.Reisverhaal over duikvakantie op de Maldiven en rondreis met busje over Sri Lanka (1997)

Een reis met veel vertragingen, maar we bleven vol goede moed!

Door Ben Giesen: bgiesen@caiway.nl

[duikvakanties] [fietsvakanties]

Maldiven en Sri Lanka

onbepaald vertraagd

Proloog

Na Bonaire en de Rode Zee wil Truus het beste op duikgebied: de Maldiven. Ze vraagt Gerda, Jan, Ivanka en Co mee en informeert bij reisburo´s. Zelf heb ik er geen trek in: ver weg, jet-lag voor 1 week en ik heb gehoord dat er hoge golven zijn. Vooral dat laatste spreekt me niet aan omdat ik last heb van zeeziekte. Uiteindelijk haalt Truus me over. Hierdoor is ze van haar schuldgevoel verlost dat ze alleen het geld opmaakt.

Primare Duikreizen is niet groot, maar ze zijn enthousiast en houden rekening met onze wensen. Op de Maldiven duiken we 10 dagen bij Ellaidhoo (met een eigen huisrif en hoef ik niet iedere dag te varen!) en sluiten af met een tour van 4 dagen over Sri Lanka.

 

Voorbereiding

Natuurlijk volgen we het nieuws over onze vakantiebestemming. De ontplofte bom in Colombo wuiven we weg: daar komen we amper!

Truus neemt de week voor de vakantie vrij en regelt alles: huis opruimen en inpakken. Hierdoor weet ik niet eens welke kleding en spullen ik mee heb, maar ik vertrouw op haar deskundigheid.

 

Schiphol 1

Na een verkwikkende nachtrust pakken we de laatste spullen in. We zeggen tegen de buren, die altijd voor de katten zorgen, dat we vertrekken en dan blijkt dat ze niet eens weten dat we weg gaan. Gelukkig zijn ze flexibel!

Exact op tijd halen de anderen ons op en zonder file rijden we in het taxi-busje naar Schiphol, waar we om 12.00 uur aankomen.

Bij de balie vertellen ze dat het vliegtuig ´n uur vertraging heeft, maar we krijgen een etens-/drinkbon van ƒ32,50 p.p. Een goede maatschappij zeggen we tegen elkaar, die zorgen voor hun passagiers. Even worstelen we met het dilemma: eten of winkelen. We reageren lichaamsgebonden en besteden de helft van de bonnen.

In de winkels kijken we naar duikcomputers en sandalen (de mijne zijn opgegeten door de hond). Drank kunnen we niet kopen, want dat mag je niet invoeren op de Maldiven. Na enig aarzelen nemen we toch 1 fles whisky. Het ergste wat er kan gebeuren is dat ze hem in beslag nemen.

Dan wordt het tijd om de andere bonnen te besteden, want zoiets laat je niet aan je neus voorbij gaan.

De tijd verstrijkt en de vertrektijd van het vliegtuig ook. Op de monitoren wordt het steeds verder uitgesteld. Vermoeit liggen we in de strandstoelen van het restaurant. Ze zijn comfortabel, maar kleredingen om uit op te staan. Jan doet een poging en onmiddellijk klapt de hele stoel over hem heen. Tussen de spijlen door kijkt hij verbaasd om zich heen.

Om 18.00 uur lopen we naar de "gate" om in te stappen, maar onderweg zien we dat het tijdstip weer is uitgesteld. Nu staat er niet eens een tijd bij. In de bar bestellen we bier, wijn en tortilla chips. Zoals al gezegd: we reageren lichaamsgebonden.

De serveerster begrijpt ons, maar Air Lanka is altijd vertraagd. Truus en Gerda gaan op onderzoek uit, want we willen weten waar we aan toe zijn. Als ze weg zijn komt er een nieuwe tijd op de monitor: 11.00 uur. Dat is toch morgen!!?????

Gerda en Truus komen desondanks goed gehumeurd terug. We zijn op vakantie en als bonus mogen we een nacht in het Holliday Inn. Er wordt goed voor ons gezorgd, want we krijgen er eten, een kamer en ontbijt.

Al meerder malen zijn we vandaag langs de douane gelopen, maar nu is er een wakker. Bij het zien van Jan zijn paspoort schudt hij zijn hoofd. Jan heeft bijzonder artistiek het nummer van zijn paspoort geaccentueerd (zijn ogen zijn niet zo best meer), en hierdoor is het ongeldig. De man adviseert Jan een nooddokument te regelen, want het is zo vervelend als ze je op Sri Lanka of de Maldiven terug sturen.

Met moeite regelen ze een busje naar het hotel. De eerste zit vol, de tweede rijdt meteen weg als we niet buiten in de kou wachten en van de derde heeft de chauffeur geen haast. Hij rookt eerst een sigaret met zijn kollega´s.

 

Holliday Inn

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we niet vaak in deze hotels verblijven. De kamers zijn ruim, schoon en in orde, al heeft het niet de luxe die je voor ƒ500,- verwacht.

In het restaurant staat een buffet klaar. Het koude deel met veel vis smaakt uitstekend. Het warme deel valt tegen met verpieterde gebakken vis en gare rosbief. Drankjes en koffie moeten we zelf betalen.

Ivanka en Truus spreken af om morgen te gaan zwemmen. We worden toch pas om 11.00 uur opgehaald.

 

Schiphol 2

Om 7.00 uur gaat de telefoon. We moeten opstaan en ontbijten, want het vertrek is vervroegd en we worden om 9.00 uur opgehaald. Het zwemmen schiet er bij in, maar we zijn opgewekt en vol vertrouwen.

Op Schiphol is het vertrek uitgesteld tot 11.45, zodat Jan tijd genoeg heeft om een nooddocument aan te vragen. Op de hotelkamer heeft hij met tandpasta niet alleen zijn artistieke uitingen uitgewist, maar ook de afbeeldingen en het paginanummer. Jan vraagt de marechaussee wat ze van zijn paspoort vinden. Dat vinden ze heel mooi en ze zien niets bijzonders. Jan wijst op de lege bladzijde en dan moet er een nooddocument komen. Volgens Jan lopen ze te zeuren, maar het is inderdaad vervelend als hij terug gestuurd wordt.

Voor een nooddocument hebben ze het volgende nodig:

- 2 pasfoto´s

- ƒ54,-

- identiteitsbewijs

- veel geduld

Geduld hebben de beambten inderdaad nodig, want Jan brengt er met zijn opmerkingen de stemming in. Ze werken nu nog langzamer dan normaal (echt, het kan!). Een van de mannen is op Sri Lanka geweest. Toen ontplofte de bom en ontstond er veel paniek in Colombo. Hij vloog ook met Air Lanka: prima vlucht en goede service. Als ze vliegen is het goed!

We drinken koffie (tijd zat) en zijn blij als we om 12.00 uur in mogen stappen. Iedereen zoekt zijn plaats en het vliegtuig rijdt naar de startbaan. Helaas start 1 van de motoren niet. Er zit een klep vast en die bedienen ze nu handmatig en van buiten. Voor de vluchtleiding is dit voldoende reden om geen startverlof te geven, want als de motor in de lucht uitvalt kan hij niet herstart worden. Ze zetten ons op een zijspoor en gaan aan de slag. De reparatie zal ongeveer 1 kwartier in beslag nemen als ze het onderdeel hebben. Dit hebben ze niet en het moet uit Hamburg komen.

Ondertussen serveren ze een drankje, een hapje en nog een drankje. Bij de volgende start wordt duidelijk dat er meer aan de hand is, want de motor levert te weinig vermogen. Ondertussen is het al 16.00 uur en we begrijpen dat we vandaag niet vertrekken. De tot dan gedweeë, volgzame passagiers beginnen te morren en worden recalcitrant. Jan vindt rebels en opstandig beter klinken. Het gemopper neemt toe en van de spanning steken mensen een sigaret op. Dat mag natuurlijk helemaal niet en de gezagvoerder vraagt marechaussee aan boord. Zou hij bang zijn dat de mensen naar de cockpit komen?

Een groep fransen blijft zich opwinden en zeuren. Jan vraagt onschuldig welk land het toestel, een airbus, heeft gebouwd. Plotseling zijn de fransen niet chauvinistisch: het is een europees toestel!

Om 17.00 uur stappen we weer uit. We regelen dat medewerkers zorgen dat de bagage morgen weer aan boord komt. Onder elkaar hebben die het over de "never ending story"; ze weten alleen niet meer welk deel. Op weg naar het Sheraton neuriën we een lied: "still looking at the bright side of live".

 

Sheraton

Het hotel ligt op loopafstand van Schiphol en bevat naast de ruime lobby een glazen lift. Ondanks alle wachtenden zwichten we voor de verleiding om eerst naar de 8e verdieping te stijgen voor we de weg zoeken naar onze kamers op de tweede. De kamer is netjes en de TV staat aan. Air Lanka wenst ons via het beeldscherm een prettig verblijf toe: humor hebben die mensen wel!

Truus en Ivanka willen zwemmen, maar de prijs van ƒ20,- houdt ze tegen. Daarom gaan we meteen eten. Ook hier zijn onze verwachtingen hoog gespannen en ook nu valt het tegen. Het is allemaal zo doorsnee: soep, stokbrood, geroosterd brood, zalmsalade, rijst, kip met kerriesaus, rauwkost e.d.

Bij de balie weten ze niets over de vertrektijden en daarom informeer ik om 23.00 uur nog een laatste keer. Ik wil graag weten waar ik aan toe ben. Nu is het bekend: we moeten om 2.00 uur opstaan. Verwonderd vraag ik me af of we midden in de nacht vertrekken. Juist de laatste tijd is er zoveel discussie rond de nachtvluchten.

 

Schiphol 3

Om 03.00 uur staan we op Schiphol, maar de vertrektijd is onbekend. Daarom nemen we maar een kop koffie. Een amerikaans gezin loopt te mopperen. Ze zijn donderdag vertrokken uit Amerika en het schiet niet erg op. Ze hebben ´n kind van 1 jaar en die slaapt niet meer, maar huilt des te beter. Volgens de man heeft hij maar 1 fout gemaakt: vliegen met Air Lanka.

Om 5.00 uur stappen we in. We krijgen een excuus brief van Air Lanka en een doosje Leonidas bonbons. Deze laatsten zijn op Ellaidhoo in chocolademelk veranderd. Het is bijna 6.00 uur als we opstijgen. Vermoeid bedenk ik dat we minstens 2 uur langer hadden kunnen slapen!

