DE KATTENVLO
Ctenocephalides felis
Bouche
Een veel voorkomend probleem bij huisdieren is de
aanwezigheid van vlooien. Deze kleine, lichtgeel tot bruin, zijdelings
afgeplatte beestjes leiden vaak tot heftige jeuk.
Vlooien leven niet op de dieren, ze bespringen uw huisdier alleen maar om te
eten. Nadat ze bloed hebben gezogen springen ze van uw huisdier af en zoeken
een schuilplaats in de directe omgeving. Uit onderzoek is gebleken dat maar 1%
van de vlooien op uw huisdier zit, de rest zit dus verspreid in uw woning!
ALGEMENE INFORMATIE
ONTWIKKELING
SCHADE
De kattenvlo kan voor verschillende soorten lintwormen als
tussengastheer optreden, vooral voor de hondenlintworm. Tevens veroorzaken ze
huidirritaties en jeuk.
BESTRIJDING
Als u last heeft van vlooien dan kunnen wij uw woning
hiertegen behandelen. Balion gebruikt een hiervoor toegelaten
bestrijdingsmiddel. De behandeling bestaat uit het bespuiten van die plaatsen
waar vlooien (mogelijk) aanwezig zijn. Het door ons gebruikte middel is weinig
schadelijk en heeft een werkingsduur van ca. 6 weken, waarna het middel is
afgebroken.
Voordat een bestrijding wordt uitgevoerd dient u zelf de navolgende maatregelen
te treffen.
Er kunnen twee soorten vlooien voorkomen, namelijk de
hondenvlo en de kattenvlo. Hiervan komt de kattenvlo veruit het meeste voor,
ook bij honden.
Om zich te kunnen voortplanten heeft de vlo een bloedmaaltijd nodig. Om aan dit
bloed te komen bijt de vlo een klein bloedvat aan en zuigt het hieruit
stromende bloed op. Om te voorkomen dat dit bloed direct stolt spuit de vlo een
kleine beetje speeksel in de huid. Dit speeksel bevat een eiwit wat de
bloedstolling remt.
Het bloed is nodig om te leven en voor de productie van de eitjes. Deze eitjes
vallen in de directe omgeving van uw huisdier op de grond. Na 6-8 weken (bij
warm weer nog sneller), ontwikkelen deze eitjes zich tot nieuwe vlooien, welke
ook weer een gastheer (uw huisdier) opzoeken.
Vooral na vakanties wordt men bij thuiskomst direct besprongen door vlooien (de
zogenoemde vlooienplaag). Alhoewel de vlo van mensenbloed niet kan leven zullen
ze op zo een moment wel een proefbeet doen.
Na de behandeling dient het navolgende in acht te worden
genomen: