indrukwekkend om te zien, nu er nog zien te komen

Het wachten wordt beloond. Het is van-morgen weer lekker zonnig, de temperatuur is nog niet zo erg hoog maar het is wel droog.

We nemen weg 604 naar Elvekrok. Deze plaats ligt aan het einde van een uitloper van de Jostedalsbreen, genaamd Nigardsbreen.

Dit is de gletsjer die vandaag op ons verlanglijstje staat.

Bij het Breheimsenteret wisselen we geld voor de tolweg naar de par-keerplaats, waar we de bergwandelschoenen aantrekken voor we de uitstap beginnen.

hoe ver is het nog?

hier zijn we echt aan de voet van de gletsjer

De start is al gelijk goed, we moeten direct door het smeltwater van één van de vele watervallen waden.

We proberen onze schoenen zo droog mogelijk te houden, maar dat lukt zeker niet altijd. Hoe droger je zolen, hoe gemakkelijker je op de oneffen rotsen kan lopen.

‘s Zomers vaart hier een bootje, maar wij zijn op onze eigen benenwagens aangewezen.

Het pad wordt goed aangegeven met rode “T”s en loopt bijna steeds parallel aan het smeltmeer. Het pad gaat op en neer en we worden ingehaald door een groep, aangevoerd door een gids. Zij gaan sneller dan wij en zijn op weg naar de voet van de gletsjer, om deze met touwen en stijgijzers te gaan belopen. Ons niet gezien.

dichterbij kan het niet


Zoals gewoonlijk raast en tiert Elly dat het nu echt de laatste keer is dat zij mee gaat met zo’n wandeling. Sander weet haar toch te overtuigen het laatste stukje ook nog te doen en het resultaat van onze inspanning zijn mooie foto’s.

hier start de groep

is ijs wit of kan het

onder leiding van de gids

ook blauw zijn?

Als we terug zijn op de parkeerplaats is er een bus uit Berlijn. De passagiers mogen ook even de benen strekken en plaatjes schieten. Eén van de mannen waagt ook een stukje van de route, die wij net in twee keer een uur hebben afgelegd, met gewone molières. Dat dit geen succes is blijkt bij terugkeer na ongeveer 15 minuten. Zijn zitvlak is drijfnat, hij is duidelijk uitgegleden en heeft het niet droog kunnen houden.

Wij ruilen onze schoenen om, nemen wat te drinken en rijden terug naar het Breheimsenteret, waar we niet de terugweg nemen maar nog een stukje verder rijden. Veel verder blijkt niet te kunnen en we moeten al weer snel keren om terug te rijden naar Gaupne.

Daar doen we eerst nog wat inkopen voor we onder de douche springen. Ook onze truien en lange broeken stinken en krijgen een wasbeurt en worden vervolgens op ons droogrek in de zon gelegd. ’s Avonds hebben we alles weer droog binnen.

Sander betaalt de camping en scoort gelijk nog een “Trol” voor achter op de caravan. Morgen wachten de Jotunheimen en de Dovrefjell.

maandag 30 mei 2005                       dagtotaal   84 km       cumulatief 2.234 km

Vanmorgen zijn we redelijk op tijd weer op weg, Hjerkinn in Dovrefjell staat voor vandaag op het programma. Wij willen muskusossen gaan scoren. Voor we daar zijn moeten we nog een heel stuk rijden.

We blijven op weg 55 langs één van de laatste uitlopers van het Sognefjord. In Skjolden staat een bord, dat aangeeft dat het volgende benzinestation 77 km. verderop is. Geen probleem denkt Sander, we kunnen nog zeker 150 km. met deze tank rijden. Het pakt iets anders uit.

de sneeuwmuur is hier zo’n drie meter hoog

De weg gaat hier ineens zeker 11 procent omhoog, waardoor er in een knap lagere versnelling moet worden gereden (soms zelfs in de eerste versnelling!).