Bij iedere instap wordt het vliegtuig leger. Waar blijven al die mensen? Wij hebben ook geïnformeerd naar andere vluchten, maar die waren er niet. De volgende naar Colombo gaat vandaag; ook van Air Lanka. Voordeel van het halflege vliegtuig is dat we op 3 stoelen kunnen liggen.

 

Colombo 1

Om 20.30 uur landen we na een vlotte reis in Colombo. De avondvlucht naar Male zit vol en daarom gaan we weer naar een hotel. In een busje vol passagiers en koffers rijden we de luchthaven af.

In het donker vangen we een glimp op van de Srilankaanse samenleving. Langs de weg staan kramen en winkeltjes, auto´s rijden links en na luid getoeter maken voetgangers en fietsers ruim baan. Bij wegversperringen remt de chauffeur af en steekt het licht in het busje aan. Als de soldaten toeristen zien mogen we doorrijden. Dit alles met de boeddha- en mariabeelden en stupa´s geeft een ontdekkingsgevoel.

Verschillende hotels laten we links en rechts liggen, maar uiteindelijk arriveren na ruim 1 uur we over een smalle, donkere zandweg bij het Pegasus Reef hotel. In de lobby schrijven we ons in en na een verfrissende warme doek laten we de ijverige kruiers de zware bagage naar beneden sjouwen.

Er staat al een warm buffet klaar. Veel te veel voor de weinige gasten en dat maakt me voorzichtig. Hoe lang staat het er al, want eten dat ze over hebben gooien ze vast niet weg. Daarom kies ik gerechten die goed door gewarmd zijn.

Een bandje creëert een speciale sfeer. Enthousiast spelen ze een internationaal repertoire. Zelfs Una Paloma Blanca brengen ze met veel verve en valse noten. Dit is voor ons het sein om geld te geven, want dan houden ze tenminste op.

Van een duik in het zwembad knappen we op en Co legt in de schaduw van de bomen een satelliet verbinding naar huis. Hij is jarig en wilde z´n verjaardag nergens vieren. Dat is hem gelukt en we vragen ons af wat het hem gekost heeft.

Het is bijna 24.00 uur en we zijn moe, maar worden wakker bij de mededeling dat we om 3.00 uur op moeten staan. Het is een lange rit en we moeten nog inchecken. Waarom zitten we niet dichter bij het vliegveld?

 

Colombo 2

Bij het vliegveld worden alle auto´s gekontroleerd en bij het inchecken inspekteren ze grondig alle koffers. De douane plakt een sticker op de rits en dan mogen we door lopen. De vertrekbelasting moeten we eerst zelf betalen, maar uiteindelijk doet Air Lanka dit.

Om 5.00 uur zijn we ingecheckt en drinken koffie in de VIP-lounge om wakker te blijven. Het reizen zijn we nu wel zat en verlangen naar een bounty-eiland, zon, strand, zee en duiken. Als we om 7.30 opstijgen en ´n uur later landen lijkt het allemaal zo dichtbij.


Male

Je komt niet makkelijk langs de douane. Nauwgezet bestudeert de beambte iedere bladzijde van het paspoort en stopt er formulieren in. Bij de volgende balie haalt een ander de formulieren er weer uit en mogen we doorlopen.

Bij het doorlichten van de bagage zoeken ze gericht naar alcoholische drank. Van Air Lanka kregen we 2 flesjes champagne p.p. en die nemen ze samen met de rest van de whisky in beslag. Het valt ons honderd procent mee dat we een reçu krijgen waarmee we de drank bij vertrek terug krijgen. Alles verloopt in een gezellige sfeer en we krijgen steeds meer het gevoel dat we thuis wat te vertellen hebben.

Buiten lopen we in de tropische hitte naar de touroperator. Opgelucht begroeten we hem, een soort thuiskomst. Ibrahim Rasheed verwelkomt ons en vindt het heel vervelend dat we 2 dagen vertraging hebben. Nog vervelender is dat hij de huisjes op Ellaidhoo daardoor verhuurd heeft aan een groep israeliërs. Ook andere eilanden zitten allemaal vol! Omdat het voor ons allemaal zo vervelend is denkt hij mee over een oplossing. Uiteindelijk heeft hij die na een aantal telefoontjes. We kunnen een cruise maken met een boot!

Met mijn zeeziekte weiger ik 10 dagen op een boot te gaan en zo ontstaat er een patstelling. Ibrahim herhaalt dat dit het enige is dat hij kan doen en wij weigeren pertinent. We willen onze eigen bungalows terug. Ondertussen drinken we de flesjes water van 3 dollar leeg.

Het spanningsveld blijft geruime tijd intact, maar na ´n uur komen de eerste scheuren. De boot maakt geen cruise maar ligt voor anker bij Ellaidhoo. We slapen alleen aan boord. Vervolgens biedt hij 1 stafkamer aan op het eiland en daarna zelfs 1 bungalow. We halen de local-manager van Air Lanka er weer bij en wijzen hem op de verantwoordelijkheid van zijn maatschappij. Hij praat met Ibrahim en er geschiedt een wonder. We krijgen 3 bungalows op het eiland.

Na deze spannende fase denken we weer toekomst gericht. We vragen de local-manager de retourvlucht 2 dagen op te schuiven en ook de tour op Sri Lanka te verzetten. Hij zal zijn best doen. Dan komen we op zondag thuis en hebben minder tijd om te herstellen van de jet-lag, maar dat is beter dan duikdagen missen.

Op ons vervoer naar Ellaidhoo is niet gerekend. Alle boten en vliegtuigen zijn al weg, maar bij de watervliegtuigen kijken ze wat nog kan. Een rechtstreekse vlucht lukt niet, maar ze zetten ons af bij een ander eiland en zorgen voor een boot. Wij vinden alles best, als we er maar komen. De 194 dollar voor het overgewicht vinden we wat veel, maar het zakt meteen naar 94.

Met een brullende motor en opspattend water stijgt het vliegtuig op. Ontspannen zet de bemanning met blote voeten koers naar onze bestemming. Vanuit het vliegtuig zien we eilanden met wuivende palmen en fel witte stranden die schitteren in de zon. Zo hadden we ons dat voorgesteld. Bij Bathala landen we tussen de riffen op het spiegelgladde wateroppervlak en stapelen de bagage op een ponton. De bemanning telt de koppen en komen tot hun verwondering 2 passagiers tekort. Waarschijnlijk staan die nog op de luchthaven. Foutje!

De dhoni, een inheemse boot, brengt ons naar Ellaidhoo. Door het omringende muurtje, dat het eiland beschermt tegen verdere afkalving, weten we dat we naar het goede eiland gaan.

 

Aankomst Ellaidhoo

In de dhoni-bar krijgen we een drankje en informatie over het eiland. Geld heb je hier niet nodig, want alles wordt op de rekening gezet. Je tekent de bonnen en klaar. We brengen ze voor alle zekerheid op de hoogte van ons voornemen om 2 dagen langer te blijven, maar dat weten ze al. We leveren onze tickets in, want die moeten terug naar Male en ze beloven ons op de hoogte te houden. Normaal kun je alleen ´s avonds inchecken bij de duikschool, maar misschien is er vanmiddag iemand.

Onze koffers brengen ze naar de huisjes. Deze liggen allemaal aan het strand, in de schaduw van palmen en struiken. Je loopt zo vanuit het huisje het water in. De inrichting is eenvoudig maar schoon. Het bed ligt prima en een ventilator zorgt voor verkoeling. Toilet en douche liggen achter het huisje, omgeven door een hoge muur en hebben zo voldoende ventilatie. Co en Ivanka hebben huisje 39, Jan en Gerda 44 en wij 25.

Vlug pakken we de tassen uit en gaan naar het restaurant.

Na het middageten lopen we naar de duikschool, maar daar is niemand. Eigenlijk vinden we het niet eens erg, want we zijn moe en dan is duiken niet verstandig. De zon is te heet om in te zitten, maar het snorkelen is heerlijk. Meteen buiten de muurtjes zit al veel vis en bij de drop-off zien we een haai (white-tip) en een schildpad. Dit belooft veel voor de komende dagen.

´s Avonds checken we in bij de duikschool. Brevetten, gezondheidsverklaring en logboeken kijken ze na. Ivanka heeft te weinig duiken en moet met een instructeur van hen mee. De huisregels zijn simpel. Je pakt een fles en zet dit op de lijst die er hangt.

Bij terugkomst meld je je af. Zo weten ze wie er gedoken heeft en of iedereen veilig terug is. Iedere ochtend en middag zijn er bootduiken. Als je mee wilt zet je je naam op de lijst.

De toegangen naar het rif zijn gemarkeerd en met de duikplanning moet je rekening houden met de stroming, al is er nog nooit een duiker afgedreven. Waar we wel voor op moeten passen is Bruno: een trekkervis die duikers aanvalt. Zijn tanden werken als een perforator en maken gaatjes in je vinnen; als je geluk hebt. Bij minder geluk zijn het je billen! Bij een aanval moet je niet naar de kant of naar boven zwemmen, maar naar open water. Bruno verlaat namelijk het rif niet!

Na een pilsje en het eten zijn we allemaal gevloerd en duiken vroeg in de bed.

Dinsdag 19-11: duiken op het huisrif

Al vroeg staan we op. Ivanka heeft moeite om wakker te worden, maar ze moet op tijd zijn voor de eerste begeleide duik. Met zijn vijven duiken we op het huisrif. We kennen de omstandigheden niet goed en laten ons langs het rif drijven. Er staat veel stroming en het zicht, maar ook het koraal, valt tegen. Bruno en al zijn broertjes zien ons dobberen, maar laten ons met rust. Waarom noemen ze die vis trouwens Bruno: is het een mannetje of nemen ze dat aan ivm het agressieve gedrag?

De rifwand loopt 30m steil naar beneden en eindigt op een zandbodem. In de wand zitten veel nissen, zodat een lamp nuttig is. Ook de kleuren van het koraal, veel rood, komen dan beter tot hun recht.

We weten niet zeker of we met de voorraad lucht wel om de punt van het eiland komen. Daarom maken we rechtsomkeert en zwemmen tegen de stroom terug. Co heeft er zin in en zwemt iedereen er uit, inclusief buddy Gerda. Met een uiterste krachtsinspanning haalt Truus, onze reisleidster hem terug.

