoeken een paar leuke oorbellen. Volgens de verkoper moet er ook een ketting bij en die doet hij al vast om. Natuurlijk staat het Truus allemaal uitstekend en moet ik het voor haar kopen. Hij is bereid om iets van de prijs af te doen, want we zijn zulke aardige mensen.

We kijken ook naar leuke beelden, maar zien niets van onze gading, zodat we naar de man met de waterpijpen gaan. Jan onderhandelt over de waterpijp en wij kijken naar een grote stenen zwarte kat. Volgens de verkoper is het steen, maar Jan zegt dat het wel gips zal zijn. De verkoper windt zich hierover op en laat een gipsen beeldje zien. Verder moet Jan zich er niet mee bemoeien. Hij komt voor de waterpijp en wij voor de kat. Later geeft hij toe dat het gemalen basalt is, maar geen gips! De waterpijp die jan uitzoekt wordt wel duurder en kost nu 110 pond. Om het gesprek gaande te houden krijgen we een kopje rode hibiscusthee aangeboden en de man bekijkt mijn zakmes waar een tang aan zit. Hij wil hem wel ruilen voor de kat, maar daar trap ik niet in.

Terwijl we praten roept hij Truus erbij en vraagt waar de ristsluiting van haar broek zit? Die zit aan de zijkant en als Truus de rits een stukje opent zakt hij met de prijs, zodat we het uiteindelijk met elkaar eens worden. Hij zegt nog dat hij er niets mee bedoelt, maar zo het gesprek gaande wilde houden.

 

Woensdag 27-01

Vandaag staat er meer wind en we varen laat weg. We veronderstellen dat we in de beschutting van de eilanden gaan duiken, maar tot onze verbazing zet de schipper een heel andere koers uit. Hij vaart richting vuurtoren, voorbij Carlessreef en dan nog verder naar Umm Gamar. Het rif ligt in de beschutting van een eilandje en we maken hier twee duiken waarbij we een kwal, meerdere krokodilvissen, vleermuisvissen en een schitterend gecamoufleerde steenvis zien. Gerda wijst de laatste aan, maar Truus ziet hem nog niet op 30 cm afstand.

Daarna moeten we het hele eind weer terug en we hebben haast omdat we met de nachtduik meegaan. Haastig laden we in de haven onze spullen over en varen weer weg. Na een kwartiertje ontdekt Gerda dat Jan de duikbrillen vergeten is en die zijn toch wel handig. Gelukkig kunnen ze er een lenen en wij hebben een reserve.

Het rif van Shaab Magawish (je kunt er een wens doen, het is onzeker of hij uitkomt) is uitstekend geschikt voor een nachtduik. Niet te groot, goed zicht, weinig stroming. Alleen jammer dat het koraal zo kapot is, ook anemonen ontbreken. Toch zien we een paar leuke dingen. Om te beginnen een octopus die in het licht van onze lampen alle kleuren van de regenboog laat zien en de in ons lamplicht jagende lionsfish. Deze jagen 's nachts en zwemmen de hele duik met ons mee. Je moet oppassen dat je er niet tegen aan zwemt, want ze zijn uiterst giftig.

 

Donderdag 28-01

De laatste dag slapen we tot half negen uit. Na het ontbijt rekenen we af bij de duikschool, halen de duikbrillen van Jan en Gerda op en gaan zonnen bij het zwembad. Hier liggen we uit de wind en dat is het heerlijk. Op het water is het door de wind veel kouder.

's Middags haalt een touroperator ons op voor een excursie. Een man filmt ons als we instappen en we trekken daaruit de conclusie dat we die later mogen kopen. Eerst pikken we nog een paar hongaren op en rijden vervolgens naar het laatste ophaalpunt. Daar willen ze de mensen verdelen over de twee jeeps, maar ze zitten liever krap bij elkaar. Voor ons geen probleem.

Buiten Hurghada verlaten we de asfaltweg en rijden over de zandvlakte. De banden zijn niet te hard opgepompt zodat ze niet wegzakken. Jan is bang dat we verdwalen en vraagt voor alle zekerheid of dit wel de weg naar Dakar is.

De chauffeur maakt het spannend door vol gas te geven en de andere jeep ver achter zich te laten. In de verte trilt de lucht en lijkt het alsof we recht op een meer afrijden, een fatamorgana. Ook de chauffeur kijkt er geboeid naar en ziet daardoor (te) laat dat de jeep een afstapje van een halve meter moet nemen. Hij remt nog en wij zien het ook aankomen, maar de hongaren achterin worden verrast en stoten hard met hun hoofd tegen de ijzeren balk aan het plafond. De chauffeur rijdt daarna langzamer.

In de bergen stappen we even uit om van het uitzicht te genieten en merken dan hoe koel het is. Eigenlijk verwacht je dat het in de woestijn warm is, want de zon staat aan een wolkenloze hemel.

De wind waait over het zand en voert 'tumbleweed" met zich mee. Deze ronde struiken zijn bij de stam afgebroken en rollen daardoor makkelijk over het zand. Het is prima brandstof.

Dan rijden we naar een bedoeïenkamp. Verspreid staan een paar hutten waar mensen rondlopen, de vrouwen zijn gesluierd. De kamelen staan klaar voor een korte rit en we mogen er zelf een uitzoeken. Jan neemt de enige met een muilkorf. Valt hij op macho-beesten of stelt het hem gerust dat deze niet kan bijten?