Dan gaat het opeens een stuk harder met het brandstofgebruik. En de aanwijzer voor de resterende kilometers zakt dan ook angst-aanjagend.

Bij een stukje weg, dat weer naar beneden gaat stoppen we de combinatie en vullen voor de zekerheid de 10 liter diesel uit de reserve jerrycan bij.

hier zijn we op ons hoogste punt aan gekomen

Zo lekker als het weer was bij de start, hier is het nog maar 3 graden boven nul en af en toe worden we ook op wat sneeuw “getrakteerd”.

Als we op de hoogvlakte aan komen zien we skiërs en snowboarders in de weer op een hoogte van 1400 meter boven de zeespiegel. Dat hebben wij ook net afgelegd en het gaat nog hoger, tot wel 1434 meter aan toe. Iets meer dan waar we op gerekend hadden

Als je omhoog gaat, moet je ook weer omlaag. Dat gaat er gelukkig wel wat geleidelijker aan toe, maar 8 procent.

In Elveseter staat de Sagasøla, een 33 meter hoog monument met motieven van de Noorse geschiedenis.

 

We rijden door naar Lom, waar we allereerst de tank en de reserve jerrycan weer volgooien, je weet maar nooit.

Dan parkeren we bij de staafkerk van Lom en nemen eerst een kopje koffie voor de schrik. Lekker een boterham erbij en dan zien we wel verder.

We worden aangesproken door een stel Nederlanders, dat met zijn vieren op hotelreis op weg naar Ålesund is. Zij komen nu uit Dombås en willen via Geiranger reizen. Wij raden ze aan om van daaruit een retourtje naar Hellesylt te nemen en dan over de Trollstigveien

 via Åndalsnes naar Ålesund te reizen. Zij vinden dit een goed idee en zullen proberen of het lukt.

het staafkerkje van Lom

het staafkerkje van Vågåmo

Dan gaan wij het staafkerkje van Lom bekijken. Hier wordt weer een, in onze ogen, onredelijke entree gevraagd en wij besluiten dan ook om ons wederom tot de buitenkant te beperken.

We kopen naderhand een ansichtkaart van het interieur, dat is veel goedkoper en zo goed kunnen we het zelf toch nooit fotograferen.

Bij Lom gaan we rechtsaf weg 15 op richting Otta, aan de E6.

Voor we daar zullen zijn komen we eerst nog door Vågåmo, waar ook een staafkerkje staat.

Deze staafkerk heeft een losse klokkentoren, iets wat hier in Noorwegen wel vaker voorkomt. Het is erg druk rondom de kerk met stemmig geklede mensen. Waarschijnlijk de voortekenen van een begrafenis en we besluiten deze mensen niet in de weg te willen lopen.

Na een paar foto’s stappen we weer in de auto om verder te rijden naar Otta en Dombås.

Daar bezoeken we het plaatselijke informatiebureau om te vragen waar we kans maken om muskusossen te zien. We hebben pech, pas over een paar weken zullen er tochten worden georganiseerd om deze beesten in de Dovrefjell te gaan bekijken.

We maken echter kans, gezien het koude voorjaar, deze beesten langs de E6 zelf te zien tussen Hjerkinn en Kongsvoll. We besluiten een poging te wagen en zijn uitermate tevreden over het resultaat.

 

het is niet ongevaarlijk zo langs de spoorbaan

we horen dat er nog al eens één sneuvelt

We zien geen van deze beesten en rijden eerst iets te ver door, maar als we zijn gekeerd en terug rijden naar Hjerkinn hebben we geluk. Elly denkt er één te zien. Sander loopt terug en ziet hem grazen langs de spoorrails, op een veilige afstand achter de rivier. Met een vergroting van 8 keer, kan hij de muskusos toch nog zo dichtbij halen, dat de foto’s zelfs niet onaardig zijn geworden. Eerst fotografeert hij het grazende beest aan de zijkant en later draait de os zich zelfs nog naar hem toe. Dat is nog eens mazzel hebben.

We keren terug naar Hjerkinn, waar we weg 29 naar Alvdal nemen, om daar weg 31 op te draaien richting Røros. Het weer wordt minder en weldra rijden we in een regenbui die zelfs af en toe overgaat in natte sneeuw. Het is niet leuk.

Elly zoekt in de campinggids naar een plaats voor de komende nacht. Er zijn hier genoeg campings te vinden en het wordt uiteindelijk Kvennan Camp in Tolga.

We zien een tweetal caravans prachtig aan de snelstromende rivier de Glomma staan en besluiten dat ook wel te willen. We melden ons aan de receptie en wie schetst onze verbazing als we in het Nederlands worden begroet. De man blijkt in de zomer receptionist te spelen en in zijn vrije tijd het vliegvissen te bedrijven, een grote hobby van hem. In de winter houdt hij de homesite van de camping bij. Hij vraagt hoe wij aan het adres van deze camping zijn gekomen en is eigenlijk best teleur gesteld als blijkt dat wij “maar” een paar toevallige passanten zijn en niet zijn gekomen via zijn Internetsite.

We betalen de verschuldigde Noorse Kronen en kunnen gaan staan waar we willen. We zoeken een mooi plaatsje achter een stel Duitsers uit Berlijn en even later komt hij met de sleutel van het elektriciteitskastje. We kunnen de kachel weer opstoken en weer lekker ons broodje bakken.

De man is hoogst belangstellend naar Droppie, maar waarschuwt ons wel voor vossen en steenarenden. Een gewaarschuwd mens telt voor twee en wij besluiten er niet aan mee te willen werken om deze dieren op poezenvlees te trakteren en houden haar binnen, zeer tegen Droppie’s zin.

dinsdag 31 mei 2005             dagtotaal 381 km       cumulatief 2.615 km

Vandaag staat eerst Røros op het programma. We zijn gewaarschuwd door de Nederlandse receptionist in Tolga voor het strenge toezicht en de hoge boetes voor verkeerd parkeren in deze plaats. We kunnen wel vrij bij een supermarkt parkeren en we doen dat dan ook.

We informeren bij de VVV naar de tijden van rondleidingen bij de kopermijn en komen erachter dat we minimaal twee en een half uur moeten wachten. Dat vinden we teveel. Zo lekker is het weer nu ook niet met een luttele vijf of zes graden boven nul en we besluiten door te rijden. De kopermijnen blijven echter op het verlanglijstje van Sander, dat komt misschien ooit een andere keer aan de beurt.

we treffen onze eerste rendieren

We besluiten door te rijden naar Hedeviken in Zweden, waar we Ove Djurberg hopen aan te treffen op zijn tweede camping al daar.

We nemen weg 31 in Røros, die bij de Zweedse grens overgaat in weg 84. Het is hier erg fris, om niet te zeggen koud en we worden dan ook wisselend verrast door wat fijne sneeuw. Het weer is niet echt uitnodigend om langs de weg te stoppen voor een bakje koffie.

Vlak vóór deze grensovergang begint Elly zich weer uitermate zenuwachtig te maken over het paspoort van Droppie, wat Sander toch wel wat kregelig maakt. Dit is nu de zoveelste keer dat we de grens over gaan en we hebben nog nooit problemen gehad, waarom je dan nu zorgen maken over iets wat toch niet komt?

Ook nu weer blijkt de zorg “um sonst”, er is nota bene niemand te zien in de douanekantoren en we kunnen dan ook ongehinderd Zweden in rijden.

Vlak over de grens in Zweden tussen Fjällnäs en Tänndalen zien we bij 6˚ C onze eerste rendieren.

Even later zien we nog eens vijf schitterende rendieren met mooie witte geweien, maar de foto mislukt door een fietser die wij net zijn voorbij gegaan, maar die nu ons weer voorbij gaat. Jammer!

We zitten nog vrij hoog en het is hier duidelijk een skigebied in de winter.

Verdwaald staat hier en daar nog een sneeuwscooter en we zien de reclames hangen van skiliften en skiverhuur. Maar het seizoen is duidelijk afgelopen, wat verdwaalde sneeuwresten laten zien dat afdalingen nu niet meer mogelijk zijn. De natuur verandert ook zienderogen: van dennenbomen naar loofbomen, de temperatuur is ook al opgelopen tot 14˚ C en even later wordt het zelfs 18˚ C.

Op een zonnig gelegen parkeerplaats met uitzicht op het hele grote meer Lossen maken we een plas- en koffiestop. Droppie mag weer even rondsnuffelen terwijl wij lekker peuzelen op een boterham en ons de koffie goed laten smaken. Wat is het leven toch heerlijk.

Als we in Hedeviken aankomen op de camping blijkt Ove er niet te zijn. Hij heeft de camping dit jaar verhuurd aan een echtpaar met de optie hem later definitief over te nemen. Het stel zit te eten, maar springt direct op en poogt ons te woord te staan. Dat gaat niet echt goed. Zij spreken alleen Zweeds en onderling Russisch, naar later bleek. Hun dochter spreekt wel een beetje Engels maar voelt zich duidelijk niet op haar gemak. We besluiten niet te blijven en richting Östersund te reizen.

We nemen weg 315 en 316 naar weg 45. TomTom probeert ons steeds een andere kant op te sturen maar wij houden de gekozen route. In Vemdalen tanken we weer, het is weer hoog nodig en in Zweden is de diesel toch aardig goedkoper dan in Noorwegen. De dame van het tankstation informeert waar we vandaan komen en als Sander vertelt dat we nét in Zweden zijn aangekomen vanuit Røros, wenst zij ons een hartelijk welkom in Zweden, erg vriendelijk.

We zijn bij Åsarna weg 45 opgedraaid en als we net een kwartiertje op deze weg rijden ziet Elly een paar kraanvogels paraderen. Zij lopen vrij dicht langs de weg, maar helaas hebben we teveel vaart om op tijd te kunnen stoppen voor een foto. Hopelijk komt er een betere kans in onze verdere vakantie.

Een kilometer of 15 vóór Östersund draaien we rechtsaf de E14 op richting Sundsvall. Zover zullen we niet gaan, bij Gällö hebben we onze eerste GPS-camping te registreren, het is Camp Viking.

 

De camping is prachtig gelegen aan de E14 en Revsundssjön, een groot meer in Jämtland, Zweden. Het ligt op een mooi punt voor doortrekkers, die op weg zijn van Sundsvall richting Trondheim naar de Noordkaap.

Sander besluit de camping op te nemen in de campinggids en maakt een afspraak met de eigenaren om een interview te doen. Zij verwachten eters in het restaurant en het komt hen nu niet zo goed uit. Later op de avond kan wel, om een uur of acht. Sander vindt het prima, kunnen we zelf ook eerst op ons gemakje eten en nog even de benen strekken.

woensdag 1 juni 2005                        dagtotaal 340 km       cumulatief 2.955 km

Vanmorgen gaan we serieus beginnen aan de inspectiewerkzaamheden. Als eerste staat Östersund op de planning, maar voor we daaraan beginnen gaan we inkopen doen bij het vertrouwde ICA, zeg maar de AH van Zweden. Melk en gehaktballetjes zijn onze eerste levensbehoeften en ook een rolletje jam gaat in het boodschappenmandje mee. Natuurlijk ook tomaatjes, kaas en aardappelen, we gaan het ons goed laten smaken.

De cheffin van Östersund’s Camping is in bespreking en Sander gaat weer in conclaaf met dezelfde mevrouw als vorig jaar. Zij herinnert zich de procedure en aangezien er niet veel is veranderd gaat het allemaal vrij vlot. Elly is al snel terug van de interviews, er zijn geen Nederlands sprekende gasten en geen Duitsers ook. We zijn dan ook weer snel weg, alleen te snel, geen jaarstickertje geplakt, dus weer terug. Gelukkig zijn we nog niet ver weg en Sander besluit voortaan te beginnen met het plakken van het zegel, dan kan dat niet meer worden vergeten.

De volgende camping is in Fröson, het eiland vlak bij Östersund. De jeugdige manager van vorig jaar is nog niet aan het werk, volgende week komt hij, maar de aanwezige receptioniste weet van wanten en ook de technische man is aanwezig. Hij herkent ons, maar gaat er al snel vandoor, hij hoeft hier niet bij te zijn. Ook hier duurt het niet al te lang en we gaan door naar Åre, waar we nu de camping graag mét de eigenaar willen inspecteren en niet zoals vorig jaar moeten wachten tot 18.00 uur. Echter, dit pakt anders uit dan we hebben gepland en de nacht brengen we niet door in Lit, zoals we hebben gewild maar in Åre.

We rijden via de tolbrug van Krokom, maar die blijkt tegenwoordig tolvrij te zijn. Bij Krokom draaien we de E14 op richting Trondheim. Bij een grote parkeerplaats, ruim vóór Åre, is een informatiepunt van de VVV. Er blijkt nog geen informatie aanwezig te zijn, we zijn te vroeg in het seizoen.

Het is 3 uur als we aankomen op Såå-camping in Åre. De receptie is zoals eerder gezegd open van 18-20, dus we hebben alle tijd. Die benutten we om allereerst naar een GPS-camping in Vålådalen te gaan. Gelukkig kiezen we een andere route dan via Tived, dat blijkt namelijk niet te gaan. Toch mazzel als je af en toe eigenwijs bent.

De eigenaresse van de camping komt direct naar ons toe als we stoppen. Ze spreekt aardig Engels en is erg gelukkig met het verhaal over de toekomstige uitbreiding met GPS-campings. Zij vertelt ons dat de weg doodloopt, een kilometer of vijf verder, dus terug via dezelfde weg is het devies. Als we informeren naar de vele caravans die er staan blijken deze van de overgebleven winterkampeerders te zijn. Volgende week is haar man jarig en iedereen is blijven staan om dit mee te vieren, vijftig jaar is ook hier een mijlpaal.

We praten nog wat verder over muggen, die tot nog toe niet veel voor komen, en over beren, elanden en rendieren. Rendieren komen hier genoeg voor, beren niet zo veel, maar soms toch en voor de jonge elanden waarschuwt zij ons nadrukkelijk. In deze tijd van het jaar worden de éénjarige elanden verstoten omdat de nieuwe offspring moet worden gezoogd. Voor de jonge dieren betekent dat een ramp, die onzekerheid zorgt er voor dat zij zich geen houding weten te geven en onberekenbaar zijn. Uit kijken dus!

Terug bij de camping is het ruim vóór zes uur, we besluiten door te rijden naar Åre. Wij gaan eerst op bezoek in de chocoladefabriek, waar we eerst gaan proeven, alsof we niet weten waar we voor komen. We besluiten ons zelf te verwennen en kopen chocolade, gevuld met bosbessen en met geitenkaas.

We herinneren ons deze laatste van vorig jaar en willen iets meer mee nemen dan toen. We bedingen nog wat korting en krijgen twee zakjes chocolade gratis mee, toch lekker mee genomen.

Om zes uur staan we startklaar. We hebben al gegeten, de combinatie staat opgesteld bij de receptie, het wachten is op de campingeigenaar. Nu, die laat lang op zich wachten. Om acht uur is er nog steeds niemand te zien, ook niet bij het woonhuis. We besluiten de caravan maar weer terug te zetten, het wordt nu te laat om ná de controle door te rijden naar Lit. Pas om tien uur blijkt de man terug te zijn van een feestavond in verband met het einde van het schooljaar van de kinderen.