Zo´n eerste duik levert me aan het luchtverbruik te zien veel stress op, want in 35 minuten lurk ik de fles leeg. Volgende keer pak ik een 14 liter.

Reisleidster Truus voelt zich, als divemaster, verantwoordelijk en wil daarom ´s middags een begeleide duik op het huisrif maken. Ivanka kan dan ook met ons mee.

´s Middags verzamelen we bij de waterkant en enthousiast volgen we de instructeur het water in. Voor een grondige buddy-check nemen we niet de tijd. Jan laat zijn vest leeglopen en doet verwoede pogingen om onder te komen, maar dat lukt niet. Hij zwaait naar ons en maakt rechtsomkeert om zijn loodgordel op te halen!

De volgende poging van Jan slaagt en we zwemmen rustig achter de instructeur langs het rif. Er staat veel minder stroming dan vanochtend. Bij de nissen in de koraalwand doe ik mijn lamp aan en Jan volgt het voorbeeld. Vertwijfeld kijkt hij naar zijn lamp. Geen licht en het peilglas zit halfvol. Eigenlijk moet hij het water uit om de lamp leeg te laten lopen, maar Jan vindt dat hij al genoeg oponthoud heeft veroorzaakt. Achteraf had hij het beter wel kunnen doen want de accu en het printplaatje oxideren door het zoute water.

Vis zit er in overvloed o.a. white-tip, kleine napoleon, grote kreeft, bakerhaai en koraalduivels. Een grote baars opent zijn bek en een poetsvis zwemt naar buiten.

In ruim ´n uur duiken we via de westpunt naar de andere kant van het eiland en komen bij ons huisje boven. Zwaar beladen lopen we terug naar de duikschool, waar we ons meteen inschrijven voor 2 bootduiken. Je hoeft dan niet met je spullen te sjouwen!

Na het spoelen van de duikspullen nestelen we ons op het terras. ´n Pilsje smaakt prima, Tia Maria ook, en als het "happy hour" wordt nemen we er nog een. Dit geeft nieuwe energie en vooral Co scoort bij het tafeltennis met zijn flitsende backhand. Al met al hebben we het gevoel dat de vermoeienissen van de reis van ons afvallen.


Woensdag 19-11: Bathala Tila en Ellaidhoo Giri

De eerste bootduik maken we op Bathala Tila (bijgenaamd Bartlehiem). Het rif ligt bij Bathala en bij sterke stroming drijf je naar het eiland. Vandaag staat er echter geen stroming. We beginnen op 20 meter en stijgen langzaam langs het rif naar de top die op 9 meter ligt. In het rustige water zweven we langzaam over het koraal. We zien murenen, white-tip en veel andere vissen. Het is jammer dat ik de lamp niet bij me heb. De accu is leeg omdat ik niet door had dat ik er niet alleen de stekker in moest doen, maar ook het stopkontakt moest aanzetten. Dit vroeg iets te veel van mijn intellectuele vermogens. Axel Horn, de eigenaar van de duikschool, gaat zelf met deze boot mee. Hij vindt dat Ivanka prima duikt en vanaf nu met ons mee mag.

Na het eten lopen we naar de receptie om te informeren of ze al iets weten over het vervolg van onze reis. Het blijft vaag, zodat we voor alle zekerheid een fax sturen naar het reisburo in Nederland. We hebben genoeg verrassingen gehad. Bij de receptie zit een groep toeristen. Ze overleggen druk en na een tijdje vertrekken ze van het eiland. Ze kijken niet blij, maar wel moe. Zouden dit de israeliërs zijn waar Ibrahim Rasheed het over had of zijn ze gewoon ruim overboekt?

Ellaidhoo Giri is een klein rif ten westen van het eiland. We springen over boord en laten ons langs het rif zakken. Prettig verrast zien we een manta van ca, 1½-2 meter over ons heen zwemmen. Deze duik kan al niet meer stuk. Bij het verschijnen van een grijze rifhaai maken we allemaal het alaaf teken tussen onze ogen, maar ook de kleinere vissen verheugen zich op onze belangstelling.

Aan boord vertelt Axel Horn dat hij een walvishaai gezien heeft; een kleintje van ca. 5 meter. Er zweven veel stofdeeltjes in het water en dat beperkt het zicht, want we zwommen maar 10 à 15 meter achter zijn groep. Toch zijn we niet teleurgesteld. Nu hebben we nog wensen over!

Op de terugweg zien we 5 dolfijnen door het water dartelen. De sierlijke bewegingen van deze dieren zijn vertederend.

Na het duiken pakken we het voor ons al vertrouwde patroon op: spoelen, douchen, drankje, eten en slapen.

 

Donderdag 20-11: Huisrif, Meddu Tila en nachtduik op huisrif.

Om 6.45 uur staan we bij de steiger. Volgens Jan moeten we vroeg uit de veren, want dan komen de dolfijnen. In het donker zetten we de spullen in elkaar en wachten geduldig tot het licht genoeg is om te duiken. Eerst gooien we een hand zand in het water om de stroming te bepalen, maar die is er niet. Daarom duiken we van de steiger om de oostkant naar huisje 40.

Er is deze ochtend meer zicht dan de andere dagen en onder de steiger zien we achter een school blauw-gele snappers het huisrifwrak liggen. Truus doet een vogel na en vliegt weg, Gerda haar buddy in verwarring achterlatend. Deze twijfelt tussen er achteraan gaan of bij de rest blijven. Truus heeft zo´n haast omdat ze met de camera verantwoordelijk is voor het beeldverslag van deze reis. Iedere bijzondere vis moet op de foto en een adelaarsrog zeker. De achtervolging is zinloos en even later komt ze terug.

Het koraal op de punt van het eiland is erg mooi en met plezier kijken we naar de vele scholen, prachtig gekleurde vissen. Vlak voor het eind van de duik komen de adelaarsroggen, die we steeds in de verte zagen, naar ons toe. Hierdoor kunnen we ze goed bekijken. Even later wrijven Co en ik onze ogen uit. Stil en majestueus zweven 2 manta´s langs ons heen. De anderen zijn op zoek naar de boei en missen het fantastische schouwspel. Boven water trekken ze zelfs ons verhaal in twijfel, maar dat zal de kift wezen.

Het was natuurlijk een geweldige duik, maar we kunnen het niet laten om Jan te vragen waar zijn dolfijnen bleven. Volgens Jan verloopt alles volgens plan, want op deze reis zijn verrassingen ingebouwd.

De rest van de ochtend zonnen, rusten en slapen we. Dit alles om energie op te doen voor de rest van het programma.
In de middag varen we naar Meddu Tila, een van de drie riffen tussen ons eiland en Bathala. Het wordt een mooie, rustige duik. Mooi koraal, Napoleon, een zwemmende murene en veel vis. Het is alleen jammer dat het zicht ook nu weer matig is.

´s Avonds maken we een begeleide nachtduik met Adam. Er staat veel stroming en achter elkaar vliegen we langs het rif. In het donker mis je het overzicht en moet je voortdurend opletten om niet tegen de waaierkoralen te stoten. De kleuren zijn prachtig en de blauwe vissen die je overdag in scholen ziet hebben zich verstopt in de holten van het koraal. Op deze manier verschuilen ze zich voor de roofvissen.

Bij het verlaten van het water gaan Gerda en Truus onderuit in het losse zand. Volgens Jan zijn vrouwen net schildpadden als ze op hun rug liggen. Bedoelt hij dit als een compliment?

Drie duiken hebben ons uitgeput zodat we na het eten meteen gaan slapen.

 

Vrijdag 21-11: Maaya Tila en rebreather intro.

De oren van Co zijn ontstoken. Voor de vakantie is hij er al mee naar de huisarts geweest, maar nu is het weer mis. Bij de duikschool weten ze raad: schoonmaken met waterstofperoxyde, druppels erin en afsluiten met een gaasje. Helaas vergezelt van het advies om even niet te duiken. Daarom stappen we met zijn vijven op de boot naar Maaya Tila.

Maaya Tila is een beroemde duikplek en staat ook in ons boek. Bij de briefing vertellen ze dat de koraalwanden niet veel voorstellen en de haaien zitten vooral op de kop van het rif, waar de meeste stroming staat. Bij de afdaling zien we de grijze rifhaaien van ca. 2 -2½ meter. We maken het bekende gebaar naar elkaar en volgen hun bewegingen. Nieuwsgierig draaien ze rondjes om ons heen, maar ik voel me geen moment bedreigd door hun aanwezigheid. De vleermuisvissen hangen stil in het water en vormen een mysterieus schouwspel. Na 10 minuten is het nieuws er af en richt ik mijn blik op andere zaken. Drie duikers trekken de aandacht. De vrouw jaagt, liggend op het weinige koraal, een octopus uit zijn schuilplaats, zodat een van de mannen hem kan fotograferen. Het beest raakt totaal gestresst en Truus gebaart dat ze er mee op moeten houden. Dit helpt even, maar daarna gaan ze gewoon door. Het valt ons op dat instructeurs dit ook zien, maar er niets van zeggen.

We zijn niet de enige boot op deze plek, zodat er regelmatig een verse groep duikers afdaalt. Om de drukte te ontlopen, zwemmen we langs de kale wanden naar het plateau. Hier is meer koraal en vis te vinden. Een schildpad schiet voor ons weg, maar helaas ziet het beruchte drietal hem ook en jagen hem op voor een foto. Je zou ze wat doen!

Eigenlijk valt deze duik tegen. De haaien en de vleermuisvissen zijn leuk, maar je raakt er vlug op uit gekeken. Aan koraal en andere vissen heeft dit rif weinig te bieden en er zijn veel andere duikers.

´s Middags hebben we allemaal verschillende bezigheden. Co bruist met de waterstofperoxyde zijn oren schoon; Gerda en Ivanka doen een middagdutje en ik ga met de boot naar Bodu Tila, waar ik met 3 anderen een leuke duik maak. Het koraal op de top is erg mooi en een steenvis valt op omdat hij zich beweegt.

Jan en Truus maken een introduktieduik met een rebreather. Met deze uitrusting kun je lang duiken, het is veilig, je maakt geen bubbels en je kunt er doodstil mee in het water hangen. Vooral voor fotografen is dit prettig. Bij de apparatuur horen verschillende ventielen die bepalen hoe diep je mag gaan. Jan zit daar niet mee en volgt de vissen naar dieper water. De instructeur heeft al lang gezien dat Jan burgerlijk ongehoorzaam is en roept hem steeds terug. Uiteindelijk legt Jan zich er bij neer.

