Nasa Chute


Geniaal lapje stof


Het verhaal


Toen ik in 1994 het Amsterdamse Vliegerfeest te Spaarnwoude bezocht, viel mijn oog op een opmerkelijk lapje stof. Op het veld stond een man (Cees) tamelijk onopvallend met een lap stof aan een stuurstok te vliegeren. Het geheel zag er zo apart uit dat ik het niet kon laten nader kennis te maken met de chauffeur van dit geboggelte. De man kon mij vertellen dat dit opmerkelijke zeiltje eigenlijk een NASA-experiment uit de jaren '60 was.

Toen hij het voorbeeld van de foto met de landingscapsule van een Apollo uit het boekje 'Kites' van Pelham aanhaalde, begon mij iets te dagen. Dit was een heuse 'Rogallo'. Rogallo was de man die aan de wieg stond van de paragliders. Na een tamelijk cynische start met deze softkites, werd Rogallo ontdekt door NASA. Hierdoor kreeg hij ineens de mogelijkheid om zijn gedachtekronkels serieus, compleet met wetenschappelijke rapporten, te testen in de testsites van NASA.
Ik sprak met mijn nieuwe vliegerkennis af dat hij mij zo'n testrapport met tekening op zou sturen.

Enkele weken later arriveerde de postbode met een envelop met daarin een set kopieën van het wetenschappelijke rapport. Van een restje spinaker maakte ik mijn eerste proefexemplaar van de chute. Eerst vloog ik de chute nog direct aan een stuurstok, maar al gauw werd de toom op sommige punten iets verlengd, zodat de chute gewoon aan 45 meter lijn kon vliegen. De prestaties van het lapje stof waren zo verbluffend dat al gauw een wat netter gemaakt exemplaar volgde. Overal waar ik met de chute kwam werden mensen razend enthousiast bij het zien van zo een simpele maar doeltreffende vlieger. Na enkele kopieën te hebben doorgegeven aan vreselijk fanatieke vliegeraars (lees Joep en Piet), kwam men tot aan Groningen in aanraking met deze nieuwe telg uit de stuntvliegerwereld. Reden te meer om nu de verbeterde Rogallo aan de rest van vliegerminnend Nederland te introduceren.

Omdat de tekening uit een wetenschappelijk rapport komt, zijn alle maten afgeleid van één basismaat LK (Lengte Kiel) genaamd. Als je deze maat vaststelt kun je alle andere maten procentueel uitrekenen. Ik heb nu het model op vier verschillende maten gemaakt zonder maar een teleurstelling. Dus voor diegene die van simpele constructies houden moeten maar snel een NASA-chute bouwen en zelf ervaren wat een stokloos, kamerloos lapje stof met wat toomlijnen voor hem kan betekenen. Vooral als je de basismaat LK vaststeld op 150 cm of groter, zul je worden verrast door een bizarre trekkracht. Een model met de basismaat 190 cm kon ik bij windkracht 7 niet eens meer met twee man overmeesteren.



Modellen





Nasa heeft indertijd 9 modellen getest. Bij de door NASA gehouden testen en windtunnelproeven zijn bovenstaande vormen gebruikt.



Tekening en maten (Lengte Kiel * %)


De volgende tekeningen zijn de bouwbeschrijving van Model 5

( X = variabele * Lengte Kiel )


Variabele Lengte Kiel
A 0,054 LK
B 0,063 LK
C 0,2 LK
D 0,066 LK
E 0,017 LK
F 0,08 LK
G 0,04 LK
H 0,026 LK
I 0,096 LK
J 0,02 LK
K 0,022 LK



De gehele tekening is opgebouwd vanuit een basismaat, te weten L/K.
Bij de windtunnelproeven uitgevoerd door NASA is de maat L/K voor model 5 vastgesteld op 190 cm. Omdat de maatvoering geheel gegeven wordt in percentages, is het vrij makkelijk om dit model te vergroten of te verkleinen.





Bepaal voor jezelf L/K en alle andere maten kun je uitrekenen. De grijze driehoeken in de tekening van de neus zijn coupenaadjes die in het zeil gestikt worden. Deze 7 naadjes zijn medebepalend voor de aerodynamische vorm.

Zet de tekening uit op een stuk papier. De met stippellijnen aangeduide punt is fictief en wordt alleen gebruikt voor het uitzetten van de maten. Alle maten zijn schone maten, er is dus geen rekening gehouden met zomen. Als je alle maten hebt opgetekend, kun je het papier uitsnijden en gebruiken als sjabloon. Je kunt natuurlijk ook de tekening rechtstreeks uitzetten op de stof.



Snijden en stikken



Snij de stof uit en houdt hierbij rekening met de zoom.

     


Stik eerst de afwerkingszoompjes om. Stik vervolgens de vleugelzijden zo om dat er een tunnel in de stof ontstaat.
Vervolgens kun je de delen A en A" met een Engelse naad aan B stikken.

Hierdoor ontstaan ook in deze naden tunnels. Door deze tunnels kun je nu een stuk toomtouw rijgen. Hieraan bevestig je straks de toom.

Vervolgens stik je de touwtjes met een zigzag vast waardoor deze niet meer kunnen verschuiven. Nu kun je de coupes (grijze driehoekjes) in het zeil stikken. Als laatste stik je de bandjes H aan de bovenzijde van de neus.
Sla vervolgens de stof naar binnen en stik de andere zijde van de bandjes H vast op punt D.




Toom



Je zeiltje is nu af en je kunt gaan tomen. Gebruik als toomtouw een stevig touwtje met weinig rek. Belangrijk is om nogal precies te werk te gaan bij het uitmeten van de toom.
Prik voorzichtig op de vastgestelde punten A1 t/m A12 en B1 t/m B6 met een soldeerbout gaatjes aan weerszijden van de ingeregen touwtjes.
Bevestig hieromheen met een stevig knoopje de toomtouwen.



Hieronder vindt je de juiste toomlengte in percentages van alle lijnen.
(A1 t/m A12 & B1 t/m B6)

Toomlengte % LK
 A1 0,975 B1 0,93
 A2 0,99 B2 0,91
 A3 0,985 B3 0,875
 A4 0,975 B4 0,85
 A5 0,98 B5 0,775
 A6 0,975 B6 0,7
 A7 0985
 A8 0,97
 A9 0,96
 A10 0,955
 A11 0,925
 A12 0,87



Je vlieger is nu gereed. Mocht bij je eerste proefvlucht blijken dat de vlieger achteruit wil vliegen , verstel dan de punten A11, A12 en B6 en klein beetje langer. Rest mij nog om je veel plezier te wensen met dit leuke speeltje.


Als je reacties of vragen hebt over EXET of enthousiast bent over deze site "http://www.exet.com" (na 1/11/98), dan wil ik dat graag van je horen.

mail naar mel@onscreen.nl