Sander vraagt of het uitkomt om gezamenlijk de inspectie te doen en het kan. Sander haalt zijn spullen en wordt gevraagd om het in huis te doen in plaats van in de receptie. Hij trekt netjes zijn schoenen uit bij de

voordeur, naar Zweeds gebruik, en samen zitten zij aan de salontafel over de vragenlijsten gebogen.

Als alles doorgenomen is, is het al bij elven. Nog even de overnachting afrekenen en dan naar bed.

donderdag 2 juni 2005                      dagtotaal 216 km       cumulatief 3.171 km

De volgende morgen maken we een praatje met onze, nogal oudere, overburen. Zij blijken hun caravan pas een paar weken te bezitten en weten eigenlijk nog geen weg in hun eigen voertuig. Het blijkt dat zij in Åre wonen, maar hun huis is tot op de grond toe afgebrand. De wederopbouw gaat bijna twee jaar duren en ondertussen moeten zij toch iets, dat is een caravan geworden.

Zij vertellen dat er gisteren nog een volwassen mannetjeseland heeft staan grazen op het gras van de camping en vorig jaar is er nog een beer gesignaleerd. Ook vossen komen soms langs om te kijken of er nog een lekker hapje te halen valt. Genoeg te beleven dus.

We gaan op ons gemak naar Lit en bij Krokom verlaten we de E14 en gaan binnendoor. Dat scheelt ruim 30 kilometer en de weg is prima te berijden. Martijn, de zoon van Coos en Tineke Caarls had dat ons verteld en dat hebben we gelijk uitgeprobeerd. Bovendien blijkt het een mooie route door de bossen te zijn.

Op Lit’s Camping in Lit treffen we niemand aan in de receptie. Wel hangt er een notitie, dat we de telefoon eenvoudig van de haak kunnen nemen en dan krijgen we altijd iemand aan de lijn. Het blijkt Ove zelf te zijn en Sander herkent zijn stem. We kunnen een plaatsje zoeken, over een uurtje of zo is hij zelf weer aanwezig.

Het is stil op de camping, alleen de Kabe op de eerste plaats staat er weer. Vorig jaar stond die er ook, hij is het eigendom van een echtpaar uit Östersund en zij hebben hier hun seizoenplaats.

We zoeken een mooie plaats uit, zetten de caravan neer en gaan lekker genieten van het zonnetje. Het is zelfs zo lekker dat we voor het eerst deze vakantie onze korte broeken kunnen opzoeken. Zouden we het slechte weer dan nu achter ons hebben? We zullen het gaan zien.

Sander spreekt kort met Ove om een afspraak te maken voor de inspectie. Hij vraagt wel vast om thuis in de boeken na te zien wanneer hij de rekening voor de campinggidds heeft betaald, eind april was dit nog niet bijgeboekt.

vrijdag 3 juni 2005                 dagtotaal 125 km       cumulatief 3.296 km

Er blijkt nog een Nederlands stel op de camping te staan bij de kano’s. Zij hebben zelf ook een kano mee gebracht, maar gezien de regelmatige buitjes komt van kanoën vandaag niet veel terecht. De man blijkt een beetje een zeurpiet te zijn. ACSI geeft geen cijfers zoals de ANWB en hij zoekt eigenlijk campings zonder publiek, zeker zonder kinderen en aan het water, bij voorkeur met gratis warm water en ongebruikte toiletten, hij zoekt maar een eind weg. Het ligt vóór op de tong van Sander om te zeggen dat hij dan nergens terecht kan, maar hij slikt het nog net op tijd in.

Ove’s vrouw is in Denemarken voor een bruiloft en omdat zij de administratie doet, weet alleen zij of er betaald is. Hij denkt van wel, maar Sander wil graag een bewijs van betaling zien, om dat op kantoor te kunnen tonen. Als we dinsdag vertrekken ligt dit klaar op de receptie, iedereen gelukkig.