Op het eind van de middag zitten we met zijn vieren bij de bar voor een borrel. Jan komt er na de duik langs en schuift aan. Truus is meteen naar het huisje gelopen en vindt dat gesloten. Geduldig wacht ze tot ik met de sleutel kom, terwijl ik geduldig wacht tot ze hem komt halen. Uiteindelijk vinden we allebei dat het wel lang duurt en halverwege komen we elkaar tegen. Truus is boos omdat ze zo lang heeft zitten wachten. In het vervolg leggen we de sleutel maar in een boom bij het huisje.

In de hitte heb ik last van zonne-allergie. Op mijn handen en in mijn nek zitten allemaal jeukende blaasjes. Gerda heeft gelukkig zalf bij zich die hier tegen helpt, want het is erg vervelend. Voor alle zekerheid blijf ik zoveel mogelijk uit de zon en ik ben blij met de vele schaduw op het eiland.


Zaterdag 22-11: Huisrif en het wrak van de pijlstaartroggen.

We beginnen met een ochtendduik op de noordzijde van het huisrif. Ik kan het niet laten om een nis binnen te zwemmen. Zonder lamp duurt het even voor mijn ogen aan de schemer gewend zijn en dan zie ik een grote reuze murene liggen. Snel zwem ik er weer uit. Ook nu zwemt de huishaai weer mee, maar we hebben er al zoveel gezien dat we elkaar niet meer waarschuwen.

Het rif zijn we nu rond geweest en de oost- en westpunt zijn het mooist. Die liggen ook pal op de stroming.

Het weer valt trouwens tegen. Veel bewolking en tijdens de duik zien we aan het wateroppervlak dat het hard regent. Op het eiland staan overal plassen, maar het blijft warm.

De oren van Co zijn grotendeels hersteld, zodat hij mee gaat voor een wrakduik bij Halaveli. Ook deze plek staat in ons boek en is beroemd door de pijlstaartroggen. Tot voor kort werden ze gevoerd, zodat ze nieuwsgierig afkomen op duikers.

Een japans gezin (vader, moeder, dochter en zoon) gaat ook mee. Hun duikuitrusting is 1e-klas. Vader heeft een videocamera en de anderen een fototoestel. Alleen de spiegelreflex schatten we al op ƒ20.000,-

Jan maakt verstandige opmerkingen over de duikplanning. Iedereen vliegt zo dadelijk het water in en verdringt zich dan bij de pijlstaartroggen. Daarom gaan wij laatste, want dan is iedereen uitgekeken op de roggen en genieten wij in alle rust van ze. Iedereen ziet in dat dit verstandig is.

Na de briefing springen wij er gelijk met de anderen in en dalen als eerste af. Door het slechte zicht zoeken we naar het wrak dat 20 meter naast het rif op de zandbodem ligt. Het staat keurig rechtop en het lijkt of de zandbodem is opgeruimd en aangeharkt. Het is bijna burgerlijk. Het wrak is begroeid met koraal en er zwemmen veel vissen rond. Uit een van de schoorstenen steekt de kop van een reuze murene. De japanners filmen en fotograferen alles wat beweegt en zijn daar erg druk mee. We zien nog geen roggen, maar rekenen er op dat ze komen. Truus gaat op de bodem liggen om de zandalen te fotograferen, maar die trekken vlug hun kop in. Jan tikt met zijn mes op de fles als hij een schildpad ziet. Na drie rondjes om het wrak vinden we het genoeg en zwemmen naar het rif. We geloven niet dat de roggen nog komen.

Na de duik laat ook Truus naar haar oren kijken. Ze zijn vies en daarom krijgt zij waterstofperoxyde om ze schoon te bruisen. Het advies om niet te duiken neemt ze niet serieus, maar voor alle zekerheid gaat ze morgenvroeg weer even langs.

 

De eetzaal en de Limbo

De vloer van het restaurant bestaat uit wit zand dat iedere dag netjes wordt geharkt. Het bamboedak beschut tegen regen en bij wind worden de zijkanten dichtgemaakt met zeildoek. In het midden staat een dhoni (traditionele vissersboot) die gebruikt wordt als buffet. De maaltijden verlopen volgens vaste patronen. Iedereen heeft een vaste plek en als je zit vraagt je "eigen" ober wat je wilt drinken. Alles gaat op rekening en al vlug weet de ober het nummer: "always 44"

Ontbijt en lunch halen we bij het buffet. ´s Avonds brengt de ober het eten op borden naar de tafel. Er wordt veel vis, pasta, kip, groenteschotels en fruit geserveerd. Af en toe zelfs patat. Na de maaltijd leggen we een fooi neer voor de bediening.

Als iemand jarig is lopen alle obers naar achteren. Met een trommel en een taart komen ze in een optocht terug. Zingend en lachend lopen ze de eetzaal rond en stoppen bij de jarige. Deze blaast dan het kaarsje op de taart uit. Co is blij dat hij dit allemaal heeft gemist.


Vanavond is er een limbo-show in de Dhonibar. We schatten dat 70% van de toeristen zich verzamelt en veel medewerkers kijken toe. Op de schoon geveegde vloer staan 2 paaltjes met een lat er tussen. Als er hoempa-pa muziek weerklinkt begint de show. De lampen gaan aan-uit en in het flikkerende licht begint een vrouw te glimlachen en dansen. Dit laatste betekent het uitvoeren van 2 danspassen en zwaaien met haar heupen. Ze bouwt de spanning langzaam op en al na 5 minuten huppelt ze onder de lat door. Ondertussen heeft ze versterking gekregen van een collega.

Nu maken ze de show spectaculair door met fakkels te zwaaien en ook daarmee onder de lat door te gaan.

Het hoogtepunt is een "vrijwilliger" uit het publiek. Ze trekken de man uit zijn stoel en hij moet hun bewegingen na doen. Tijdens de dans wordt hij enthousiaster en houdt zelfs de fakkels tegen zijn armen en benen, maar als ze vuur eten haakt hij af. Hij is niet helemaal gek. Als daarna nog een wedstrijd tussen toeristen wordt gehouden om onder de lat door te schuifelen is de avond geslaagd.

 

Zondag 23-11: Atavuru Tila, huisrif en nachtduik.

Op Atavuru maken we een mooie duik: veel vis en mooi koraal. De schildpad en grijze rifhaaien zijn al niet bijzonder meer, maar bovenop het rif ligt een bakerhaai van ca. 2 meter in een holte. Hij ligt met zijn kop naar binnen zodat we hem om beurten van achteren benaderen en goed bekijken. Truus maakt foto´s en ook de japanners, die er weer bij zijn, leggen het allemaal vast.

Na het middageten lopen we voor de zoveelste keer langs de receptie. De hele week was er niets bekend, maar nu dringt de tijd. Volgens het oorspronkelijke plan moeten we namelijk morgen naar Sri Lanka en dan kunnen we vanmiddag niet duiken!

Dit typeert de cultuur om problemen op te lossen:

Probleem:

zoek oplossing ---> probleem opgelost ---> klaar

---> geen oplossing ---> morgen oplossen

Eindelijk is er nieuws: de vlucht naar Sri Lanka staat geboekt op de 26e en de tour op Sri Lanka is verzet. Probleem is echter de huisvesting op het eiland. Ze hebben geen huisjes, maar we kunnen wel op de boot. Die gaat vanavond een cruise maken voor een paar dagen en brengt ons naar Male.

Dit moeten we even verwerken. Eerst konden we op het eiland blijven, nu weer niet en moet ik toch op de boot. Bovendien hebben ze steeds gezegd dat de boot bij het eiland blijft en we er alleen maar hoefden te slapen.

We vragen naar de stafkamers en dan kunnen we er daar 1 van krijgen, maar de anderen moeten op de boot die weg vaart. Na enig aandringen zijn er 2 kamers en dan blijkt dat we ook met 3 personen op 1 kamer kunnen. Kortom het wordt flexibel geregeld, maar je moet er even de tijd voor nemen.

Het huisrif verveelt nog niet zodat we nu van de steiger, via de oostpunt naar huisje 40 duiken. Het wordt weer een mooie duik langs het koraal en we zien de bekende huishaai, Napoleon en 3 grote kreeften op een richel.


Na een drankje besluiten Truus, Jan en ik om nog een nachtduik te maken. We starten bij huisje 8 en gaan naar de bar. Het wordt een fantastische duik. Er staat bijna geen stroming zodat we in alle rust langs het rif zweven. De kleuren van het koraal zijn overweldigend en een prachtige kreeft verlaat zijn schuilplaats om over het koraal op zoek te gaan naar zijn prooi. Samen met de poetsgarnalen, de gevlekte murenen en (vanzelfsprekend) een haai wordt het een van de mooiste duiken van deze vakantie!

Tijdens de duik verliest Truus een macro-lens van de camera en geeft dit door aan de duikschool. Tot onze verbazing wordt hij de volgende dag gevonden!

Tijdens het avondeten krijgen we een fax van het reisburo dat ze kontakt hebben gehad met Air Lanka en touroperator in Sri Lanka om alles te verzetten. De fax is de 19e verstuurd en heeft waarschijnlijk 4 dagen bij de receptie gelegen.

 

Maandag 24-11: huisrif en Bodu Tila

Volgens Jan komen de dolfijnen nog steeds vroeg, zodat we weer in het donker verzamelen. Gerda heeft moeite met de aansluiting op de fles. De O-ring lekt en ze krijgt hem niet dicht. Uiteindelijk lukt het met een andere adapter. Gerda is van slag en het lukt haar niet om onder te duiken. Buddy Jan wacht rustig tot ze het lood heeft gehaald. Hij moppert niet, want hij is bekend met dit verschijnsel.

We duiken van de steiger naar huisje 20 en gaan via de westpunt. In een nis ligt een pijlstaartrog. Als we allemaal om hem heen hangen zwemt hij langzaam voor ons uit langs de wand. Zo kunnen we zijn sierlijke bewegingen goed volgen. Op de punt zwemmen 3 haaien, die nieuwsgierig bij ons in de buurt blijven. Van dolfijnen echter geen spoor. Volgens Jan klopt dit nog steeds met de opzet van de reis. Na 75 minuten vinden we dat het tijd is om op te stijgen, want anders komen we te laat voor het ontbijt.

