De Meelmot (Ephestia kuehniella)
Er zijn maar weinig meelproducerende of verwerkende fabrieken die niet regelmatig besmet worden met dit insect.
Het wijfje van de meelmot legt 600 tot 700 eitjes per keer Na 11 dagen komen de larven (rupsen) uit. Afhankelijk van de temperatuur leven ze vier tot tien weken in dit stadium. Daarna volgt een popstadium van 7 tot 20 dagen. Het volwassen insect leeft nog een tot twee weken. Van ei tot volwassen insect (imago) duurt bij hogere temperaturen vijf weken. Bij 18 tot 20 graden Celsius duurt dit proces ongeveer 2,5 tot 3 maanden. Beneden de 10-13 graden staat de ontwikkeling vrijwel stil.

De eitjes worden los gelegd in meel, zemelen, havermout en dergelijke. Alleen de larven voeden zich met deze producten. Zijn ze volgroeid, dan verlaten ze soms de voedselbron. Ze maken spinsels en verpoppen zich uiteindelijk. De kleverige spinsels maken dat het meel in grote trossen gaat samenhangen. Ook in leeggekomen ruimten kan de meelmot nog in verschillende stadia aanwezig zijn. Vooral in kieren, dubbele wanden en dode hoeken.

Schade ontstaat door materiaalverlies en door aantasting of verontreiniging met uitwerpselen en spinsels. Aangetast meel krijgt een onaangename geur. De larven tasten verder het fijne gaas aan van zeven in meelfabrieken. Het samengesponnen meel zorgt in fabrieken en bedrijven voor verstopping van buizen, trechters en zeven.

Voor wering moeten binnengekomen goederen worden gecontroleerd op de aanwezigheid van insecten. Indien mogelijk moet de temperatuur zo laag mogelijk worden gehouden. Als voorraden aangetast zijn, moeten deze apart worden opgeslagen en snel verwerkt of vernietigt worden. Leeggekomen ruimten of opslagplaatsen grondig schoonmaken, eventueel laten behandelen met een insecticide met langdurige nawerking. Machines, apparatuur, leidingen en ruimten waarin meelproducten worden verwerkt regelmatig schoonhouden.