De inspectie laat niet veel nieuws zien, alleen de datum van opening wordt iets verlaat. Ook de prijs is aardig wat hoger geworden, maar daar heeft hij een aardig verhaal voor, hij was altijd al te goedkoop.

’s Middags probeert Sander of er iemand aanwezig is op de camping in Österåsen, maar dat gaat nog een dag of tien duren. Er is wel iemand aan het kamperen, maar dat is dan ook alles.

zaterdag 4 juni 2005              dagtotaal     5 km       cumulatief 3.301 km

Het is vandaag al weer druilerig weer. Het is niet echt koud maar je kunt eigenlijk weinig doen.

Sander maakt zich nuttig door de landkaarten maar eens te plakken. Die hebben aardig te lijden gehad van het gebruik en een beetje plakband doet wonderen, zo kunnen ze weer een poosje mee.

De rest van de dag wordt, tussen de buien door, benut om af en toe eens een praatje te maken met wat Franse, Duitse en Zwitserse campinggasten.

zondag 5 juni 2005                 dagtotaal      0 km      cumulatief 3.301 km

Het is vandaag in Zweden een nationale feestdag. Dat is om te herdenken dat in 1523 Gustaaf Wasa is benoemd tot koning. Tot dit jaar was het dan wel een feestdag, alleen niemand kreeg er ooit vrij voor. Dat is dit jaar veranderd, het is nu een officiële feestdag, met gesloten winkels en al, zoals iedere zondag, alleen is het nu maandag. We hebben niets nodig, dus we maken ons er niet druk om.

Het weer is wat beter geworden, alhoewel 9-12˚ C is nog steeds niet echt veel, en we gaan vanmiddag nog eens in Österåsen kijken of er nu wel iemand is. Binnen in de receptie kun je zien dat er wel iemand geweest is, het is nu opgeruimd, maar er is weer niemand. We laten een enveloppe achter met een jaarsticker, maar gaan toch op zoek naar het adres van de ambtenaar die op het gemeentehuis verantwoordelijk is voor de camping. Het valt aanvankelijk niet mee met de nummering, maar als we iemand de hond zien uitlaten vragen we het. Zij hebben het over een hernummering en daar schrikken we van, hoe vinden we in vredesnaam die ambtenaar? We hebben geluk, zij kennen de ambtenaar van naam en wijzen ons het huis aan. Daar blijkt het nummer toch te kloppen en zij is nog thuis ook. Op de vraag of er nog iets veranderd is, wordt ontkennend geantwoord. Alleen de prijs is iets omhoog gegaan, maar zij weet niet hoeveel. Dan moet ik volgend weekeinde de camping zelf bellen. Dat zullen we doen, is de camping toch gecontroleerd.

Klaas, de broer van Elly, is vandaag jarig en om een uur of acht ’s avonds bellen we op om hem te feliciteren. Hij is niet thuis, hij is aan het werk horen we van Annie, zijn vrouw. Dat is niet alles wat we horen, ze voelt zich bedreigd door de buurjongens. Die terroriseren als het ware de buurt en slaan zelfs met stokken op de ramen, niet erg leuk dus. Zeker niet als je alleen thuis bent. Ze hebben de politie gebeld, maar die hebben het te druk met “echt” belangrijke zaken. Het zal nog dagen duren voor zij iets van de politie horen, lekker geruststellend gevoel zeg.

maandag 6 juni 2005              dagtotaal     35 km     cumulatief 3.336 km

Het is vanmorgen om 7 uur 7˚ C en om 9 uur is het 9˚ C, het is wel droog en de zon schijnt. Is de wind toch nog ergens goed voor geweest. We gaan al vroeg op stap naar Hammerdal voor de volgende inspectie.