De receptionist vertelt dat ze om 11.00 uur onze bagage naar de andere kamers brengen. Tot onze verbazing komen de kruiers op tijd en we lopen naar onze nieuwe onderkomens. Helaas kunnen we er niet in. De spullen van de medewerkers staan er nog en ze moeten schoonmaken. Ze beloven dat we er na de lunch in kunnen en inderdaad om ½3 is het zover. Deze kamers hebben minder ventilatie en de badkamers stinken, maar we vinden alles best als we maar samen op het eiland blijven.

Bij Kuda Tila staat te veel stroming zodat we door varen naar Bodu Tila. Ik heb hier al gedoken, maar nu duiken we langs de andere kant van het rif. De top lijkt wel een tuin door de vele anemonen.

 

Dinsdag 25-11: Magala Tila en snorkelen.

De laatste duik maken we op Magala Tila. Het is een mooie, rustige, leuke duik. We zien niets spectaculairs, maar zijn ook al verwend. Na de duik spoelen we de uitrusting en hangen alles te drogen ivm het vertrek.

De hele week hebben we geleefd volgens vaste patronen. Vaste ijkpunten waren de etenstijden. Nu komt daar de klad in: Co, Ivanka en ik gaan nog gewoon naar de eetzaal, maar Truus neemt een hamburger bij de bar en Gerda een ham/kaas tosti. Jan is zo van slag dat hij het eten over slaat, terwijl hij op andere dagen nog het bord van Gerda leeg at.

De japanner filmt in de eetzaal en op zijn verzoek zwaaien we uitbundig. Hij heeft een eigen duikschool en we vermoeden dat daar de dure uitrusting van is. Als hoofd van het gezin houdt hij voor iedere duik een buddy-check bij de anderen en let er nauwgezet op dat alles in orde is.

´s Middags snorkelen we op het rif. Jan en Co gaan met het fototoestel naar de oostpunt. Ze maken er foto´s van een haai, barracuda, rog, schildpad enz. De rest snorkelt aan de westpunt. Bruno is hier ook en bijt Ivanka in de tenen. Die schrikt en zwemt haastig weg over het rif, zich later realiserend dat ze naar open water moest zwemmen. Vanaf nu houden we Bruno scherp in de gaten.

Al verschillende keren hebben we gevraagd hoe laat we morgen vertrekken, maar daar werden we niet wijzer van. Uiteindelijk horen we dat we niet de volgende ochtend, maar pas ´s avonds gaan. We hadden deze middag dus nog kunnen duiken!

 

De crab-race

Iedere deelnemer pakt zijn favoriete heremietkreeft uit een emmer en plakt er een rugnummer op. De kreeften worden samen in het middelpunt van een cirkel gezet. Onder de luide aanmoedigingen rennen de kreeften verschrikt weg. Winnaar is degene wiens kreeft het eerste buiten de cirkel loopt en verdient hiermee het bier dat is ingezet. De meeste deelnemers brengen "hun" kreeft na afloop naar het water. Het spelletje wordt 3 keer herhaalt en dan is er genoeg bier verdeeld. We hebben geen spijt dat we niet meedoen aan dit infantiele spel.

 

Woensdag 26 november: Laatste dag op Ellaidhoo

We doen het rustig aan: ontbijtje, lezen, snorkelen, middagdutje, hamburger bij de bar, inpakken enz. De rustdag is goed voor ons, maar het vervelende is dat we een deel van de excursie missen en vanavond (vannacht?) pas aankomen in Kandy.

In de loop van de middag rekenen we af en tot onze verbazing klopt het. Alle bonnen zijn door ons ondertekend en er is niet gesjoemeld.

Een boot vaart ons naar de landingsplaats voor het watervliegtuig. De japanners gaan ook mee en zetten alles op de video. We staan er heel wat keren bij hen op.

 

Vlucht van Ellaidhoo naar Male en naar Colombo

Met het watervliegtuig reizen we comfortabel naar Male. Beneden ons stroomt het water over en tussen de riffen. Hierdoor ontstaat kleurverschil zodat het lijkt alsof er rivieren stromen. Het water is zo kalm, of ligt het aan de vaardigheid van de piloot, dat we amper voelen dat we landen.

Met een busje rijden we naar de luchthaven en de bagage wordt door een ander busje gebracht. Als we de tassen tellen missen we er 1. Deze gaan ze zoeken en na 20 minuten komen ze er mee terug. We beschouwen het als een voorbode van naderend onheil, maar dit valt allemaal mee!

Ibrahim Rasheed (touroperator) brengt ons de nieuwe vliegtickets en verzekert dat alles onder controle is. Hij loopt mee naar de incheck-balie waar de local-manager van Air Lanka zich verontschuldigt zich voor de avondvlucht en dat de terugreis via Londen loopt. Meer kon hij niet voor ons doen.

Na de douane halen we onze flessen drank op (alles zit er keurig in) en lopen we naar buiten. Daar moeten we onze net afgegeven koffers aanwijzen. Ze staan niet bij elkaar, zodat we ze overal tussen uit trekken. De man die er een sticker op moet plakken raakt hierdoor in de war. We geven toe: het is moeilijk tellen tot 8.

In het vliegtuig zitten we business-class en daardoor lekker ruim. Jammer dat het maar 1 uur is. De menukaart vermeldt 4 gerechten, zodat we moeite hebben met kiezen. Nu hoeft dat helemaal niet, want je krijgt overal een heel klein beetje van. Het toilet beschikt, naast de gebruikelijke inventaris, over tandenborstels, naaigerei, scheerzeep e.d.

In Colombo wacht een medewerker van Air Lanka ons op. Hij brengt ons meteen naar de douane. Helaas is Jan daar niet op voorbereid en haastig vult hij de nodige papieren in en holt achter ons aan. Sommige mensen hebben extra begeleiding nodig.

In de aankomsthal wisselen we geld en bevestigen de terugreis. We hebben geen trek meer in verrassingen!

Victor, onze gids voor de aankomende dagen, stond 2 dagen geleden ook op het vliegveld. Pas daar hoorde hij van de veranderingen. Wij snappen dat niet, want we weten zeker dat Primare hen al eerder op de hoogte heeft gebracht.

Het busje is schoon, nieuw, goed onderhouden en heeft air-condition. Samen met de vlotte reis vanaf Male geloven we dat nu alle tegenslagen overwonnen zijn. In het donker zien we weinig van het landschap op de route naar Kandy. Onderweg passeren we veel politiekontroles. Victor doet dan het licht in het busje aan zodat ze zien dat we toeristen zijn. Ongehinderd slingeren we tussen de obstakels door. Auto´s met Sri Lankanen worden wel aangehouden.

Om 0.30 uur komen we bij hotel Topaz, een oud koloniaal gebouw bovenop een heuvel. Het heeft hierdoor een zekere stijl. De bedienden haasten zich om onze bagage naar binnen te slepen. Wij frissen ons op en gaan slapen; morgen moeten we vroeg op.

 

Donderdag 27-11: Kandy en de rit naar Giritale

Vanuit de eetzaal hebben we een schitterend uitzicht over de omgeving. Kandy ligt tussen de heuvels en aan onze voeten. Het ontbijt smaakt daardoor een stuk lekkerder.

Na het ontbijt wachten we buiten op Victor. Het zwembad straalt ons in al zijn koelheid aangenaam toe. Jammer dat we dat niet wisten, want we krijgen zin in een frisse duik.

Om ons een indruk te geven van Kandy rijdt Victor door het centrum. We rijden langs het meer de heuvel op waar een groep apen bij een vuilnisbelt zit. In mijn beleving zien apen er schoon uit, maar deze hebben de grauwe kleur van het afval waar ze in wroeten.

Terug bij het meer komen we langs markten en de tempel van de tand. Iedere dag worden hier offers gebracht, waarbij de mensen langs de schrijn lopen waarin de tand van Boeddha is opgeborgen. De schrijn staat indrukwekkend opgesteld tussen twee enorme slagtanden van olifanten. Dit staat ten minste in de reisgids, want wij hebben er geen tijd voor.

Victor stopt wel bij een winkel waar ze, naast allerlei oude spullen, traditionele gezichtsmaskers verkopen. Deze zijn met natuurlijke kleuren beschilderd en veel mooier dan de fel gekleurde, glimmende nieuwe maskers die je elders ziet. Na enig onderhandelen nemen we er 1 mee in het busje. Het begin van een grote verzameling souvenirs.

Victor vraagt of we geïnteresseerd zijn in produkten van Sri Lanka en stopt bij een juwelierszaak. In de werkplaats maken 3 medewerkers de sieraden. Jan doet zijn ringen af en laat ze schoonmaken en polijsten. Hierdoor glimmen ze als nieuw en voelt hij een zekere verplichting om iets te kopen. Hij bekijkt de verzameling ringen en na lang zoeken, keuren en onderhandelen koopt hij een donkerblauwe saffier in een eenvoudige zilveren setting.

Na de lunch stoppen we bij een kruidentuin. Hier krijgen we een uitgebreide rondleiding langs de daar groeiende kruiden en de gids vertelt over hun werking. Het is allemaal goed voor ons en veel beter dan medicijnen. Bovendien is het betaalbaar, want op Sri Lanka groeit alles ook in het wild. Zo staan hier kruidnagel, cacao, kardemom, dille, nootmuskaat, kaneel, koriander, aloë, vanille, kokosnoot, gember, peper, saffraan, sandelhout enz.

Na de rondleiding ruiken en proeven we aan potjes met kruiden, zalven en extracten. Hierbij krijgen we uitleg over wijze van gebruik en dosering. Om het te onthouden staat alles ook op papier; in het nederlands. Hoogtepunt is een massage: hoofd, nek, borst en rug worden met massage-olie ingesmeerd en soepel gewreven. Truus geeft het goede voorbeeld door haar rug te ontbloten.

Na deze weldaad lopen we naar de winkel voor de inkopen. Specerijen als peper, curry, nootmuskaat e.d. zijn spotgoedkoop. Hierdoor laden we onze armen vol met pakjes, flesjes en potjes. Bij de kassa blijken de zalven en essences duur te zijn, zodat we haastig het een en ander terug leggen. Volgens ons kunnen ze goed uitleggen, maar nog beter verkopen!