Terwijl de kameel op de grond ligt stappen we op, waarna een bedoeïn hem in beweging laat komen. Eerst gaat de kameel op zijn achterpoten staan, zodat je voorover glijdt en dan op zijn voorpoten. Met een golfbeweging ga ik de lucht in en hou me goed vast.

Het ritje op de kameel is inderdaad kort. We rijden 1000 meter heen, keren en gaan terug. Al die tijd loopt er een begeleider naast de kameel, zodat ik me geen zorgen maak ondanks de schommelende bewegingen.

Terug in het kamp krijgen we een rondleiding. In een van de hutjes slaapt een kind en schrikt van de fotografen met hun flitslicht. Hij zet het dan op een brullen. De gids verontschuldigd zich, want normaal is deze hut altijd leeg.

De hutten zijn spaarzaam ingericht met oude spullen. Ze kunnen alles gebruiken en gooien niets weg. Achter een hutje staat een glimmende met kleurige kralen versierde fiets en bij de volgende staat zelfs een motor. Zeker de weg kwijt naar Dakar?

De gids vertelt dat normaal bedoeïen rondtrekken, maar dat deze hier blijven staan. Door het toerisme zijn ze verzekerd van vaste inkomsten, water en voedsel. Bij ziekte kunnen ze zelfs naar een dokter.

Een vrouw rolt met een stok het deeg uit tot een plat vel en haar zoontje bakt hem vervolgens op een ijzeren plaat (deel van een olievat van Shell). Ze deelt een paar van de "pannenkoeken" uit, die lekker smaken. Iemand probeert het deeg op dezelfde manier uit te rollen als de vrouw, maar dat mislukt natuurlijk faliekant.

Als huisdieren houden ze, naast kamelen nog schapen, geiten en duiven. De laatste zijn voor de eieren en het vlees. Soms hebben ze ook roofvogels en dan vormen duiven voedsel voor deze dieren.

We lopen naar boven om de zon onder te zien gaan achter de bergkam. Terwijl we wachten krijgt iedereen het koud en we zijn blij dat we een trui bij ons hebben. De zon daalt en de man blijft filmen al let hij meer op ons dan op de omgeving en de zon die weg zakt.

Beneden worden de schaduwen langer en als de zon onder is dalen we af. Jan en ik nemen een alternatieve route waarbij we achter een paar hutjes uitkomen. Een vrouw met haar kinderen verzorgen de dieren.

Volgens de gids hebben we nog tijd om naar een waterput te kijken en dus klimmen we in de jeep. De put bevat op 30 meter diepte nog water, maar normaal staat er veel meer in. Het heeft al een paar jaar niet geregend en daardoor is de woestijn extra droog. Ze hopen dat er binnenkort regen valt en als het genoeg is overstroomt de hele vlakte.

Net voor het donker zijn we terug in het kamp en ik loop even naar het toilet, een vies gebouw waarvan de afvoer rechtstreeks naar een kuil gaat.

Ondertussen hebben de bedoeïen het vlees op een vuur gebraden en serveren het met groenteschotels die met de jeep zijn meegekomen.

Na het eten komt een groep mannen en kinderen onze kant op lopen. Ze gaan zitten en een man slaat een ritme op de trommel. De anderen kijken elkaar aan en overleggen welk lied ze gaan zingen. De tekst is niet belangrijk, want wij verstaan het toch niet. Het klinkt als "Ik ben met Catootje naar..." Het begint aarzelend, maar de man die de leiding heeft weet zijn enthousiasme op de anderen over te brengen. Iedereen krijgt steeds meer lol en daardoor komt het authentiek over.

Na de voorstelling rijden we terug en het valt op hoeveel licht de sterren en maan geven. De videoband wordt nog diezelfde avond bezorgd omdat we morgen al vroeg vertrekken.



Donderdag 28-01

Na een laatste ontbijt stappen we in de bus naar het vliegveld, waar een man met een karretje zich over onze bagage ontfermt. Hij wil er geld voor en Jan betaalt dat. Vervolgens zegt hij dat de kar helemaal voor ons is en dat we hem zelf mogen duwen. Als we in de lach schieten begrijpt hij ook wel dat het niet onze bedoeling is en duwt hem alsnog naar de lange rij wachtenden voor de ingang van de vertrekhal. Bij de entree wordt de bagage doorgelicht en moeten Jan en ik onze messen in de koffer stoppen. Als we eindelijk aansluiten bij Gerda en Truus, die al vlug naar binnen zijn gelopen om de eersten te zijn, maakt een belg zich kwaad. Hij vindt het schandalig dat we voorkruipen en zijn bloeddruk loopt op. Heel ongezond!

De terugreis verloopt weer vlot en het eten aan boord is beter dan op de heenreis. Bepakt met de nodige flessen drank, sloffen sigaretten en tabak voor de waterpijp lopen we door de douane. Regelmatig halen ze mensen uit de rij, maar wij mikken het zo uit dat ze net allemaal bezig zijn.

Na een kop koffie halen we de auto's op. Jan wil afrekenen met francs, maar die zijn volgens de man niet meer geldig. Jan wisselt ze later in Nederland en daar is het geen probleem.

Op het eind van de middag is er rond Utrecht nog file, maar we zijn bijtijds in Cothen waar we afsluiten met een kopje koffie.



Naar begin pagina

[duikvakanties] [fietsvakanties]