In eerste instantie zien we alleen twee Duitse campers vertrekken, maar verder is er echt niemand. We lopen het terrein rond en kijken of er nog iets veranderd is. De gebouwen hebben van binnen duidelijk een opknapbeurt gehad, alles is opnieuw geverfd en het ziet er beter uit dan vorig jaar. Net als we op het punt staan in te stappen komt er een man aan fietsen. Hij blijkt de technische man te zijn. Hij heeft de sleutels van de receptie en weet wel het een en ander. Ook kan hij ons de nieuwe tarieven vertellen en tekenen voor akkoord, zo weer een camping geïnspecteerd.

Dragan, een enorm meer bij Strömsund

In Strömsund moeten we eerst weer tanken voor we naar de receptie rijden. Hakan Sandberg is druk in de weer om de camping uit de winterslaap te halen. Er worden computers geïnstalleerd en hij heeft echt geen tijd voor een langdurige inspectie. Sander vraagt maar zes minuten van hem, hij lacht, die heeft hij wel. Op de vraag of er iets veranderd is zegt hij, ja. De tarieven zijn hoger, maar het douchen is voortaan vrij.

Verder is alles hetzelfde gebleven. Er is een extra vraag op het formulier bij gekomen en die moet hij nog beantwoorden, tekenen voor akkoord en de man kan verder gaan met zijn drukke werkzaamheden. Hij is blij, dat we het zo hebben kunnen oplossen en terwijl Elly een Duitse gast interviewt, gaat Sander zijn rondje doen over de camping. Er wordt druk gewerkt, ook hier wordt alles opnieuw van een verfje voorzien. Inderdaad, de warme douches zijn nu gratis, hoewel het papiertje met de tarieven er nog steeds hangt.

De volgende stop is Hoting. Er is niemand aanwezig, dus we besluiten de voorzieningen maar eens te inspecteren. Als we daar mee bezig zijn, komt er een auto aanrijden die stopt bij een voorraadkamer. Sander vraagt de dame of zij weet wie de camping leidt en dat blijkt zij zelf te zijn. Eigenlijk houdt zij lunchpauze, maar zij is uiterst meewerkend en opent de receptie en beantwoordt alle vragen van de inspectie.

Even later komt er nog een man binnen, voor hulp bij de computer. Hij vraagt waar we verder nog heen gaan. Wij vertellen dat we eerst naar Dorotea gaan en dan terug naar Gäddedde willen via de Wilderness Road. Hoe we dan zullen rijden, vraagt hij vervolgens, waarop wij antwoorden, terug naar Strömsund en dan de kortste weg. “Fout”, roept hij. Hij weet een veel mooiere route. Wij horen zijn adviezen aan en besluiten ze op te volgen, alleen wordt dat wel de volgende dag.

Om twee uur zijn we al in Dorotea en de eigenaar is druk bezig het gras te maaien. Hij onderbreekt zijn werkzaamheden en komt ons begroeten. Leuk, ook hier is een blijk van herkenning duidelijk te zien.

het dak, de zijkant en de meubels van de Polar

Als wij informeren naar de mogelijkheid om de Polarfabriek te bezoeken is zijn vrouw maar al te graag bereid om voor ons naar de fabriek te bellen. We kunnen meteen terecht en krijgen een privé rondleiding aangeboden. En om de kosten hoeven we het niet te laten, het is gratis.

We zetten snel de caravan op zijn plaats en gaan als een speer naar de fabriek waar we ons melden bij de heer Thomas André. Wij vragen of André zijn voor- of zijn achternaam is, het is zijn achternaam.

We vragen of we mogen fotograferen en horen dat details en nieuwe modellen verboden zijn. Wij willen de man geen overlast bezorgen en spreken af te zullen vragen vóór we een foto nemen.

Zo mogen we plaatjes maken van de dakplaten, de zijkanten en de kant en klare meubelblokjes, die op de vloer gezet worden voordat het dak erop wordt gemonteerd. Sinds kort wordt ook de Solifer in deze fabriek gebouwd, vroeger van Finse makelij. Opmerkelijk is dat er niemand vanuit Finland mee is over gekomen.