We hebben nu genoeg geld uitgegeven en gaan bij de koperslager alleen kijken. Achter de winkel zitten 2 mannen te wachten op toeristen. Als we binnen komen gaan ze aan het werk, dat ze meteen weer onderbreken om voor Jan en Ivanka een olifantje uit een koperen plaat te slaan. Dit alles uit de losse hand. Ze geven de hanger gratis en dat schept morele verplichtingen.

Naast het koperwerk hebben ze sieraden. Jan vraagt wat ze van zijn aankoop vinden. Voorzichtig bekijkt de man hem en denkt dat het een steen uit India is. Als Jan zegt dat hij hem gekocht heeft als een blauwe saffier uit Sri Lanka bekijkt de man hem opnieuw en zegt vervolgens dat Jan een goede koop heeft gesloten. Het druist tegen de volksaard in om iemand teleur te stellen of zijn gezicht te laten verliezen. Ivanka bekijkt alle ringen en vindt een vierkante mooi. Hij moet op maat gemaakt worden, maar dat is geen probleem. Ze brengen hem vanavond naar het hotel, dat is maar een paar uur rijden!!? Volgens Victor kunnen we er op vertrouwen dat het in orde komt. Na 2 dagen brengen ze hem inderdaad onderweg bij ons!

De volgende stop is de batikfabriek/winkel. De rondleiding door de produktieafdeling is interessant. De was wordt au-bain-marie vloeibaar gemaakt en door vrouwen aangebracht op kleden. Dit doen ze uit de losse hand, zonder patroon of voorbeeld. Hierna dompelen ze het in een verfbad. Na drogen wordt op een aantal delen een 2e waslaag aangebracht. Dit herhaalt zich zo 4 keer. Na de laatste verfbeurt koken ze het kleed in water zodat alle was er uit gaat. Door het procédé, waar was zit kan geen verf in de stof trekken, ontstaan tekeningen en kleuren. Het eindprodukt is van hoge kwaliteit en er zitten echte kunstwerkjes tussen.

Dit betekent niet dat we iets kopen. Het is mooi, maar ook erg duur. Bovendien, wat moet je er mee. Aantrekken kun je de kleding die er van gemaakt is amper en om de muur vol te hangen met die kleden? Met lege handen vertrekken we en eigenlijk zijn we een beetje trots op ons zelf dat we de koopzucht hebben overwonnen.

Victor kent een boerenfamilie die demonstreert hoe ze leven en alles van de kokosnoot gebruiken. De vrouw verwelkomt ons en zet een ijzeren pin in de grond. Deze gebruikt ze om de kokosnoot te schillen. Hiervoor kan alleen de bruine kokosnoot, die met haren, worden gebruikt. De gele koningskokosnoot is alleen geschikt om het vocht van te drinken.

Na het schillen hakt ze de noot met een kapmes in tweeën en we drinken het vocht. Met een gekarteld wieltje schraapt ze het vruchtvlees eruit en mengt dit met water. Het mengsel perst ze uit en krijgt zo kokosmelk. Het overgebleven vruchtvlees is voer voor de dieren.

De schillen van de noot worden gehekeld, zodat er vezels van 15cm overblijven. Deze zijn wit, maar na drogen kleuren ze bruin. Van de droge vezels spint de vrouw draden, die getwijnd sterke touwen vormen.

Palmbladeren vlecht ze in elkaar en maakt er zo schermen van die dienst doen als dakbedekking of muur. Met het hout van de boom stookt ze een vuurtje waarop ze water kookt voor thee. Op deze manier wordt alles van de boom gebruikt in het huishouden.

Daarna doet de vrouw rijst in een houten blok en stamt er met een lange paal op. Het lijkt makkelijk om de paal in een vast ritme neer te laten komen, maar als wij het proberen gaat het onbeholpen. Door het stampen scheurt het vlies van de rijst en door het op te werpen in de lucht scheidt ze het kaf van de rijst. Daarna wast ze de rijst in een houten kom met ribbels van binnen. In de ribbels blijft zand achter zodat ze later zonder knarsen eten.

In de primitieve keuken mengt ze met een stenen deegroller de kruiden voor een curry. Aan de hoeveelheid pepers te zien kunnen we beter niet hier eten.

Deze demonstratie is boeiend en we geven we een leuk bedrag bij het afscheid.

Door alle winkels en werkplaatsen zijn we te laat om de rotstempel in Sigiriya te bekijken, maar volgens Victor kan dat ook morgen. Daarom rijden we door naar Giritale. Victor neemt de weg door het National Forest (de staatsbossen) waar we, als we geluk hebben, wilde olifanten zien langs de weg. In het donker, het is al laat, turen we naar buiten, maar na verloop van tijd verslapt de aandacht. Als Victor afremt schieten we overeind en de meest wakkeren onder ons vangen nog net een glimp op van een olifant die het bos in rent.

Naast de winkels en werkplaatsen hebben we natuurlijk veel meer gezien. Het verkeer rijdt door elkaar en het lijkt een chaos, maar doordat iedereen rekening met elkaar houdt gebeuren er geen ongelukken. Ook Victor rijdt rustig en voorzichtig. Naast en op de weg zien we veel mensen in traditionele kleding, winkels, kraampjes, honden, rijstvelden die bewerkt worden met buffels, koeien, tuc-tuc´s, schilderachtige vrachtauto´s en wegversperringen. Het geeft het beeld van een kleurrijke samenleving. De westerse invloeden zijn overal zichtbaar en we vragen ons af wie het meeste schade veroorzaakt aan de samenleving: de toerist of de terrorist.

Het Giritale hotel ligt bij een meer, maar in het donker zien we er weinig van. De ijverige kruiers slepen onze zware koffers naar de kamers waar we onze zwemkleding aan doen. Na deze vermoeiende dag hebben we behoefte aan een frisse duik. Tot onze verbazing hebben we het zwembad helemaal voor ons alleen.

Het eten smaakt prima, maar de koffie is niet te drinken: slap en smakeloos. Daarom vraag ik nieuwe, maar die is niet beter: wel sterker en viezer.

Een bandje brengt valse noten ten gehore. Als een duitse toerist met de pet rondgaat doen we niet mee. Dan gaan ze misschien nog langer door! Als de meeste gasten klaar zijn met het eten stoppen ze; heerlijk rustig.

 

Vrijdag 28-11: Polonnaruwa, het rotsfort en rit naar Anuradhapura

Vanuit het raam hebben we uitzicht op de overvloedige begroeiing met apen en vogels in de bomen. Daarachter ligt onder ons het Minneriya stuwmeer. In het grote meer zit veel vis en dat trekt vogels aan. Om de natuur te beschermen is het een vogelreservaat dat je met de boot kunt bezichtigen.

Bij het verlaten van de kamer let het personeel er op dat we de ramen sluiten, want anders komen de nieuwsgierige apen binnen. We hebben geluk dat de eetzaal verbouwd wordt zodat we buiten eten met uitzicht op het meer. Op een elektriciteitsdraad zit een ijsvogel met zijn felle blauwe kleur.

Net op weg zet Victor het busje langs de kant. In de berm lopen enkele 2 meter lange varanen, reuzenhagedissen, die niet gevaarlijk zijn. Een man voert ze om ze dichtbij te lokken. Met hun grote bek zijn ze indrukwekkend. De kinderen die er bij staan vragen niet om geld, er wordt nauwelijks gebedeld, maar om bon-bon (snoep) en pennen.

Polonnaruwa is een oude koningsstad die in de 11e en 12e eeuw zijn hoogtepunt bereikte met de bouw van veel tempels en paleizen. Door de voortdurende oorlogen tussen bevolkingsgroepen en de prinsen om de macht over het eiland raakte het in verval. Nu resten de ruïnes. De stenen onderkant van de gebouwen werd versierd met beeldhouwwerk. Afbeeldingen van olifanten, ganzen, koeien, tijgers, leeuwen en dansende dwergen zijn favoriet. Dit alles is ook terug te vinden op de "maansteen", een halfcirkelvormige steen. Via deze steen betreedt je het gebouw waarvan alleen het onderste deel is overgebleven. De rest van het gebouw was uit hout opgetrokken en dat is in dit vochtige, warme klimaat totaal vergaan. We worden gekonfronteerd met de schaduwkant van het weer en zoeken, samen met de souvernirverkopers, beschutting tegen de regen. Toen we rond liepen probeerden ze ons souvenirs te verkopen, nu stoppen ze hun waar weg en beginnen een praatje. Als het Victor te lang duurt lenen we een paraplu van de verkopers en gaan verder. We zijn vlug klaar want het stelt eigenlijk niet zoveel voor.

Victor rijdt naar een volgende heuvel waar nog meer ruïnes staan. Hier bevinden zich ook de resten van een tempel waar de tand van boeddha bewaard werd.

Truus blijft in het busje. Ze voelt zich zwakjes, maar alles gaat goed zolang ze maar niet eet!

Op weg naar de volgende bezienswaardigheid horen we met een klap iets onder het busje uitvallen en er schuurt iets over de weg. Achterom kijkend zien we het reservewiel liggen. Met hulp van een voorbijganger bevestigt Victor hem weer onder het busje en geeft de man geld. Het is normaal om op Sri Lanka iets te geven als je geholpen wordt en dat geldt niet alleen voor toeristen.

In een rotswand zijn grote boeddhabeelden uit het gesteente gehouwen. De marmering van het natuursteen geeft een speciaal effect aan deze heilige kunstwerken. De boeddha´s zijn afgebeeld in verschillende posities: liggend, meditatie en verdriet. Als een boeddhabeeld ligt kan hij zowel een slaaphouding hebben als het moment van overlijden uitbeelden. Aan de stand van de voeten, die recht overeind staan, zie je dat deze net overlijdt. Voor het boeddhisme betekent dit dat hij het nirwana bereikt, de hoogste staat van eenheid met het universum.

Als we bij een kiosk gele koningskokosnoten leegdrinken komt een moederhond met haar jongen naar ons toe. Jonge dieren zijn vertederend en we voeren crackers die Truus gekocht heeft. Die houdt Truus ten minste binnen. De souvenirverkopers hebben postzegels, bewerkte fluiten en scepters, houten olifanten en boeddha´s. Het meeste is niet mooi, maar een houten kop die ze voor 7.000 rupies aanbieden is fijn bewerkt. Bij vertrek kan Jan hem kopen voor 3.000, maar doet het niet. Achteraf heeft hij er spijt van.

Na de bezienswaardigheden is de commerciële sector weer aan de beurt. In een timmerwerkplaats maken ze meubels, kasten en houtsnijwerk. Ze laten zien hoe je met 1 kleurstof verschillende kleuren maakt door de zuurgraad te veranderen. Zo ontstaat er rood, (licht)paars en geel. Met deze verf beschilderen ze maskers en beelden in natuurlijke zachte kleuren. In de grote winkel met beelden en houtsnijwerk in alle maten, vormen en houtsoorten ziet Jan een groot beeld. Hij schrikt van de prijs, maar die gaat meteen 50% naar beneden. Voor Jan reden genoeg om eerst eens te gaan lunchen. Gerda en Truus bellen naar Nederland dat we voorlopig nog niet terugkomen, zodat er geen zoekacties op touw gezet worden door ongeruste familieleden en hondenoppassers.

In het restaurant naast de winkel hebben ze nog niet veel ervaring. Ze vragen 3x wat we besteld hebben en dan zien we iemand weg lopen om de boodschappen te doen. Weer terug moeten we enkele gerechten veranderen, omdat ze de spullen niet kunnen krijgen. Het duurt lang voor we iets te eten krijgen en dan nog klopt het niet. Wij maken daar geen punt van, want we zijn wel wat gewend. Tijdens het eten vertelt Victor over zichzelf en laat foto´s van zijn familie en zijn tochten met andere toeristen rondgaan. Hij werkt al 25 jaar als reisleider op Sri Lanka. Vroeger voor zichzelf, maar de laatste jaren in loondienst. In hem zijn verschillende nationaliteiten en geloven verenigd. Zijn moeder was een katholieke uit Birma en zijn vader een Sri Lankaanse boeddhist. Zijn broers zijn boeddhist, maar hij is katholiek net als zijn vrouw en zonen. Zijn zonen wonen niet op Sri Lanka: een woont in Italië en de ander werkt bij een bank in Dubai. Volgens hem verenigen kinderen van gemixte rassen het goede van beide, dit ziet hij ten minste bij zijn kinderen.

Terug in de winkel lopen we weer langs de beelden. Wij kopen een boeddha beeld en Jan onderhandelt over het grote beeld. De prijs zakt verder tot Jan tevreden is. In Nederland koop je dat niet voor die prijs. Het is makkelijk betalen met een creditcard.

Onderweg naar Sigiriya kijkt Victor uit naar wilde olifanten, maar we zijn al tevreden met een vos, een mungo (wint het van een cobra) en olifanten ka-ka. Dit laatste spreekt voor zich.

Bij het rotsfort, dat boven op de berg ligt, kijkt Co verstoord op. Nee, hij loopt niet helemaal naar boven, dat is veel te ver en hij heeft vakantie. Een stukje lijkt hem wel leuk. Truus is nog steeds zwakjes en begint er helemaal niet aan. Ze gaat in een restaurant thee drinken.

Het gigantische rotsfort stamt uit de 5e eeuw en was een bijna onneembare vesting. Na een verloren beleg is het verlaten en vervallen. Pas in de vorige eeuw is het herontdekt door de britten en deels gerestaureerd door Unesco.

De vesting bestaat uit een grote granieten rots die 200 meter loodrecht omhoog steekt uit het landschap. Aan de voet van de rots bevonden zich tuinen, vijvers en winterpaleizen. Het water voor vijvers en fonteinen stroomde door een ingenieus stelsel van buizen en richels van de top naar beneden. De top stond vol met paleizen en vijvers en was de verblijfplaats van de koning in de warme zomerperiode.

Via de ingang van de olifant lopen we over gladde steile trappen naar boven. Co en Gerda krijgen ondersteuning van mannen die mee lopen. Ze voelen zich als de vroegere koningen die naar boven gedragen werden.

Halverwege de klim komen we langs de spiegelwand. Deze gladgestuckte wand werd ingesmeerd met eiwit en honing. Hierdoor begon hij glimmen en weerkaatste de afbeeldingen op de andere wand. Deze tekeningen zijn heel bijzonder voor een boeddhistisch land, want het zijn halfnaakte, met sieraden behangen vrouwen. Experts denken dat de tekeningen puur voor het genot van de koning zijn aangebracht en dat alleen hij door deze gang mocht lopen. Op het eind van de gang werd hij opgewacht door de dragers die een andere weg namen.

Op tweederde van de helling komen we op een platform. Gerda en Co rusten uit en de rest klimt via de ingang van de leeuw naar boven. Deze ingang werd zo genoemd omdat de trap door de bek van een reusachtige stenen leeuw liep. Nu staan alleen de poten er nog van.

Op de top is niet veel te zien van de vroegere paleizen en vijvers. Funderingen en kuilen markeren waar alles stond. De koning zocht hier vanaf zijn troon een vrouw uit die in de vijver zwom. In totaal had hij er 500, zodat hij wel moest kiezen. Het uitzicht is adembenemend en je kijkt naar alle windstreken. Zo zagen ze de vijand al van verre aankomen. Jan maakt een foto en voorlopig is dat zijn laatste. Het toestel valt uit elkaar en Jan begrijpt nu dat de losse schroefjes in de lens een funktie hebben.

De tocht naar beneden is zeker zo vermoeiend als naar boven. We nemen een andere weg en verlaten de wand via de ingang van de cobra. In de hoge, steile rotswand zijn de contouren van een cobra uitgehakt. Beneden drukt een man een houten olifant in onze handen. We proberen hem open te maken, maar dat lukt niet en Co koopt er een: "je moet wat".

We pikken Truus op bij het restaurant en de ober vraagt aan Jan of hij iets wil drinken. Die wil dat wel als hij het flesje mee mag nemen. Dat is goed en Jan loopt met het flesje naar de bus, maar dan raakt de ober in paniek. Jan mag het flesje niet meenemen, want dat moeten ze inleveren! Jan biedt aan om voor het flesje te betalen, maar dat kan niet. Hieruit blijkt weer het cultuurverschil. Srilankanen zeggen geen nee, want ze willen je niet teleurstellen en zo je gezicht laten verliezen. Dit betekent echter niet dat het goed is. Uiteindelijk giet Jan de cola in een lege waterfles en is iedereen tevreden.

Het is donker als we weg rijden en Victor schat dat we over 2½ uur in Anuradhapura zijn. Onderweg geeft hij gas op de verlaten weg en bereikt zelfs de snelheid van 110km. Na 1½ uur zijn we er en Victor verontschuldigt zich voor zijn "crazy" rijgedrag. We vinden inderdaad dat hij raar rijdt en hebben de indruk dat hij nachtblind is.

 

Zaterdag 29-11: Anuradhapura, Dambulla grottempels en olifanten

Het ontbijt in het Nuwarawewa Rest House smaakt goed, alleen Truus eet niets. Ze is zwak en misselijk, maar alles gaat goed zolang ze maar niet eet.

Anuradhapura was veertienhonderd jaar de hoofdstad van Sri Lanka en een van de mooiste steden ter wereld. Na de zoveelste verwoesting in 993 is de stad en omgeving verlaten. Pas eind vorige eeuw werden de overblijfselen ontdekt door de britten. De ruïnes strekken zich uit over een groot oppervlak.

We bezoeken de ruïne met de oudste, oorspronkelijke maansteen. Er staat een hek om verder afslijten te voorkomen. Balancerend op de rand van het hek en een beeld weten Truus en Jan, die de camera gerepareerd heeft, er een foto van te maken. Verder vallen de hoge druppelvormige stupa´s en grote boeddhabeelden op. In het Archeologisch museum bevindt zich een mooie verzameling beeldhouwwerk uit de gloriedagen van dit land.

Het Mahavihara is een groot oud boeddhistisch klooster en een heilige bedevaartsplaats. Op het terrein staat een 25 eeuwen oude loot van de boom waaronder Boeddha verlicht werd. Het is de laatste nog levende loot en daardoor heel bijzonder. Veel heilige bomen bij andere tempels op Sri Lanka en elders stammen af van deze boom. Sinds vorig jaar is er naast deze boom een jonge loot gepoot. Hij wordt, net als het hele complex, beschermt door een hekwerk en gewapende militairen. Ze zijn bang voor een aanslag door de Tamils.

Van de parkeerplaats naar de ingang van het klooster lopen we langs kramen. Hier kopen pelgrims hun offergaven: olie en lotusbloemen. Victor koopt voor ieder van ons een mandje bloemen en we kunnen kiezen uit de kleuren paars en wit. De dames nemen wit en de heren, die zijn minder onschuldig, paars. Bij de ingang wordt iedereen met een metaaldetector gefouilleerd. Zelfs je portemonnee moet je open doen.

Ruïnes zijn saai, doods en vervelen vlug. Hier kijken we naar levendige, kleurrijke ceremonies en gebruiken. Overal hangen vlaggen waarop mensen wensen en verlangens hebben geschreven. De bloemen leggen ze bij boeddhabeelden en de olie brandt op speciale plaatsen. De hoeveelheid en opstelling doen me denken aan de kaarsenverbranding in Lourdes. Tijdens een gebed zegenen monniken een draad en gelovigen krijgen een stuk om hun hals of pols. Gerda, Ivanka en Truus tooien zich er ook mee.

Na deze belevenis zetten we koers naar Dambulla. Onderweg zien we voor het eerst toeristen op de fiets. Victor passeert ze en stopt dan in de berm. Een van de fietsers vliegt bijna tegen ons op en passeert vloekend. Later komen we de vlamingen weer tegen in Dambulla. Daar bevinden zich boven op de berg grottempels met boeddhabeelden. De grotten zijn in de loop van meer dan 2.000 jaar uitgehouwen in de 200 meter hoge rots. Co kijkt naar boven en vindt nog steeds dat hij vakantie heeft en wacht beneden op ons. Truus voelt zich iets sterker en gaat het proberen.

Over de trappen lopen we naar boven. Een paar jongens tillen de deksel van een mand en spelen op de fluit. De cobra´s kijken verstoord op en zijn niet erg aktief. Door ze vast te pakken brengen de jongens er meer leven in. Halverwege rusten we uit en genieten van de zon, het uitzicht en de apen die met hun jongen rond lopen.

De tempels zijn uitgehouwen in de rots en staan vol met boeddhabeelden in verschillende posities. Als onze ogen gewend zijn aan de duisternis lopen we langs de lange rij en bewonderen de schilderingen. Het is spaarzaam verlicht met elektrische lampen, maar tot voor kort gebruikte men walmende kokosolielampen. Hierdoor is er veel schoonmaak- en schilderwerk nodig en Unesco steunt dit financieel. Na de bezichtiging lopen we naar beneden waar we Co slapend in het busje aantreffen.

Olifanten worden op Sri Lanka veel ingezet in de bosbouw en bij ander zwaar werk. Ze zijn belangrijk en kostbaar en worden goed verzorgd. In een rivier krijgen 5 olifanten een bad. We stoppen om foto´s te maken en een man laat zijn olifant rechtop zitten. Victor vraagt of we geïnteresseerd zijn in een rit op een olifant, want hij weet een plaats waar dat kan. Daar hebben wij wel oren naar!

Even later stopt hij bij een restaurant en loopt naar mensen toe die olifanten verzorgen. Hij praat met ze en het is geregeld. Even later horen we dat het 20 dollar p.p. kost, maar we willen deze belevenis niet missen.

Met riemen bevestigen ze grote jute matrassen met stro op de rug van de olifanten. Samen met een hekwerk vormen ze onze zitplaats. Gerda, Jan en Ivanka nemen plaats op Nona en Co, Truus en ik op Siritalya. Vanaf de rug van een olifant ziet de wereld er heel anders uit en de olifantendrijver zet ze in beweging. Nona heeft geen zin en blijft veelvuldig staan om ka-ka te doen. Langs de huizen volgen we een pad het bos in. Naast de drijvers loopt er met iedere olifant een jongen mee. Hij zorgt er voor dat we zijn aanwezigheid niet vergeten door te wijzen naar de verschillende struiken, bomen en dieren en te vragen naar onze namen, bestemming, herkomst enz. Tussendoor vertelt hij dat de drijver niet de eigenaar is van de olifant, maar slechts een arme werknemer. Langs de route staan kinderen klaar met een bloemenkrans die ze ons aanbieden.

Nona treuzelt zo dat we haar passeren, in de hoop dat ze dan meer zin krijgt, maar daar trapt ze niet in. Het pad eindigt bij een rivier en ik vraag me af waar we nu naar toe gaan. Ik wil alles graag onder kontrole houden. Het is de bedoeling dat de olifanten het water ingaan en met veel moeite lukt dat ook. Jan geeft zijn camera aan de jongen die de ene na de andere foto maakt. Jan wil niet het hele rolletje vol met olifantenfoto´s en vraagt hem terug, maar de jongen roept dat hij de foto´s wel maakt. Vanaf zijn hoge positie kijkt Jan machteloos toe.

Op de terugweg nemen we beurtelings plaats achter de oren van de olifant. De warme, ruwe en door haren stekelige oren schuren langs onze benen. Zolang de drijver hem in bedwang houdt is het leuk, maar als de olifant zijn slurf naar me toe beweegt kijk ik benauwd. De kinderen geven weer bloemen en daarom gooi ik geld naar ze toe. Het dwarrelt echter de verkeerde kant op en komt voor de olifant op de grond, die het wil pakken. Een jongen schiet voor de olifant langs en grist het weg, terwijl het dier kwaad trompettert. De drijver kalmeert de olifant, maar iedereen is duidelijk geschrokken. Ik voel me schuldig door mijn stommiteit.

Ook vandaag loopt het programma uit en om ½6 komt Victor er achter dat we niet op tijd bij het olifantenweeshuis komen. Dat is namelijk nog 1 uur rijden en sluit om 6 uur. Bovendien is het nog 2½ uur naar Colombo. De keus is makkelijk, we gaan wat drinken en rijden daarna rustig naar Colombo.

Tijdens de pauze belt Victor naar het vliegveld om de vertrektijd te checken. Het is maar goed dat hij dat doet, want er is een "small delay". We vertrekken niet om 3.00 uur maar om 7.00 uur. Even breekt er paniek uit in ons groepje, maar dan zien we de voordelen van deze vertraging. We blijven langer op de hotelkamer en slapen dan een paar uur. We komen later thuis, maar dat is dan maar zo.

In het donker rijden we naar Colombo. Hierdoor missen we veel van de kleurrijke voorsteden met winkels, stalletjes en industrieën. Vrouwen in uitgaanskledij gebaren automobilisten te stoppen en we vragen ons af wat ze verkopen. Volgens Victor de gele kokosnoten in de stalletjes, maar wij hebben een andere indruk. Naarmate we het centrum naderen wordt het drukker en westerser. We moeten zelfs voor stoplichten wachten!.

Het Sapphire Hotel ligt aan een drukke verkeersader, maar de kamers zijn goed geïsoleerd. In het chique restaurant eten we een chinese rijsttafel die uitstekend smaakt. Ter afsluiting bestellen we koffie met Tia Maria, maar daarvan raakt de ober in de war. Nee, ze hebben geen maria-thee, alleen chinese thee.

 

De terugreis

Voor ik ga slapen check ik voor alle zekerheid de vertrektijd van het vliegtuig, maar dat staat nog op 7.00 uur. Na een korte nachtrust haalt Victor ons om 4.00 uur op, want het is een eind rijden naar het vliegveld. Onderweg passeren we veel wegkontroles en bij de luchthaven worden alle auto´s doorzocht en kijken ze er met spiegels onder.

Bij het inchecken inspekteert de douane alle koffers en tassen. Jan moet het beeld, dat ingepakt is met kranten en tape, uitpakken. Jan hoort dat en schudt zijn hoofd. Nee, dat doet hij niet en vraagt de beambte, in het nederlands, of hij gek is. Deze schudt zijn hoofd en zegt dat het pakket open moet. Dit herhaalt zich enkele malen tot de beambte het zat is en Jan door laat. Eigenwijze mensen krijgen altijd hun zin!

Bij de balie vragen we Air Lanka of zorgen voor een aansluitende vlucht in Londen. Dit is al geregeld en we vliegen het laatste stuk met KLM. Ze zijn ook bereid om voor ons naar het taxibedrijf te bellen, zodat wij heel tevreden zijn.

In het vliegtuig zijn de medewerkers onrustig. Ze lopen van voor naar achter en iedereen moet zijn paspoort laten zien. Twee mannen worden er uit gepikt en moeten van boord: vluchtelingen of terroristen?

De vlucht naar Londen verloopt zonder oponthoud. Ze zijn alleen spaarzaam met het serveren van de maaltijden. Het ontbijt krijgen we op Srilankaanse tijd, maar met de lunch stappen ze over op engelse tijd. Voor ons is het dan 17.00 uur!

We landen om 13.00 uur in Londen en hebben nog ruim 1 uur om over te stappen. We sluiten aan bij de balie van British Airways (BA) die de rest van de reis verzorgt. Er staan veel probleemgevallen voor ons en ik zeg dat voor ons de tijd dringt. Ik moet even geduld hebben, maar 5 minuten later stellen ze vast dat het hun niet zo vlug lukt. Daarom mogen we doorlopen naar de KLM-balie en het daar regelen. Tot onze verbijstering deelt KLM ons mee dat we niet geboekt staan en er nog vele wachtenden voor ons zijn!

Woedend lopen Jan en ik naar de balie van BA, waar we met enige krachttermen strooien. Niet dat dit helpt want de medewerker blijft ijzig kalm. Waarschijnlijk heeft hij iedere dag te maken met boze reizigers. Ook van hem horen we dat alles vol zit, maar dat we standby staan voor de volgende vluchten. Hij probeert ook de "ref" van Air Lanka te pakken te krijgen, want eigenlijk is het hun probleem.

Co belt naar taxibedrijf van Os om door te geven dat we voorlopig niet komen. Daar waren ze al achter want ze stonden voor niets op Schiphol. Air Lanka had ze niet gebeld over de veranderde aankomsttijden!

Na verschillende keren zonder succes standby te hebben gestaan komt de "ref" om 16.30 uur. Hij luistert naar ons probleem en kijkt wat hij kan doen. Hij overlegt bij KLM en BA en komt met 1 goed bericht en 1 slecht bericht terug. Het slechte is dat we vandaag niet meer weg komen, maar het goede is dat we morgen om 13.00 uur een plek hebben. Voor de nacht krijgen we een hotel. Bij ons slaan de stoppen door, maar het maakt ons wel creatief. Vluchten naar Rotterdam, Antwerpen, Brussel, Frankfurt; het maakt ons niet uit als we maar op het vaste land zitten!

De ref gaat informeren en vertelt even later dat we deze avond om 19.15 uur nog naar Brussel kunnen. We moeten dan zelf vervoer regelen naar huis. We zijn dolblij en zeggen dat we de rekening van de taxi wel naar Air Lanka sturen. Met een briefje van hem gaan we naar de terminal waar het vliegtuig vertrekt. Volgens hem is alles geregeld en weten ze dat we er aankomen.

Bij de incheckbalie weten ze echter van niets, maar dat is geen probleem. Ze weten alleen niet of er plek is, maar we mogen standby staan. We krijgen moorddadige gedachten bij de naam Air Lanka, maar besluiten het te proberen. Volgens de man is er ´n kans. Hier klampen we ons aan vast.

Als eerste staan we bij instapbalie en leggen nogmaals ons probleem uit. De man begrijpt het, maar kan niets beloven.

De passagiers stromen langs ons heen. Al vlug zijn we de tel kwijt, maar ons gevoel zegt dat hij vol moet zitten. Optimistische gedachten zitten er niet meer in ons hoofd. Tot onze verbazing en blijdschap zegt de man om 19.10 uur dat we mee kunnen en 5 minuten later gaan we de lucht in. Hierdoor kunnen ze niet onze bagage inladen, maar die moeten we in Brussel als vermist opgegeven.

In Brussel bellen we familie en werkgevers dat we morgen niet komen werken. Daarna wachten we op de taxi die Co geregeld heeft. Ons geduld wordt op de proef gesteld want pas om 23.15 uur komt hij waarna we eindelijk aan het laatste stuk beginnen. Om 2.00 uur stopt het busje bij ons huis en slaken we een zucht van verlichting.

Voor Air Lanka hebben we geen goed woord over en we gaan ze aansprakelijk stellen voor alle geleden schade. En krijgen natuurlijk niets!!

 Desondanks vinden we het allemaal een geweldig, leuke vakantie en we hebben heel wat te vertellen!

 

 

[duikvakanties] [fietsvakanties] [naar begin huidige pagina]